Nummer S 131/01-17

Date :
14-02-2002
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
2 pages
Section :
Régulation
Type :
Comments
Sous-domaine :
Fiscal Discipline

Résumé :

Afwezigheid van fout.

Texte original :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.

Contact | Disclaimer | FAQ
   
Quick search :
Fisconet plus Version 5.9.23
Service Public Federal
Finances
Home > Advanced search > Search results > Nummer S 131/01-17
Nummer S 131/01-17
Document
Content exists in : nl fr

Search in text:
Print    E-mail    Show properties

Properties

Document type : Comments
Title : Nummer S 131/01-17
Document date : 14/02/2002
Document language : NL
Name : S 131/01-17
Version : 1
Previous document   Next document   Show list of documents

Nummer S 131/01-17

01. - Afwezigheid van fout.

17. - Notariële akte tot verhoging van het maatschappelijk kapitaal van een vennootschap door uitgifte van nieuwe aandelen onderschreven door de overledene en zijn erfgenamen.

Deze aandelen voor dewelke het stelsel van fiscale vrijstelling (AFV) gevraagd is - stelsel dat niet betwist wordt door de Administratie - zijn onmiddellijk volgestort door een storting in speciën op een rekening geopend op naam van de vennootschap door middel van fondsen toebehorend aan de overledene.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de notariële oprichtingsakte volkomen eenduidig is in de aanstelling van de oprichters en inschrijvers en dat de overledene aan zijn kinderen de fondsen heeft gegeven die hen toelieten om zelf op de aandelen in te schrijven.

De vrijgevigheden betreffen dus de fondsen zelf en zijn belastbaar in toepassing van artikel 108 W. Succ. of 7 W. Succ. als de schenking vaststaat.

Het Hof van beroep te Brussel bevestigt dat de fondsen geschonken door de overledene aan zijn kinderen binnen de 3 jaar vóór zijn overlijden, in het erfelijk actief vallen krachtens artikel 7 W. Succ.

Volgens het Hof lijdt het geen twijfel dat het de kinderen van de overledene zijn en niet de overledene die - dankzij deze fondsen - hebben ingeschreven op de betrokken aandelen, met uitzondering van de aandelen waarop de overledene zelf heeft ingeschreven, zodat een vrijstelling van successierechten op basis van artikel 3, § 2, van het KB nr. 15 geenszins gegrond is.

Appellanten beroepen zich op "de intentie van de partijen" die zou zijn geweest "om de ganse handeling te plaatsen onder het statuut van het koninklijk besluit nr. 15" of beroepen zich nog op "de echtheid van de handeling" wat zou betekenen dat "de werkelijke en economische inbrenger" de overledene zou zijn geweest.

Dit is niet van aard om de juridische aard van de handelingen te wijzigen noch om het toepassingsveld uit te breiden van de vrijstellingen voorzien in de fiscale wet die restrictief moet worden toegepast.

Het is van weinig belang of het geheel of een deel van de geleende fondsen onmiddellijk zouden zijn gecrediteerd op een rekening geopend op naam van de vennootschap, met als gevolg de volstorting van de nieuw uitgegeven aandelen.

Deze omstandigheid zou hoogstens het bestaan kunnen onthullen van een onrechtstreekse schenking van fondsen via de betaling van andermans schuld, wat de toepassing van artikel 7 van het wetboek der successierechten niet uitsluit.

Appellanten verzoeken om kwijtschelding van de boete verzuim omdat zij "verrast" zijn geweest successierechten te moeten betalen.

Het effect van verrassing strookt niet met de verleden akten die geen twijfel lieten bestaan over de identiteit van de inschrijvers, noch over de conclusies die er moeten worden uit getrokken, temeer daar de inschrijvers wegens hun betrokkenheid in verschillende vennootschappen moesten op de hoogte zijn van de zaken en ze bovendien omringd waren door professionelen om de geplande handelingen tot een goed einde te brengen.

(Vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel dd. 14 februari 2002, bevestigd door het arrest van het Hof van beroep te Brussel dd. 29 juni 2007 - bl. nr. E.E./95.406)

----------
JANUARI 2008 - 456/17

JANUARI 2008 - 456/17-2