Wet tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven

Date :
19-04-2014
Language :
French Dutch
Size :
4 pages
Section :
Legislation
Source :
Numac 2014014283

Original text :

Add the document to a folder () to start annotating it.
Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Artikel 2 In artikel 131 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, vervangen bij de wet van 13 december 2010, worden de bepalingen onder 4° bis tot 4° sexies ingevoegd, luidende:
  "4° bis postaal service punt: een postkantoor, een postwinkel of een posthalte;
  4° ter postkantoor: een postaal service punt uitgebaat door bpost waar minstens het volledige assortiment van diensten wordt aangeboden aan de klant, zijnde:
  a) de diensten van het basisassortiment;
  b) de uitvoering van verrichtingen van basisbankdiensten zoals gedefinieerd in de wet van 24 maart 2003 tot instelling van een basisbankdienst;
  c) de betaling van binnenlandse postwissels;
  d) de verkoop, terugbetaling, vervanging en de uitwisseling van visverloven
  e) het aanvaarden van stortingen ter creditering van rekeningen gehouden bij bpost of andere financiële instellingen;
  f) de afhaling van contant geld van een rekening, ongeacht de voorgestelde methode;
  g) de uitbetaling van assignaties -P;
  h) de inontvangstneming van overschrijvingsformulieren met betrekking tot betalingen vanuit eigen rekening;
  4° quater postwinkel: een postaal service punt uitgebaat door een derde waarin deze derde openbare diensten uitvoert in naam en voor rekening van de post;
  4° quinquies posthalte: een postaal service punt of ander contactpunt met de klant waar minstens het basisassortiment aangeboden wordt door personeel van bpost tijdens een beperkt aantal uren;
  4° sexies basisassortiment: de volgende diensten:
  a) de inontvangstneming van zendingen van stukpost-brievenpost en stukpost-postpakketten die deel uitmaken van de universele postdienst, met uitzondering van zendingen met aangegeven waarde;
  b) het ter beschikking houden en afgeven van stukpost-aangetekende zendingen en stukpost-postpakketten die deel uitmaken van de universele postdienst en waarvoor een bericht werd achtergelaten na vergeefse aanbieding aan huis;
  c) de verkoop van postzegels;
  d) het aanvaarden van contante stortingen van maximum 500 euro, voorzien van een gestructureerde mededeling, ter creditering van rekening bij bpost of een financiële instelling;
  e) voor zover mogelijk wordt een minimum assortiment van verpakkingen voor brievenpost en postpakketten te koop aangeboden."

Artikel 3 Artikel 140 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 13 december 2010, wordt vervangen als volgt:
  Het doel van bpost omvat:
  a) het ophalen, het vervoer en de uitreiking van postzendingen, postpakketten en enig ander type van fysieke goederen, en de exploitatie van enige andere post-, transport- of logistieke dienst;
  b) het leveren van diensten die betrekking hebben op papieren of digitale communicatie, certificering, gegevens, printen en beheer van documenten;
  c) het leveren van financiële postdiensten en van enige andere financiële, bancaire of betalings-dienst;
  d) het uitoefenen van activiteiten van kleinhandelsverkoop van goederen of diensten van derden;
  e) alle activiteiten, mede in nieuwe activiteitssectoren, ongeacht de aard van zulke activiteiten of activiteitssectoren, bestemd om rechtstreeks of onrechtstreeks de diensten van de vennootschap te bevorderen of, meer in het algemeen, rechtstreeks of onrechtstreeks bij te dragen tot de ontwikkeling van de activiteiten vermeld onder a) tot en met d) hierboven, of om een optimale aanwending van de infrastructuur en/of het personeel van de vennootschap mogelijk te maken.

Artikel 4 In artikel 141 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 1 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 13 december 2010, wordt de eerste paragraaf vervangen als volgt:
  " § 1. bpost is belast met volgende opdrachten van openbare dienst over het gehele grondgebied van het Rijk:
  A. De instandhouding, teneinde territoriale en sociale cohesie te verzekeren, van een nabijheidsnetwerk met de volgende configuratie:
  1° dit netwerk dient samengesteld te zijn uit minstens 1300 postale service punten waarvan ten minste één in elke gemeente van het land, die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de verplichtingen van bedelingen waarmee bpost belast is teneinde de universele postdienst krachtens artikel 142, § 2, 1°, uit te voeren;
  2° de onder 1° bedoelde postale service punten dienen uit minstens 650 postkantoren te bestaan waarvan minstens één in elke gemeente van het land; en
  3° minstens 95 percent van de bevolking dient toegang te hebben tot een postaal service punt dat het bassisassortiment aanbiedt en dat gelegen is binnen een wegafstand van ten hoogste vijf kilometer, en minstens 98 percent van de bevolking dient toegang te hebben tot zulk postaal service punt dat gelegen is binnen een wegafstand van ten hoogste 10 kilometer.
  B. De uitvoering van de volgende financiële postdiensten:
  1° de inontvangstneming van contante stortingen op een post-zichtrekening en de uitvoering van betalingsverrichtingen van of naar deze rekening;
  2° de inontvangstneming van contante stortingen ter creditering van een post-zichtrekening of een rekening gehouden bij een financiële instelling; en
  3° de uitgifte en de betaling van binnenlandse postwissels.
  C. De betaling aan huis van ouderdoms- en overlevingspensioenen en van sociale zekerheidsuitkeringen aan personen met een handicap.
  D. De ontwikkeling van de sociale rol van de postbodes, in het bijzonder ten aanzien van de alleenstaanden en de minstbedeelden, en van de dienst "AUB postbode".
  E. De informatie aan het publiek op verzoek van de bevoegde overheidsinstantie.
  F. De verzending tegen een verminderd tarief van postzendingen verstuurd door stichtingen en verenigingen zonder winstoogmerk.
  G. De uitreiking van brievenpostzendingen die onder het stelsel van de portvrijdom vallen."

Artikel 5 In artikel 141 van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 9 juni 1999 en gewijzigd bij de wetten van 1 april 2007 en 13 december 2010, wordt een paragraaf 1bis ingevoegd, luidende:
  " § 1bis. Andere opdrachten van openbare dienst kunnen, door haar beheerscontract, aan bpost of, door een bijzondere overeenkomst, aan bpost of een derde worden toevertrouwd."
  De opdrachten van openbare dienst, andere dan die opdrachten opgesomd in artikel 141, § 1, A. tot G. die in aanmerking komen om in overeenkomst met de voorgaande paragraaf toegekend te worden, tegen voorwaarden die voorzien zijn in het beheerscontract of in de bijzondere overeenkomst, kunnen met name de abonnementsdienst voor erkende kranten en tijdschriften omvatten.
  Wanneer de uitvoering van deze opdrachten niet zou worden gedragen of zonder compensatie niet tegen dezelfde voorwaarden zou worden gedragen, wordt een compensatie toegekend ten laste van de Staatsbegroting.
  Wanneer bpost of de derde niet werd aangewezen in het kader van een toekenningsprocedure voor de selectie van de kandidaat die deze diensten kan leveren tegen de laagst mogelijke kostprijs voor de gemeenschap, is het artikel 141ter mutatis mutandis van toepassing op de compensatie.
  Betreffende de opdrachten van openbare dienst beoogd in het tweede lid van deze § 1bis, regelt het beheerscontract of de bijzondere overeenkomst de volgende materies:
  1° de definitie van de verplichtingen van de openbare dienst en de operationele uitvoeringsmodaliteiten van deze opdrachten;
  2° gedragsregels ten opzichte van de gebruikers;
  3° desgevallend, de objectieve en transparante parameters op basis waarvan de compensatie wordt berekend; en
  4° desgevallend, de voorlopige bedragen en de betalingsmodaliteiten van de compensaties, naargelang het geval, beoogd in artikel 141ter."

Artikel 6 In dezelfde wet wordt een artikel 141bis ingevoegd, luidende:
  "Art. 141bis. § 1. Voor elk van de opdrachten van openbare dienst bedoeld in artikel 141, § 1, A., B. en C., bepaalt de Koning bij in Ministerraad overlegd besluit:
  1° de belangrijkste uitvoeringsmodaliteiten van de opdracht; en
  2° in voorkomend geval, de beginselen voor de vaststelling van de tarieven van de dienstverlening door bpost aan de gebruikers.
  § 2. De Koning kan, bij in Ministerraad overlegd besluit, de nadere regels bepalen voor elke opdracht van openbare dienst bedoeld in artikel 141, § 1, D. tot G."

Artikel 7 In dezelfde wet wordt een artikel 141ter ingevoegd, luidende:
  "Art. 141ter. § 1. Voor de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst bedoeld in artikel 141, § 1, A., B. en C. die aanleiding geven tot een nettokost voor bpost, ontvangt bpost een vergoeding ten laste van de Staatsbegroting. Deze vergoeding stemt overeen met de som van de volgende elementen:
  1° de nettokost van de uitvoering van de betreffende opdracht, berekend op basis van de werkelijk gedragen kosten en het werkelijk ontvangen inkomen door bpost en met toepassing van de netto vermeden kostenmethode;
  2° een redelijke winst, in termen van bedrijfsmarge, inzonderheid vastgesteld volgens de belangrijkheid van het risico dat bpost loopt bij de uitvoering van de betreffende opdracht; en
  3° het positieve of negatieve resultaat van een aanmoedigingsmechanisme gericht op efficiëntie,
  met dien verstande dat elke vergoeding is onderworpen aan een globaal plafond vastgesteld door het beheerscontract voor het geheel van vergoedingen die door bpost worden ontvangen voor de opdrachten van openbare dienst.
  § 2. De Koning bepaalt bij in Ministerraad overlegd besluit:
  1° de berekeningswijze van elk van de parameters bedoeld in § 1;
  2° de procedures die moeten worden gevolgd voor de vaststelling van de voorlopige en definitieve vergoedingsbedragen; en
  3° de nadere regels voor de controle op de vergoeding en voor de terugvordering van eventueel te veel betaalde vergoeding."

Artikel 8 In dezelfde wet wordt een artikel 141quater ingevoegd, luidende:
  "Art. 141quater. Voor wat de opdrachten van openbare dienst bedoeld in artikel 141, § 1, A. tot G. betreft, regelt het beheerscontract de volgende aangelegenheden:
  1° de operationele modaliteiten voor de uitvoering van die opdrachten;
  2° de gedragsregels ten aanzien van de gebruikers; en
  3° de voorlopige bedragen en de betalingsmodaliteiten van de vergoedingen bedoeld in artikel 141ter."

Artikel 9 In dezelfde wet wordt een artikel 141quinquies ingevoegd, luidende:
  "Art. 141quinquies. bpost is tot 31 december 2015 belast met de opdrachten van openbare dienst opgelijst in het artikel 141, § 1, A. tot G."

Artikel 10 In dezelfde wet wordt een artikel 141sexies ingevoegd, luidende:
  "Art. 141sexies. De Koning kan, bij in Ministerraad overlegd besluit, de nadere regels bepalen met betrekking tot:
  1° het aanbieden van een verlaagd tarief voor al dan niet geadresseerd verkiezingsdrukwerk;
  2° de dienst van de administratieve correspondentie, zoals de behandeling, de conditionering en de uitreiking, en de nadere regels van uitgestelde vergoeding inbegrepen de rechthebbenden en de verplichte vermeldingen;
  3° de behandeling van briefwisseling uitgaande van of geadresseerd aan militairen; en
  4° de dienst postabonnementen op erkende kranten en erkende tijdschriften met betrekking tot de vraag en de daaraan verbonden administratieve kosten evenals onder meer de technische afwerking, de verplichte vermeldingen, de afgiftevoorwaarden en de bijvoegsels. De Koning bepaalt eveneens bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de criteria zoals de periodiciteit en het vereiste informatieniveau waar de zendingen aan moeten beantwoorden om erkend te worden als krant of tijdschrift."

Artikel 11 In artikel 148, 1°, van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, worden de woorden "(andere dan een overheid bedoeld in artikel 42)" ingevoegd tussen de woorden "in een instelling" en de woorden "die rechtstreeks of onrechtstreeks 25 % van het kapitaal van dergelijke instelling in handen heeft".

Artikel 12 In artikel 148bis/1 van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 2005, wordt een paragraaf 5 ingevoegd, luidende als volgt:
  " § 5. In afwijking van artikel 18, § 3 worden de gewone leden van de raad van bestuur van bpost benoemd voor een hernieuwbare termijn van maximum vier jaar."

Artikel 13 Deze wet treedt in werking de dag nadat zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt met uitzondering van artikel 3 die uitwerking zal hebben met ingang van 29 mei 2013.