No title
Original text :
Add the document to a folder
()
to start annotating it.
Addendum bij de algemene overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap
vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering en de NV Serviceflats Invest
Tussen de N.V. Serviceflats Invest, BEVAK naar Belgisch recht voor de alternatieve financiering van de bouw van serviceflats, hierna genoemd BEVAK en de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering in de persoon van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, de vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening en de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering,
Wordt uiteengezet hetgeen volgt :
Tussen de BEVAK en de Vlaamse Gemeenschap werd op 18 oktober 1995 een "Algemene Overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering en de N.V. Serviceflats Invest", hierna genoemd de "Algemene Overeenkomst", afgesloten. Deze Algemene Overeenkomst werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 17 januari 1996. Ze werd gewijzigd bij de Algemene Overeenkomst tussen het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering en de N.V. Serviceflats Invest van 3 december 1996 (Belgisch Staatsblad, 28 februari 1997).
Deze Algemene Overeenkomst voorzag in de doelstelling van de realisatie van 5 000 serviceflats over een periode van tien jaar. Deze doelstelling kon door externe factoren niet worden bereikt. Er werden 1 119 serviceflats gerealiseerd, terwijl 119 serviceflats in uitvoering zijn en 24 aanbesteed of in aanbesteding. Een aantal projecten is in studie.
Het is dan ook noodzakelijk dat de partijen hierover afspraken maken ten einde opnieuw rechtszekerheid te creëren voor alle betrokkenen.
Hiertoe moeten een aantal artikelen van de Algemene Overeenkomst worden gewijzigd.
En wordt overeengekomen hetgeen volgt :
1. Punt 2 van de Algemene Overeenkomst wordt vervangen door wat volgt :
"2. De BEVAK zal binnen de bestaande uitgifte van aandelen verder serviceflats ontwikkelen tot een aantal van 2 000 flats is bereikt. Hiervoor zal de BEVAK een beroep doen op vreemde middelen".
2. Punt 12 van de Algemene Overeenkomst wordt vervangen door wat volgt :
"12. De Vlaamse Gemeenschap zal binnen de perken van de begroting en voor zover de BEVAK erkend werd en het projectenplan goedgekeurd werd in het kader van het besluit van 3 mei 1995 (tot regeling van de vrijstelling inzake successierechten verbonden aan de maatschappelijke rechten in vennootschappen opgericht in het kader van de realisatie en/of financiering van investeringsprogramma's van serviceflats) en tot het aantal van 2000 flats is bereikt, een bedrag van 961,83 euro per flat en per jaar gedurende 18 jaar uitkeren aan de participerende O.C.M.W.'s en VZW's via de bewaarder. Aan de O.C.M.W.'s of VZW's die vanaf 1 januari 2007 een notariële overeenkomst van onroerende leasing voor de bouw van serviceflats met de BEVAK afsluiten, zal een subsidie van 1.140,43 euro per flat en per jaar gedurende 18 jaar uitgekeerd worden. De subsidie wordt uitbetaald in het eerste kwartaal van elk jaar volgend op het jaar van de erkenning van de serviceflats.
De Vlaamse Gemeenschap laat de BEVAK toe dat de door het O.C.M.W. niet nagekomen verplichtingen (zoals betalingen van canon, huur- of opstalvergoeding) in het kader van de alternatieve financiering van serviceflats bij voorrang kunnen worden afgehouden van het BFMW (Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn)-gelden of van diens rechtsopvolger, mits voorafgaand akkoord van het O.C.M.W..
De BEVAK verbindt er zich evenwel toe hiervan geen gebruik te maken zolang het O.C.M.W. kan genieten van een voldoende gemeentelijke waarborg, en zal, in voorkomend geval, in eerste instantie de gemeentelijke waarborg aanspreken. »
3. In de Algemene Overeenkomst wordt een punt 12bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
"12bis. In de notariële overeenkomsten van onroerende leasing voor de bouw van serviceflats, die de BEVAK vanaf 1 januari 2007 afsluit met een O.C.M.W. of een VZW, dient het basisbedrag dat als vergoeding voor de financiering verschuldigd is door het O.C.M.W. of de VZW aan de BEVAK (canon) bepaald te worden aan de hand van marktgerelateerde parameters. De Erkenningscommissie, vermeld in punt 5, derde lid, houdt toezicht op de naleving van deze bepaling en adviseert ter zake de bevoegde ministers. »
4. Punt 14 van de Algemene Overeenkomst wordt vervangen door wat volgt :
"14. De Vlaamse Gemeenschap verbindt er zich toe tot het aantal van 2 000 serviceflats is bereikt, om, indien zij bij een nieuwe beslissing een hoger subsidieniveau toekent dan het subsidieniveau in het kader van deze overeenkomst, voor de bouw en/of financiering van gelijkaardige flats als deze gebouwd door de BEVAK met uitzondering van de woningen die bestemd zijn voor de sociale huisvesting, het supplementaire deel eveneens toe te kennen voor de bouw en/of financiering van de nog te bouwen serviceflats door de BEVAK. »
5. In de Algemene Overeenkomst wordt een punt 14bis ingevoegd, dat luidt als volgt : "
"Het bouwrijp maken van percelen, het uitvoeren van infrastructuurwerken en gemeenschapvoorzieningen ten behoeve van de projecten van serviceflats die door Serviceflats Invest worden opgericht voor O.C.M.W.'s en VZW's kunnen gesubsidieerd worden overeenkomstig artikel 80 van de Huisvestingscode en, na opheffing ervan, overeenkomstig artikel 64 van de Vlaamse Wooncode. Serviceflats, opgericht in samenwerking met Serviceflats Invest, kunnen beschouwd worden als een bijzonder woonproject in de zin van artikel 1, 2° van het besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de procedure inzake de programmering en de subsidiëring van operaties en werken die voor socialehuisvestingsdoeleinden worden uitgevoerd. Artikelen 5 en 13 van het ministerieel besluit van 13 december 2000 betreffende de subsidiëring van operaties en werken van een sociaal woonproject of een bijzonder woonproject zijn niet van toepassing voor het opportuniteitsonderzoek bedoeld in dat besluit op voorwaarde dat voor het serviceflatproject een voorafgaande vergunning werd verleend door de Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 1998 tot vaststelling van de regels voor het verlenen van de voorafgaande vergunning bedoeld in artikel 10 van de decreten inzake de voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991. »
6. Dit addendum heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007. De Vlaamse Gemeenschap staat in voor de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.
Opgemaakt te Brussel, op 22 juli 2008, in 4 originele exemplaren. Elke partij erkent een exemplaar te hebben ontvangen.
Voor de Vlaamse Gemeenschap :
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
S. VANACKERE
Voor het Vlaamse Gewest :
De vice-minister-president van de Vlaamse Regering
en Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening,
D. VAN MECHELEN
De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering,
M. KEULEN
Voor de BEVAK :
De heer W. PINTENS, gedelegeerd bestuurder
De heer G. DENISSEN, gedelegeerd bestuurder
vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering en de NV Serviceflats Invest
Tussen de N.V. Serviceflats Invest, BEVAK naar Belgisch recht voor de alternatieve financiering van de bouw van serviceflats, hierna genoemd BEVAK en de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering in de persoon van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, de vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening en de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering,
Wordt uiteengezet hetgeen volgt :
Tussen de BEVAK en de Vlaamse Gemeenschap werd op 18 oktober 1995 een "Algemene Overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering en de N.V. Serviceflats Invest", hierna genoemd de "Algemene Overeenkomst", afgesloten. Deze Algemene Overeenkomst werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 17 januari 1996. Ze werd gewijzigd bij de Algemene Overeenkomst tussen het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering en de N.V. Serviceflats Invest van 3 december 1996 (Belgisch Staatsblad, 28 februari 1997).
Deze Algemene Overeenkomst voorzag in de doelstelling van de realisatie van 5 000 serviceflats over een periode van tien jaar. Deze doelstelling kon door externe factoren niet worden bereikt. Er werden 1 119 serviceflats gerealiseerd, terwijl 119 serviceflats in uitvoering zijn en 24 aanbesteed of in aanbesteding. Een aantal projecten is in studie.
Het is dan ook noodzakelijk dat de partijen hierover afspraken maken ten einde opnieuw rechtszekerheid te creëren voor alle betrokkenen.
Hiertoe moeten een aantal artikelen van de Algemene Overeenkomst worden gewijzigd.
En wordt overeengekomen hetgeen volgt :
1. Punt 2 van de Algemene Overeenkomst wordt vervangen door wat volgt :
"2. De BEVAK zal binnen de bestaande uitgifte van aandelen verder serviceflats ontwikkelen tot een aantal van 2 000 flats is bereikt. Hiervoor zal de BEVAK een beroep doen op vreemde middelen".
2. Punt 12 van de Algemene Overeenkomst wordt vervangen door wat volgt :
"12. De Vlaamse Gemeenschap zal binnen de perken van de begroting en voor zover de BEVAK erkend werd en het projectenplan goedgekeurd werd in het kader van het besluit van 3 mei 1995 (tot regeling van de vrijstelling inzake successierechten verbonden aan de maatschappelijke rechten in vennootschappen opgericht in het kader van de realisatie en/of financiering van investeringsprogramma's van serviceflats) en tot het aantal van 2000 flats is bereikt, een bedrag van 961,83 euro per flat en per jaar gedurende 18 jaar uitkeren aan de participerende O.C.M.W.'s en VZW's via de bewaarder. Aan de O.C.M.W.'s of VZW's die vanaf 1 januari 2007 een notariële overeenkomst van onroerende leasing voor de bouw van serviceflats met de BEVAK afsluiten, zal een subsidie van 1.140,43 euro per flat en per jaar gedurende 18 jaar uitgekeerd worden. De subsidie wordt uitbetaald in het eerste kwartaal van elk jaar volgend op het jaar van de erkenning van de serviceflats.
De Vlaamse Gemeenschap laat de BEVAK toe dat de door het O.C.M.W. niet nagekomen verplichtingen (zoals betalingen van canon, huur- of opstalvergoeding) in het kader van de alternatieve financiering van serviceflats bij voorrang kunnen worden afgehouden van het BFMW (Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn)-gelden of van diens rechtsopvolger, mits voorafgaand akkoord van het O.C.M.W..
De BEVAK verbindt er zich evenwel toe hiervan geen gebruik te maken zolang het O.C.M.W. kan genieten van een voldoende gemeentelijke waarborg, en zal, in voorkomend geval, in eerste instantie de gemeentelijke waarborg aanspreken. »
3. In de Algemene Overeenkomst wordt een punt 12bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
"12bis. In de notariële overeenkomsten van onroerende leasing voor de bouw van serviceflats, die de BEVAK vanaf 1 januari 2007 afsluit met een O.C.M.W. of een VZW, dient het basisbedrag dat als vergoeding voor de financiering verschuldigd is door het O.C.M.W. of de VZW aan de BEVAK (canon) bepaald te worden aan de hand van marktgerelateerde parameters. De Erkenningscommissie, vermeld in punt 5, derde lid, houdt toezicht op de naleving van deze bepaling en adviseert ter zake de bevoegde ministers. »
4. Punt 14 van de Algemene Overeenkomst wordt vervangen door wat volgt :
"14. De Vlaamse Gemeenschap verbindt er zich toe tot het aantal van 2 000 serviceflats is bereikt, om, indien zij bij een nieuwe beslissing een hoger subsidieniveau toekent dan het subsidieniveau in het kader van deze overeenkomst, voor de bouw en/of financiering van gelijkaardige flats als deze gebouwd door de BEVAK met uitzondering van de woningen die bestemd zijn voor de sociale huisvesting, het supplementaire deel eveneens toe te kennen voor de bouw en/of financiering van de nog te bouwen serviceflats door de BEVAK. »
5. In de Algemene Overeenkomst wordt een punt 14bis ingevoegd, dat luidt als volgt : "
"Het bouwrijp maken van percelen, het uitvoeren van infrastructuurwerken en gemeenschapvoorzieningen ten behoeve van de projecten van serviceflats die door Serviceflats Invest worden opgericht voor O.C.M.W.'s en VZW's kunnen gesubsidieerd worden overeenkomstig artikel 80 van de Huisvestingscode en, na opheffing ervan, overeenkomstig artikel 64 van de Vlaamse Wooncode. Serviceflats, opgericht in samenwerking met Serviceflats Invest, kunnen beschouwd worden als een bijzonder woonproject in de zin van artikel 1, 2° van het besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de procedure inzake de programmering en de subsidiëring van operaties en werken die voor socialehuisvestingsdoeleinden worden uitgevoerd. Artikelen 5 en 13 van het ministerieel besluit van 13 december 2000 betreffende de subsidiëring van operaties en werken van een sociaal woonproject of een bijzonder woonproject zijn niet van toepassing voor het opportuniteitsonderzoek bedoeld in dat besluit op voorwaarde dat voor het serviceflatproject een voorafgaande vergunning werd verleend door de Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 1998 tot vaststelling van de regels voor het verlenen van de voorafgaande vergunning bedoeld in artikel 10 van de decreten inzake de voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991. »
6. Dit addendum heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007. De Vlaamse Gemeenschap staat in voor de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.
Opgemaakt te Brussel, op 22 juli 2008, in 4 originele exemplaren. Elke partij erkent een exemplaar te hebben ontvangen.
Voor de Vlaamse Gemeenschap :
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
S. VANACKERE
Voor het Vlaamse Gewest :
De vice-minister-president van de Vlaamse Regering
en Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening,
D. VAN MECHELEN
De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering,
M. KEULEN
Voor de BEVAK :
De heer W. PINTENS, gedelegeerd bestuurder
De heer G. DENISSEN, gedelegeerd bestuurder