-
Raad van State: Arrest van 11 Juni 1970 (België). RG 2130 Case law NL 11/06/1970 - 1 page
De werknemer die van een uitzonderlijke reden van inactiviteit laat blijken mag slechts toegelaten worden zijn toestand door het storten van bijdragen te regulariseren indien deze periode van inactiviteit na 31 december 1954 valt (KB 21 december 1961, art. 6. alinéa 3).…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 5 April 2011 (België). RG P.11.0085.N Case law NL 05/04/2011 - 4 pages
De regelmatigheid van een huiszoeking is niet onderworpen aan de voorwaarde dat er aanwijzingen van schuld bestaan in hoofde van de personen in wiens woning of burelen de huiszoeking wordt uitgevoerd; het volstaat maar is vereist dat de onderzoeksrechter over gegevens beschikt waaruit kan blijken dat er zich in die plaatsen stukken of voorwerpen bevinden die kunnen bijdragen tot de ontdekking van de waarheid met betrekking tot de in het huiszoekingsbevel bedoelde misdrijven (1). (1) Cass., 1 dec. 2004, AR P.04.1305.F, A.C., 2004, nr.…
-
Grondwettelijk Hof (Arbitragehof): Arrest van 28 Juni 1990 (België). RG 146;147;148;149 Case law NL 28/06/1990 - 1 page
(Naar luid van artikel 2, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 kunnen de beroepen tot vernietiging worden ingesteld " door iedere natuurlijke of rechtspersoon die doet blijken van een belang... ". Van het vereiste belang doet blijken iedere persoon wiens rechtssituatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt.…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 12 November 1986 (België). RG 3696 Case law NL 12/11/1986 - 1 page
Wanneer het bewijs van de onschuld van een veroordeelde eventueel uit nieuwe feiten kan blijken, wordt de aanvraag tot herziening door het Hof ontvankelijk verklaard en wordt de zaak voor onderzoek naar een hof van beroep verwezen ( Artt. 443, 3°, en 445, derde lid Wetboek van Strafvordering ).…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 22 April 1985 (België). RG 3696 Case law NL 22/04/1985 - 1 page
Een geschil van burgerlijke aard dat het gevolg is van een overtreding in de zin van art. 578, 7°, Ger.W. is elke vordering die laat blijken van een overtreding van de wetten en besluiten betreffende de arbeidsreglementering en de aangelegenheden onder de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, zelfs al steunt de vordering niet uitdrukkelijk op die overtreding.…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 26 Januari 1989 (België). RG F899F Case law NL 26/01/1989 - 1 page
Niet ontvankelijk is de voorziening inzake inkomstenbelastingen, wanneer het door de eiser of zijn advocaat ondertekende verzoekschrift in cassatie ter griffie van het hof van beroep is neergelegd door iemand anders, die geen advocaat is en van geen volmacht doet blijken. ( Art. 289 Wetboek van de Inkomstenbelastingen. )…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 17 December 1984 (België). RG 4443 Case law NL 17/12/1984 - 1 page
Een geschil van burgerlijke aard dat het gevolg is van een overtreding in de zin van art. 578, 7°, Ger.W. is elke vordering die laat blijken van een overtreding van de wetten en besluiten betreffende de arbeidsreglementering en de aangelegenheden onder de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, zelfs al steunt de vordering niet uitdrukkelijk op die overtreding.…
-
Arbeidsrechtbank: Vonnis van 16 Februari 2001 (Tongeren). RG 2000/1763 Case law NL 16/02/2001 - 1 page
Betrokkene dient blijk te geven van zijn bereidheid tot tewerkstelling en kan het feit dat hij -studeert- niet inroepen als een dwingende sociale reden of als billijkheidsreden gezien hij niet bewijst dat hij alles in het werk gesteld heeft om te slagen.…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 22 September 1975 (België) Case law NL 22/09/1975 - 1 page
Het bewijs dat de griffier die het proces-verbaal van een terechtzitting heeft ondertekend wel diegene is die op de zitting was, kan blijken hieruit dat hij de op deze zitting neergelegde conclusie met de voorzitter mede heeft ondertekend en uit de vermeldingen van de processen-verbaal van de andere zittingen over de zaak (1).…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 9 Oktober 1985 (België). RG 4277 Case law NL 09/10/1985 - 1 page
Bijaldien het proces-verbaal van de terechtzitting tijdens welke de zaak is behandeld, ook niet is voorzien van de handtekening van de voorzitter of van de griffier, toch is het vonnis van de correctionele rechtbank niet nietig wanneer het alle vereiste vaststellingen bevat ten blijke van de regelmatigheid van de procedure.…