Decreet houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015

Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1. Voor het begrotingsjaar 2015 worden de lopende ontvangsten van de Duitstalige Gemeenschap als volgt geraamd :

(in duizenden euro)
Algemene ontvangsten	262.155
Toegewezen ontvangsten	6.933
Totaal	269.088

<Tc>

De begroting van de ontvangsten is opgenomen in bijlage I.
Art. 2. Met toepassing van artikel 3, eerste lid, van het decreet van 21 december 1995 houdende oprichting van een afschrijvingsfonds in de Duitstalige Gemeenschap wordt 5.673.000,00 euro van de totale dotatie als toegewezen ontvangsten ter beschikking gesteld van dit Fonds.
Met toepassing van artikel 5, § 1, tweede lid, 9°, van het decreet van 21 januari 1991 houdende afschaffing en reorganisatie van begrotingsfondsen wordt 350.000,00 euro van de totale dotatie als toegewezen ontvangsten ter beschikking gesteld van het Fonds voor prestaties van de Duitstalige Gemeenschap.
Met toepassing van artikel 3 van het decreet van 14 december 1992 houdende oprichting van een Fonds voor afbetaling van schulden in de Duitstalige Gemeenschap wordt 20.000,00 euro van de totale dotatie als toegewezen ontvangsten ter beschikking gesteld van dit fonds.
In afwijking van de bepalingen van het decreet van 21 december 1995 houdende oprichting van een afschrijvingsfonds in de Duitstalige Gemeenschap wordt dit fonds via de globale dotatie alleen nog gespijsd met middelen voor de terugbetaling van leningen en alternatieve financieringen.
Art. 3. Met toepassing van artikel 58, § 1, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap kan de Regering voor de investeringsuitgaven tot maximaal 350 miljoen euro leningen aangaan en de uitgifte van thesauriebewijzen ondertekenen.
Voorts wordt de Regering ertoe gemachtigd alle reeds bestaande en zich in terugbetaling bevindende alternatieve financieringen, met inbegrip van alle eventuele kosten, te herfinancieren.
Art. 4. Voor de uitgaven met betrekking tot het begrotingsjaar 2015 worden kredieten geopend ten bedrage van :

(In duizenden euro)	Vastleggingskredieten	Ordonnanceringskredieten
Algemene uitgaven	464.027	298.247
Begrotingsfondsen	7.330	7.330
Totaal	471.357	305.577

De algemene uitgavenbegroting, per organisatieafdeling en per programma, is opgenomen in de bijlagen II.1 en II.2.
Art. 5. De Regering wordt ertoe gemachtigd het door de Duitstalige Gemeenschap aangekochte materieel te verhuren aan groeperingen, verenigingen en inrichtingen onder de door haar vastgestelde voorwaarden.
Art. 6. De betaling van de nog niet vereffende vastleggingen die in de loop van de vorige begrotingsjaren vastgesteld werden ten laste van vastleggingskredieten van de basisallocaties waarvan de nummering intussen is gewijzigd of die onder andere allocaties zijn opgenomen, kan geboekt worden ten laste van vereffeningskredieten van de overeenkomstige programmakredieten en basisallocaties van het lopende begrotingsjaar.
Art. 7. Met toepassing van artikel 57, § 2, tweede lid, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap kunnen subsidies toegekend worden ten laste van de basisallocaties die in bijlage 1 dienovereenkomstig aangewezen zijn.
Art. 8. In afwijking van artikel 68, tweede lid, van hetzelfde decreet van 25 mei 2009 kunnen de vastleggingskredieten vermeld in organisatieafdeling 70 herverdeeld worden over alle basisallocaties van die organisatieafdeling.
Art. 9. Met toepassing van artikel 75, derde lid, van hetzelfde decreet van 25 mei 2009 wordt het maximale bedrag van de vastleggingskredieten van de diensten met afzonderlijk beheer (DAB) als volgt goedgekeurd :

DAB Mediacentrum	344.000,00 EUR
DAB Gemeenschapscentra	5.247.000,00 EUR

Robert-Schuman-Instituut	364.000,00 EUR
Koninklijk Atheneum Eupen	224.000,00 EUR
César-Franck Atheneum	235.000,00 EUR
Koninklijk Atheneum Sankt Vith	260.000,00 EUR
Centrum voor bevorderingspedagogiek	504.000,00 EUR
DAB Service en Logistiek	360.000,00 EUR

Art. 10. Met toepassing van artikel 90, derde lid, van hetzelfde decreet van 25 mei 2009 wordt het maximale bedrag van de vastleggingskredieten van de instellingen van openbare nut als volgt goedgekeurd :

Autonome hogeschool	526.000,00 EUR
Belgisch Radio- en Televisiecentrum	6.689.000,00 EUR
Dienst voor de personen met een handicap	11.428.000,00 EUR
Dienst voor arbeidsbemiddeling	6.087.000,00 EUR
Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand	3.739.000,00 EUR
Sociaal-Economische Raad	287.000,00 EUR
Kaleido-DG	668.000,00 EUR

Art. 11. Indien de rekenplichtige van een dienst met afzonderlijk beheer resp. van een instelling van openbaar nut correcties in de boekhouding aanbrengt overeenkomstig artikel 83, tweede lid, resp. artikel 98, tweede lid, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap, zendt hij de gecorrigeerde jaarrekening zelf over aan het Rekenhof, in afwijking van artikel 84 resp. artikel 99 van hetzelfde decreet.
Tegelijk zendt hij de Regering ter informatie een kopie van de gecorrigeerde jaarrekening.
Art. 12. Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2015.
Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
Eupen, 11 december 2014.
O. PAASCH,
De Minister-President
Mevr. I. WEYKMANS,
De Viceminister-President, Minister van Cultuur, Werkgelegenheid en Toerisme
A. ANTONIADIS,
De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden
H. MOLLERS,
De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek
_______
Nota
Zitting 2014-2015.
Parlementaire stukken : 4-HH2015 (2014-2015), nr. 1. Ontwerpdecreet + Erratum.
4-HH2015 (2014-2015), nr. 2. Verslag van het Rekenhof.
4-HH2015 (2014-2015), nr. 3. Voorstellen tot wijziging.
4-HH2015 (2014-2015), nr. 4. Verslag.
4-HH2015 (2014-2015), nrs. 5 + 6. Voorstellen tot wijziging van de door de commissie aangenomen tekst.
Integraal verslag : 8, 9 en 11 december 2014. Bespreking en aanneming, nrn. 7-9.