Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende het tewerkstellen van risicogroepen (1)

Date :
03-12-2019
Language :
French Dutch
Size :
2 pages
Section :
Legislation
Source :
Numac 2019204622
Author :
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid En Sociaal Overleg

Original text :

Add the document to a folder () to start annotating it.

FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende het tewerkstellen van risicogroepen.
Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 december 2019.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
N. MUYLLE
_______
Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage
Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren
Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2019
Tewerkstellen van risicogroepen
(Overeenkomst geregistreerd op 28 juni 2019 onder het nummer 152417/CO/322)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in toepassing van titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 28 december 2006) en het koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 8 april 2013), gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 april 2014 (Belgisch Staatsblad van 6 mei 2014).
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op :
1° de uitzendbureaus, bedoeld bij artikel 7, 1° van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, met uitsluiting van de uitzendbureaus die erkend zijn om activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (P.C. 124);
2° de uitzendkrachten, bedoeld bij artikel 7, 3° van genoemde wet van 24 juli 1987, die door de uitzendbureaus worden tewerkgesteld, met uitsluiting van de uitzendkrachten die in dienst zijn van een uitzendbedrijf dat erkend is om activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (P.C. 124).
HOOFDSTUK II. - Bevorderen van initiatieven tot tewerkstelling van risicogroepen
Art. 2. De werkgever verbindt er zich toe initiatieven tot tewerkstelling van risicogroepen te bevorderen.
Het betreft hier volgende risicogroepen :
a. De langdurig werklozen
Werkzoekenden die, gedurende de 6 maanden die aan hun indienstneming voorafgaan, zonder onderbreking werkloosheids- of wachtuitkeringen hebben genoten voor alle dagen van de week;
b. De laaggeschoolde werklozen
Werklozen, ouder dan 18 jaar, die minstens 1 dag werkloos zijn en geen houder zijn van :
- hetzij een diploma van universitair onderwijs;
- hetzij een diploma of een getuigschrift van het hoger onderwijs van het lange of het korte type;
- hetzij een getuigschrift van het hoger algemeen of technisch secundair onderwijs;
c. De gehandicapten
Werkzoekende mindervaliden die, op het ogenblik van hun indienstneming, bij het Rijksfonds voor de Sociale Reclassering van de Mindervaliden (of bij één van zijn rechtsopvolgers) zijn ingeschreven;
d. De deeltijds leerplichtigen
Werkzoekenden van minder dan 18 jaar die onderworpen zijn aan de deeltijdse leerplicht en het secundair onderwijs met volledig leerplan niet meer volgen;
e. De herintreders
Werkzoekenden die tegelijk aan volgende voorwaarden voldoen :
1) minstens 24 jaar zijn;
2) geen werkloosheids- of loopbaanonderbrekingsuitkeringen genoten hebben gedurende de periode van 3 jaar die de indienstneming voorafgaat;
3) geen beroepsactiviteit verricht hebben gedurende de periode van 3 jaar die de indienstneming voorafgaat;
4) vóór de in 2) en 3) bedoelde periode van 3 jaar hun beroepsactiviteit onderbroken hebben ofwel nooit een dergelijke activiteit begonnen zijn;
f. De bestaansminimumtrekkers
Werkzoekenden die op het ogenblik van hun indienstneming sinds minstens 3 maanden zonder onderbreking het leefloon ontvangen;
g. Oudere werklozen
Werkzoekenden, ouder dan 44 jaar, die minstens 1 dag werkloos zijn en geen houder zijn van :
- hetzij een diploma van het universitair onderwijs;
- hetzij een diploma of een getuigschrift van het hoger niet-universitair onderwijs van het korte of het lange type;
h. Migranten
De raad van beheer van het sociaal fonds zal bepalen welke personen tot deze categorie van werknemers behoren;
i. De niet-werkende jongeren en de jongeren die sinds minder dan een jaar werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding en de jongeren met een verminderde arbeidsgeschiktheid. Met "jongeren" wordt bedoeld : degenen die nog geen 26 jaar oud zijn.
Art. 3. Ter ondersteuning van deze maatregel betaalt de werkgever aan het "Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten" de bijdrage van 0,10 pct. op het loon voorzien in artikel 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten, voor de verwezenlijking van artikel 3, 7° van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst. In correlatie hiermee staat een recht ten gunste van de werkgevers die aantonen inspanningen te hebben geleverd. De modaliteiten tot uitoefening van dit recht worden door het "Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten" vastgesteld.
De bijdrage zoals voorzien aan de alinea 1 wordt vastgelegd onder de opschortende voorwaarde van de publicatie van het koninklijk besluit dat deze bijdrage vastlegt voor het jaar 2019.
Art. 4. De bijdrage van 0,10 pct. zoals voorzien in artikel 3 wordt aangewend voor alle categorieën risicogroepen voorzien in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.
Van die bijdrage zal 0,05 pct. worden voorbehouden voor de jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn. Het betreft meer bepaald de niet-werkende jongeren en de jongeren die sinds minder dan een jaar werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding en de jongeren met een verminderde arbeidsgeschiktheid.
HOOFDSTUK III. - Duur
Art. 5. Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2019.
Zij wordt gesloten voor een bepaalde duur en verstrijkt op 31 december 2020.
Zij kan, mits een opzeggingstermijn van drie maanden wordt in acht genomen, door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd met een aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het paritair comité voor de uitzendarbeid.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 december 2019.
De Minister van Werk,
N. MUYLLE