Ministerieel besluit tot vaststelling van de istorische stadskern van Oud-Rekem in Lanaken als archeologische zone

Date :
08-03-2016
Language :
Dutch
Size :
2 pages
Section :
Legislation
Source :
Numac 2016035362
Author :
Vlaamse Overheid

Original text :

Add the document to a folder () to start annotating it.

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED
Gelet op het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 4.1.1, 2°, laatst gewijzigd bij het decreet van 4 april 2014;
Gelet op het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, artikel 4.1.6;
Gelet op het ministerieel besluit van 17 juli 2015 tot vaststelling van de inventarismethodologie voor de inventaris van archeologische zones;
Gelet op het openbaar onderzoek dat gehouden is van 17 augustus tot en met 15 oktober 2015 en waarbij voor de historische stadskern van Oud-Rekem in Lanaken geen bezwaren of opmerkingen zijn ingediend;
Gelet op het gunstig advies van de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed, gegeven op 12 november 2015, waarvan de behandeling als bijlage bij dit besluit is gevoegd;
Besluit :
Enig artikel. De `Historische stadskern van Oud-Rekem' in Lanaken, met de in dit artikel vermelde erfgoedkenmerken en afgebakend zoals op het plan in bijlage, wordt bij dit besluit vastgesteld als archeologische zone.
Deze archeologische zone wordt vastgesteld met:
1° de erfgoedkenmerken:
- Typologie: stadsomwallingen, steden
- Datering: middeleeuwen, nieuwe tijd
2° de beschrijving op basis van de erfgoedkenmerken:
De historische stadskern is een immense en complexe archeologische zone die het resultaat is van een eeuwenlange intense bewoning binnen de stedelijke grenzen, meestal een omwalling. De stadsplattegrond kent een cumulatief karakter en verschillende fasen, met een oude nederzettingskern die soms teruggaat op een vroeg- of pre-middeleeuwse aanwezigheid. Voor de afbakening is in eerste instantie gekeken naar het 19de-eeuwse gereduceerde kadaster omdat dit de eerste nauwkeurige kadasterkaart is die nog een tijdsbeeld geeft van voor de industrialisering.
Brussel, 8 maart 2016
De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,
Geert BOURGEOIS

Bijlage 1

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Bijlage 2. Behandeling van de bezwaren en adviezen
bij het ministerieel besluit tot vaststelling van de historische stadskern van Oud-Rekem in Lanaken als archeologische zone
Omschrijving:
Historische stadskern van Oud-Rekem in Lanaken
Mij bekend om gevoegd te worden bij het besluit van heden:
Brussel, 8 maart 2016
De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,
Geert BOURGEOIS

1.Bezwaren ingediend tijdens het openbaar onderzoek
Over de historische stadskern van Oud-Rekem in Lanaken werden geen bezwaren ingediend.
2.Advies uitgebracht door de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed (VCOE)
Het advies werd gevraagd op 23 oktober 2015
De VCOE formuleerde op 12 november 2015 een gunstig advies over de vaststelling van de inventaris van archeologische zones. In zijn advies formuleerde de VCOE een aantal opmerkingen. Het advies maakt integraal deel uit van het dossier. De opmerkingen worden hieronder behandeld:
De VCOE wijst op het beperkte aantal ingediende bezwaarschriften. Ze pleit voor meer toekomstig overleg met de betrokken steden en gemeenten en wijst op het belang van een volwaardige voorlichting van de burger. Ze vraagt ook om zo breed mogelijk te communiceren over de gevolgen van deze vaststelling.
Antwoord: De communicatie over de vaststelling gebeurde zoals voorzien in het Onroerenderfgoeddecreet en bestond uit 3 luiken: de opname van een advertentie in 3 dagbladen, de communicatie via de websites van het agentschap Onroerend Erfgoed en de betrokken gemeenten en via aanplakking in de betrokken gemeenten.
Aanvullend bezorgde het agentschap een folder en informatie aan de gemeentelijke communicatiediensten voor opname in de gemeentelijke communicatiekanalen en bood het agentschap aan een toelichting te geven als de gemeente daarom vroeg.
Wat de afbakening betreft is de VCOE van oordeel dat deze op voldoende wetenschappelijke wijze is onderbouwd. Verder onderstreept ze het belang van de kaart met gebieden waar geen archeologie te verwachten valt.
Antwoord: Aan deze kaart met gebieden waar geen archeologie te verwachten valt wordt met de meeste zorg gewerkt zodat deze ongeveer gelijktijdig met de inventaris van archeologische zones kan vastgesteld worden.
De bemerking dat de 58 betrokken steden op een andere manier zullen behandeld worden louter als gevolg van de verschillen in de kenmerken van de perceelstructuur is volgens de VCOE ongegrond.
Tot slot vraagt de commissie om de samenwerking tussen de administraties op verschillende niveaus te formaliseren.
Antwoord: De perceelstructuur heeft effect op de impact van deze vaststelling aangezien de rechtsgevolgen gekoppeld zijn aan de oppervlakte van een ingreep in relatie tot de oppervlakte van het perceel of de percelen waarop de ingreep gepland is. Deze oppervlaktes zijn decretaal verankerd.
Voor de afbakening van de archeologische zones raadpleegde het agentschap diverse bronnen. Ook gemeentelijke of intergemeentelijke archeologen werden omwille van de kennis van de gebieden betrokken. Voorafgaand aan het openbaar onderzoek een advies vragen aan de gemeente over de afbakening is niet voorzien in de regelgeving.
Er is een formele samenwerking met de betrokken stedelijke en gemeentelijke administraties in het Onroerenderfgoeddecreet ingeschreven. De gemeenten staan mee in voor de communicatie over de vaststelling.
Conclusie
Het advies van de VCOE is gunstig en heeft geen impact op de vaststelling.
3.Conclusie
De bezwaren noch het uitgebrachte advies van de VCOE hebben invloed op de vaststelling.