Ministerieel besluit houdende actualisatie van de huidige bandingfactoren en vastlegging van de bandingfactoren van groenestroomcertificaten en warmte-krachtcertificaten voor projecten met een startdatum vanaf 2015
- Section :
- Legislation
- Source :
- Numac 2014036924
Original text :
Add the document to a folder
()
to start annotating it.
Artikel 1 Voor nieuwe projecten met startdatum in 2015 bedraagt de maximaal toegelaten bandingfactor 1.
Artikel 2 Voor groenestroomprojecten wordt de bandingfactor per categorie, door het Vlaams Energieagentschap in haar rapport van 30 juni 2015 voorgesteld ter uitvoering van het bepaalde in artikel 6.2/1.5, § 2, derde lid van het Energiebesluit, per categorie vastgesteld als volgt:
1° zonne-energie:
a) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) tot en met 10 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0;
b) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0,596;
c) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0,493;
2° nieuwe installaties met betrekking tot windenergie op land, met een maximaal vermogen per turbine tot en met 4 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0,681;
3° nieuwe biogasinstallaties met een maximaal vermogen tot en met 5 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015:
a) voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1;
b) voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;
c) recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0,292;
d) voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0,365;
e) overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;
4° nieuwe biogasinstallaties met een maximaal vermogen groter dan 5 MWe tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015:
a) voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1;
b) voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;
c) recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0,0964;
d) voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0,123;
e) overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;
5° nieuwe installaties voor de verbranding van vaste biomassa met een maximaal vermogen tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
6° nieuwe installaties voor de verbranding van vloeibare biomassa met een maximaal vermogen tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
7° nieuwe installaties voor de verbranding van biomassa-afval met een maximaal vermogen tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0,938;
8° nieuwe installaties voor de verbranding van huishoudelijk of bedrijfsafval met een maximaal vermogen tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0.
Artikel 3 Voor WKK-projecten wordt de bandingfactor, door het Vlaams Energieagentschap in haar rapport van 30 juni 2014 voorgesteld ter uitvoering van het bepaalde in artikel 6.2/1.5, § 2, derde lid van het Energiebesluit, per categorie vastgesteld als volgt:
1° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, voor zover ze niet behoren tot 5°, met een bruto nominaal vermogen tot en met 10 kWe:
a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
2° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, voor zover ze niet behoren tot 5°, met een bruto nominaal vermogen groter dan 10 kWe tot en met 200 kWe:
a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
3° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, voor zover ze niet behoren tot 5°, met een bruto nominaal vermogen groter dan 200 kWe tot en met 1MWe:
a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
4° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, voor zover ze niet behoren tot 5°, met een motor met een bruto nominaal vermogen groter dan 1 MWe tot en met 5MWe:
a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
5° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op biogas met een maximaal bruto nominaal vermogen tot en met 5 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015:
a) nieuwe installaties:
1. voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1;
2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;
3. voor recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0;
4. voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0;
5. overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;
b) ingrijpende wijzigingen:
1. voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1;
2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;
3. voor recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0;
4. voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0;
5. overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;
6° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op biogas met een maximaal bruto nominaal vermogen groter dan 5 MWe tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015:
a) nieuwe installaties:
1. voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1;
2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;
3. voor recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0;
4. voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0;
5. overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;
b) ingrijpende wijzigingen:
1. voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1;
2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;
3. voor recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0;
4. voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0;
5. overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;
7° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties met een bruto nominaal vermogen groter dan 1 tot en met 20 MWe met turbines op
a) gas:
1. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
b) stoom:
1. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
c) beide:
1. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
8° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties met een bruto nominaal vermogen groter dan 20 tot en met 50 MWe met turbines op
a) gas:
1. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
b) stoom:
1. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0,603;
c) beide:
1. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1.
Artikel 4 Voor groenestroomprojecten wordt de bandingfactor per categorie, door het rapport van het Vlaams Energieagentschap van 30 juni 2014 ter uitvoering van artikel 7.1.4/1, § 1, zesde lid van het Energiedecreet en artikel 6.2/1.3 van het Energiebesluit geactualiseerd en aangepast, gevalideerd als volgt:
1° zonne-energie:
a) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) tot en met 10 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2013 t.e.m. 31 december 2013: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,0847;
b) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2013 t.e.m. 31 december 2013: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,954;
c) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2013 t.e.m. 31 december 2013: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,788;
d) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) tot en met 10 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2014 t.e.m. 31 juni 2014: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,0394;
e) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2014 t.e.m. 31 juni 2014: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,710;
f) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2014 t.e.m. 31 juni 2014: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,610.
2° nieuwe installaties met betrekking tot windenergie op land, met een maximaal vermogen per turbine tot en met 4 MWe en:
a) met een startdatum vanaf 1 januari 2013 t.e.m. 31 december 2013: de bandingfactor bedraagt 0,889;
b) met een startdatum vanaf 1 januari 2014 t.e.m. 31 december 2014: de bandingfactor bedraagt 0,796.
Artikel 2 Voor groenestroomprojecten wordt de bandingfactor per categorie, door het Vlaams Energieagentschap in haar rapport van 30 juni 2015 voorgesteld ter uitvoering van het bepaalde in artikel 6.2/1.5, § 2, derde lid van het Energiebesluit, per categorie vastgesteld als volgt:
1° zonne-energie:
a) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) tot en met 10 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0;
b) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0,596;
c) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0,493;
2° nieuwe installaties met betrekking tot windenergie op land, met een maximaal vermogen per turbine tot en met 4 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0,681;
3° nieuwe biogasinstallaties met een maximaal vermogen tot en met 5 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015:
a) voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1;
b) voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;
c) recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0,292;
d) voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0,365;
e) overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;
4° nieuwe biogasinstallaties met een maximaal vermogen groter dan 5 MWe tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015:
a) voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1;
b) voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;
c) recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0,0964;
d) voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0,123;
e) overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;
5° nieuwe installaties voor de verbranding van vaste biomassa met een maximaal vermogen tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
6° nieuwe installaties voor de verbranding van vloeibare biomassa met een maximaal vermogen tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
7° nieuwe installaties voor de verbranding van biomassa-afval met een maximaal vermogen tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0,938;
8° nieuwe installaties voor de verbranding van huishoudelijk of bedrijfsafval met een maximaal vermogen tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0.
Artikel 3 Voor WKK-projecten wordt de bandingfactor, door het Vlaams Energieagentschap in haar rapport van 30 juni 2014 voorgesteld ter uitvoering van het bepaalde in artikel 6.2/1.5, § 2, derde lid van het Energiebesluit, per categorie vastgesteld als volgt:
1° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, voor zover ze niet behoren tot 5°, met een bruto nominaal vermogen tot en met 10 kWe:
a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
2° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, voor zover ze niet behoren tot 5°, met een bruto nominaal vermogen groter dan 10 kWe tot en met 200 kWe:
a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
3° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, voor zover ze niet behoren tot 5°, met een bruto nominaal vermogen groter dan 200 kWe tot en met 1MWe:
a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
4° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, voor zover ze niet behoren tot 5°, met een motor met een bruto nominaal vermogen groter dan 1 MWe tot en met 5MWe:
a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
5° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op biogas met een maximaal bruto nominaal vermogen tot en met 5 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015:
a) nieuwe installaties:
1. voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1;
2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;
3. voor recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0;
4. voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0;
5. overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;
b) ingrijpende wijzigingen:
1. voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1;
2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;
3. voor recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0;
4. voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0;
5. overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;
6° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op biogas met een maximaal bruto nominaal vermogen groter dan 5 MWe tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015:
a) nieuwe installaties:
1. voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1;
2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;
3. voor recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0;
4. voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0;
5. overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;
b) ingrijpende wijzigingen:
1. voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1;
2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;
3. voor recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0;
4. voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0;
5. overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;
7° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties met een bruto nominaal vermogen groter dan 1 tot en met 20 MWe met turbines op
a) gas:
1. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
b) stoom:
1. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
c) beide:
1. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
8° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties met een bruto nominaal vermogen groter dan 20 tot en met 50 MWe met turbines op
a) gas:
1. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
b) stoom:
1. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0,603;
c) beide:
1. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;
2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1.
Artikel 4 Voor groenestroomprojecten wordt de bandingfactor per categorie, door het rapport van het Vlaams Energieagentschap van 30 juni 2014 ter uitvoering van artikel 7.1.4/1, § 1, zesde lid van het Energiedecreet en artikel 6.2/1.3 van het Energiebesluit geactualiseerd en aangepast, gevalideerd als volgt:
1° zonne-energie:
a) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) tot en met 10 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2013 t.e.m. 31 december 2013: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,0847;
b) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2013 t.e.m. 31 december 2013: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,954;
c) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2013 t.e.m. 31 december 2013: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,788;
d) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) tot en met 10 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2014 t.e.m. 31 juni 2014: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,0394;
e) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2014 t.e.m. 31 juni 2014: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,710;
f) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2014 t.e.m. 31 juni 2014: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,610.
2° nieuwe installaties met betrekking tot windenergie op land, met een maximaal vermogen per turbine tot en met 4 MWe en:
a) met een startdatum vanaf 1 januari 2013 t.e.m. 31 december 2013: de bandingfactor bedraagt 0,889;
b) met een startdatum vanaf 1 januari 2014 t.e.m. 31 december 2014: de bandingfactor bedraagt 0,796.