Besluit van de secretaris-generaal van het departement RWO houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake ruimtelijke ordening aan personeelsleden van het departement RWO

DE SECRETARIS-GENERAAL VAN HET DEPARTEMENT RUIMTELIJKE ORDENING, WOONBELEID EN ONROEREND ERFGOED
Gelet op kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, gewijzigd bij de decreten van 15 juli 2005, 22 december 2006, 27 april 2007 en 12 december 2008;
Gelet op de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, laatst gewijzigd bij decreet van 4 april 2014, inzonderheid artikel 2.2.13. § 1. vierde lid, artikel 2.3.2. § 1. en § 2, artikel 4.4.25. § 3, artikel 4.7.16. § 2., artikel 7.5.4. eerste lid en artikel 7.6.1. ;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries, inzonderheid op artikel 19 en 20;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005; 16 december 2005, 10 maart 2006, 31 maart 2006, 24 november 2006 en 24 april 2009;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid, zoals gewijzigd, hierna het raamstatuut te noemen;
Gelet het besluit van de Secretaris-generaal van 8 oktober 2012 houdende vaststelling van de organisatiestructuur;
Gelet op het besluit van de Secretaris-generaal van 15 januari 2014 houdende aanstelling van de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaren;
Overwegende dat de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaren volgens de Vlaamse codex ruimtelijke ordening bevoegd blijven inzake vergunningsbeslissingen over stedenbouwkundige aanvragen ingediend volgens de bijzondere procedure;
Overwegende dat de advisering van de stedenbouwkundige aanvragen binnen de reguliere procedure voor niet-ontvoogde gemeenten, de advisering van de gemeentelijke en provinciale plannen, de advisering van de gemeentelijke en provinciale planologische attesten en de advisering van de gemeentelijke en provinciale verordeningen valt binnen het werkdomein van de afdeling Adviseren en Participeren Lokaal, dat de advisering en conform-verklaring van registers behoort tot het werkdomein van de afdeling Onderzoek en Monitoring;
Overwegende dat met het oog op een efficiënte beleidsuitvoering het wenselijk is sommige departementale bevoegdheden inzake ruimtelijke ordening te delegeren aan personeelsleden tot op het meest functionele niveau,
Besluit :
Hoofdstuk I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de afdeling Adviseren en Participeren Lokaal en de afdeling Onderzoek en Monitoring.
Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° de Secretaris-generaal: de leidend ambtenaar van het departement;
2° afdelingshoofd: het afdelingshoofd van de afdeling Adviseren en Participeren Lokaal zoals opgericht in het besluit van de secretaris-generaal van 8 oktober 2012 houdende vaststelling van de organisatiestructuur;
3° het bevoegd personeelslid: het personeelslid van het departement RWO aan wie delegatie wordt verleend;
4° de bevoegdheden inzake plannen, verordeningen, planologische attesten en vergunnen: de adviesbevoegdheden die krachtens de bepalingen in artikel 2.2.13. § 1. vierde lid, artikel 2.3.2. § 1. en § 2, artikel 4.4.25. § 3 en artikel 4.7.16. § 2. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening toegewezen zijn aan het departement;
5° de registerbevoegdheden: de adviesbevoegdheden die krachtens de bepalingen artikel 7.5.4. eerste lid en artikel 7.6.1. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening toegewezen zijn aan het departement.
Art. 3. De bevoegdheden die krachtens dit besluit worden gedelegeerd, worden uitgeoefend binnen de perken en met inachtneming van de voorwaarden en maatregelen die zijn vastgelegd in de bepalingen van de relevante wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, instructies, richtlijnen en beslissingen.
Art. 4. § 1. Voor de gedelegeerde beslissingsbevoegdheden strekt de delegatie zich uit tot:
1° de voorbereidende handelingen, het nemen van de beslissing of advies en de uitvoering ervan;
2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken;
§ 2. De bevoegdheden worden uitgegeoefend op het hele grondgebied van het Vlaams gewest en kunnen niet verder gesubdelegeerd worden.
Hoofdstuk II. Vorm van de ondertekening
Art. 5. Het personeelslid plaatst boven de vermelding van zijn graad en handtekening de formule "voor het departement".
Hoofdstuk III: Gebruik van delegaties en verantwoording
Art. 6. § 1. De personeelsleden aan wie delegatie inzake de bevoegdheden wordt verleend, nemen de nodige zorgvuldigheid in acht bij het gebruik van de verleende delegaties.
§ 2. Het gebruik van de verleende delegaties kan door de secretaris-generaal of het afdelingshoofd voor de bevoegdheden inzake plannen, verordeningen, planologische attesten en vergunnen voor de personeelsleden van zijn afdeling, nader worden geregeld bij eenvoudige beslissing die wordt verspreid onder de vorm van een dienstorder of nota.
Art. 7. Over het gebruik van de verleende delegaties wordt maandelijks verantwoording afgelegd, afgestemd op de maandelijkse rapportering, dat door het personeelslid aan het afdelingshoofd voor de bevoegdheden inzake plannen, verordeningen, planologische attesten en vergunnen voor de personeelsleden van zijn afdeling, wordt voorgelegd.
Art. 8. De Secretaris-generaal of het afdelingshoofd voor de bevoegdheden inzake plannen, verordeningen, planologische attesten en vergunnen voor de personeelsleden van zijn afdeling, kan bij eenvoudige beslissing, instructies uitvaardigen die ertoe strekken:
1° bepaalde categorieën briefwisseling aan zijn voorafgaand visum of handtekening te onderwerpen;
2° briefwisseling over bepaalde dossiers aan zijn voorafgaand visum of handtekening te onderwerpen.
Art. 9. De Secretaris-generaal of het afdelingshoofd voor de bevoegdheden inzake plannen, verordeningen, planologische attesten en vergunnen voor de personeelsleden van zijn afdeling kan bij eenvoudige beslissing, de verleende delegaties, geheel of gedeeltelijk opheffen.
In voorkomend geval worden de beslissingen betreffende de aangelegenheden waarvoor de delegatie tijdelijk werd opgeheven, genomen door een ander bevoegd personeelslid.
Hoofdstuk IV : Aanduiding van de bevoegde ambtenaren
Art. 10. § 1. Voor de bevoegdheden inzake plannen, verordeningen, planologische attesten en vergunnen wordt delegatie verleend voor een termijn die eindigt op 30 januari 2016 aan de volgende personeelsleden:
- Mevrouw Danielle Bakkovens,
- De heer Francis Beosiere,
- Mevrouw Inge Coelmont,
- Mevrouw Kirsten De Reu,
- De heer Koen Grootaert,
- Mevrouw Veerle Lenoir,
- De heer Roland Nackaerts,
- Mevrouw Rosita Vanbergen,
- De heer Jan Vanderstraeten,
- Mevrouw Sabine Weynants.
§ 2. Voor de registerbevoegdheden wordt delegatie verleend aan het volgend personeelslid:
- De heer Ivo Palmers.
Hoofdstuk V : Slotbepalingen
Art. 11. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 30 september 2014. Het vervangt het besluit van 25 april 2014 van de Secretaris-generaal van het departement RWO houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake ruimtelijke ordening aan personeelsleden van het departement RWO, dat opgeheven wordt.
Brussel, 30 september 2014.
De Secretaris-generaal van het departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed,
Peter Cabus