-
Hof van Cassatie: Arrest van 18 December 1980 (België). RG 6231 Case law NL 18/12/1980 - 1 page
., luidens welke elke erkenning door de vader of door de moeder kan worden betwist door ieder die daarbij belang heeft, is van algemene aard en is o.a. van toepassing op ieder die kan doen blijken van een moreel belang, b.v. het belang dat uitgaat van hun genegenheid en toewijding wegens hun bloedverwantschap .…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 24 Februari 1988 (België). RG 5599BIS Case law NL 24/02/1988 - 1 page
Nietig is de beslissing, door de appelrechter in strafzaken gewezen zonder dat ter zitting verslag is uitgebracht door een van de rechters, ook al is er reeds verslag uitgebracht in raadkamer in de zaak van een medebeklaagde minderjarige; de inachtneming van die substantiële rechtsvorm moet ondubbelzinnig blijken uit de gedingstukken. ( Art. 209 Wetboek van Strafvordering. )…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 20 Maart 1991 (België). RG 8698 Case law NL 20/03/1991 - 1 page
op grond waarvan zij is veroordeeld, niet bestaat of niet regelmatig zou zijn bekendgemaakt; dat zij enkel aanvoert dat het bewijs van het bestaan en van de bekendmaking van dat reglement niet is geleverd overeenkomstig de wet; Overwegende dat naar luid zowel van artikel 102 van de Gemeentewet van 30 maart 1836 als van artikel 114, tweede lid, van de nieuwe Gemeentewet, van de bekendmaking en van de datum der bekendmaking van de reglementen en verordeningen van de gemeenteraad of van het college van burgemeester en schepenen moet blijken…
-
Arbeidshof: Arrest van 13 Juni 1980 (Brussel). RG 2644 Case law NL 13/06/1980 - 1 page
Een arbeidsovereenkomst wordt, wanneer de werkgever verbreking aanvoert, met terugwerkende kracht beëindigd op de dag waarop de werknemer impliciet maar zeker is beginnen laten blijken dat hij de arbeidsbetrekkingen niet meer wilde voortzetten, terwijl, in geval van verbreking door de werkgever, de overeenkomst wordt beëindigd op de dag van kennisgeving aan de werknemer van de stopzetting der contractuele betrekkingen.…
-
Arbeidsrechtbank: Vonnis van 31 December 2002 (Brussel). RG 02/135 Case law NL 31/12/2002 - 1 page
xxxWanneer de klachten van de ouders i.v.m. ongewenste aanrakingen en seksuele intimiteiten van een leerkracht ten aanzien van kinderen ernstig blijken is de preventieve schorsing geen kennelijk onredelijke maatregel. Zo daar- door al een moreel nadeel berokkend wordt kan die steeds hersteld worden door een beslissing ten gronde die de be- schuldigingen afwijst.…
-
Arbeidshof: Arrest van 6 Februari 1996 (Antwerpen (Hasselt)). RG 94598 Case law NL 06/02/1996 - 1 page
Wanneer iemand een vordering instelt, bewerende dat hij werknemer is, is de arbeidsrechtbank bevoegd, ook al zou nadien blijken dat hij niet in ondergeschikt verband zou gewerkt hebben. Iemand die op zeker ogenblik van ondergeschikte werknemer overstapt naar het statuut van zelfstandige, moet het formele bewijs leveren dat hij werknemer is gebleven.…
-
Arbeidshof: Arrest van 9 Mei 1985 (Brussel). RG 85/482 Case law NL 09/05/1985 - 1 page
De beperking van de subrogatoire vordering welke de verzekeringsinstelling ontleent aan artikel 70,alinéa 2 van de wet van 9 augustus 1963, kan blijken uit een desbetreffend akkoord met de verzekeraar van de aansprakelijke derde, nu de verzekeringsinstelling, wettelijk belast met de terugvordering van uitgekeerde verstrekkingen, niet verplicht is daartoe tot een procedure in rechte over te gaan.…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 13 Maart 1990 (België). RG 3319 Case law NL 13/03/1990 - 2 pages
Uit het feit dat de rechter zijn beslissing grondt op feitelijke gegevens waarvan geen melding wordt gemaakt in de materiële vaststellingen van de processen-verbaal, volgt niet noodzakelijk dat hij zich heeft gebaseerd op feiten die hem persoonlijk bekend zijn; die gegevens kunnen ook blijken uit andere bestanddelen van het dossier of uit het onderzoek ter zitting.…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 13 Januari 2015 (België). RG P.15.0025.N Case law NL 13/01/2015 - 1 page
hechtenis van de verdachte werd gehandhaafd, levert geen miskenning op van de noodzakelijke individualisering en het uitzonderlijke karakter van de voorlopige hechtenis, zodat wanneer de feitelijke omstandigheden eigen aan de zaak en aan de persoonlijkheid van de verdachte die in aanmerking werden genomen bij eerdere beslissingen, op het ogenblik dat de rechter over de handhaving van de voorlopige hechtenis oordeelt, nog steeds bestaan en de rechter dit vaststelt, hij geenszins deze vereisten miskent; op grond van die redenen die geen blijk…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 14 Juni 2017 (België). RG P.17.0361.F Case law NL 14/06/2017 - 3 pages
In correctionele en politiezaken maakt de beschikking tot verwijzing of de dagvaarding om te verschijnen niet de daarin vervatte omschrijving van de feiten aanhangig bij het vonnisgerecht, maar de feiten zoals ze blijken uit de stukken van het onderzoek en die aan de beschikking tot verwijzing of de dagvaarding ten grondslag liggen; de feitenrechter is niet gebonden door de omschrijving die de voormelde akten aan de feiten hebben gegeven; die eerste omschrijving is voorlopig en het vonnisgerecht heeft, ook in hoger beroep, het recht en…