Vraag nr. 40 van de heer Devlies dd. 11.01.2008

Date :
11-01-2008
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
3 pages
Section :
Régulation
Type :
Parliamentary questions
Sous-domaine :
Fiscal Discipline

Résumé :

Belastingtegoeden ten onrechte overgeschreven op het rekeningnummer van een derde,Terugvordering

Texte original :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.

Contact | Disclaimer | FAQ
   
Quick search :
Fisconet plus Version 5.9.23
Service Public Federal
Finances
Home > Advanced search > Search results > Vraag nr. 40 van de heer Devlies dd. 11.01.2008
Vraag nr. 40 van de heer Devlies dd. 11.01.2008
Document
Content exists in : nl fr

Search in text:
Print    E-mail    Show properties

Properties

Document type : Parliamentary questions
Title : Vraag nr. 40 van de heer Devlies dd. 11.01.2008
Tax year : 0
Document date : 11/01/2008
Document language : NL
Modification date : 25/02/2008 10:37:53
Name : 08/040
Version : 1
Question asked by : Devlies

VRAAG 08/040

Vraag nr. 40 van de heer Devlies dd. 11.01.2008


Vr. en Antw., Kamer, 2007-2008, nr. 008, blz. 506-510

Belastingtegoeden ten onrechte overgeschreven op het rekeningnummer van een derde - Terugvordering

VRAAG

    De vereffening van belastingtegoeden zowel met betrekking tot eerstegraadsaanslagen als tot supplementair ingekohierde teruggaven van particulieren gebeurt nagenoeg steeds door middel van overschrijving op een financiële (gezins)rekening.

    In de praktijk kan het voorvallen dat niet alleen de belastingplichtige, zijn partner en kinderen, zijn fiscale raadgever of zijn accountantskantoor, maar ook de taxatie- en/of invorderingsambtenaren zich te goeder trouw vergissen bij het invullen van het vak I van het aangifteformulier nr. 276.1 (deel 1) of bij het overbrengen van het rekeningnummer naar een gegevensborderel of een scanformulier. Door loutere onoplettendheid wordt daarbij soms een ander bestaand Belgisch bankrekeningnummer van een derde doorgegeven.

    Als de alfanumerieke structuur van een IBAN of de twaalfdelige structuur van een bankrekening immers correct is dan wordt de terugbetaling tijdig uitgevoerd, maar geniet er wel een andere rekeninghouder ten onrechte de teruggave.

    Ter zake rijzen in de praktijk de volgende algemene vragen.

    1. Aan welke invorderings-, taxatie- of regionale directiediensten en ombudsdiensten en binnen welke verjaringstermijnen kunnen de financieel benadeelde belastingplichtigen een verzoekschrift richten om hun belastingtegoeden toch nog integraal te kunnen bekomen?

    2. a) Kunnen er, al dan niet mits aanvraag, in alle gevallen van laattijdige terugbetaling van belastingtegoeden aan de rechthebbenden naderhand (spontaan) moratoriuminteresten worden toegestaan?

    b) Zo neen, waarom telkens niet?

    3. Mag door de fiscus en/of door de bankinstelling aan de rechthebbende belastingplichtigen de volledige identiteit en het effectief aangewende rekeningnummer worden meegedeeld van de persoon die ten onrechte van de terugbetalingen heeft genoten ?

    4. Aan wie behoort, voor zover hier van belang, eventueel het drievoudige bewijs van de fout, de schade en het oorzakelijk verband ?

    5. Op welke rechtmatige wijzen en binnen welke wettelijke termijnen moeten of kunnen de administratie van Thesaurie, de rekenplichtige ontvanger of andere fiscale diensten samen of afzonderlijk alles in het werk stellen om bij die derden de spoedige terugbetaling van de verkeerdelijk overgeschreven belastingtegoeden met alle wettige middelen terug te eisen ?

    6. Kunt u uw performante en klantvriendelijke ziens- en handelwijze meedelen onder meer in het licht van de bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, het Burgerlijk Wetboek, de wetten op de Rijkscomptabiliteit en alle toepasselijke regels met betrekking tot het bank- en het fiscaal geheim ?

ANTWOORD (vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen, 15.01.2008)

    1. Indien een terugbetaling van belastingen in één van de door het geachte lid beschreven omstandigheden verkeerdelijk of ten onrechte aan een ander nietgerechtigde persoon werd vereffend, kan de werkelijke rechthebbende steeds om een correcte uitvoering verzoeken van de beoogde teruggave.

    Dit verzoek dient binnen een termijn van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van de uitgifte van het uitgavestuk, gericht te worden aan het ter zake bevoegde ontvangkantoor of aan diens hie¨rarchische overheid.

    2. Er kunnen slechts moratoriuminteresten worden toegekend indien de bepalingen van de artikelen 418 en 419 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 dit daadwerkelijk toelaten. Het spreekt voor zich dat er in hoofde van de burger (of zijn mandataris) een belangrijke rol van zorgvuldigheid rust bij het spontaan opgeven, in iedere fase van de vestiging van de aanslag als van de vereffening van de teruggave, van zijn exact rekeningnummer waarop hij de terugbetaling wenst. Bovendien wordt hij er bij de toezending van het aanslagbiljet wel degelijk op gewezen dat «behoudens zijn reactie binnen de acht dagen de terugbetaling op de (door de administratie gekende en) daarbij duidelijk vermelde financiële rekening wordt uitbetaald ».

    Loopt er binnen de administratie toch iets fout in de verwerking van het opgegeven financie¨le rekening nummer of van de hiervoor beoogde reactie van de belastingplichtige, dan doet hij er bij het signaleren van het ten onrechte niet ontvangen van de verwachte terugbetaling goed aan om de toekenning van de interesten te verzoeken.

    De bevoegde ambtenaren zullen alsdan zijn verzoek, geval per geval, aan de vigerende wettelijke bepalingen aftoetsen en, indien wettelijk mogelijk, hem de interesten, waarop hij zou recht hebben, toekennen.

    3. In de door het geachte lid beoogde gevallen, die zich in de praktijk eerder zelden voordoen, zal de administratie steeds de teruggave eisen van de persoon die de teruggave ten onrechte heeft ontvangen. Dit gebeurt via een formele ingebrekestelling, op grond van het bepaalde in de artikelen 1235, 1376 en 1377 van het burgerlijk wetboek met betrekking tot de onverschuldigde betaling.

    Indien de betrokkene het bedrag in kwestie niet vrijwillig of spontaan terugbetaalt zal de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, het bedrag via gerechtelijke weg proberen terug te vorderen.

    De identiteit van de persoon die ten onrechte de terugbetaling heeft genoten wordt in het gegeven geval niet aan de rechthebbende belastingplichtige medegedeeld.

    4. Bij ontvangst van het verzoek zal de administratie steeds overgaan tot een grondig en objectief onderzoek en proberen te achterhalen of de terugbetaling al dan niet is uitgevoerd in overeenstemming met de gegevens welke door de rechthebbende zijn medegedeeld. Indien de administratie, om welke reden dan ook, zelf aan de basis ligt van de verkeerde ordonnancering of terugbetaling neemt zij hiervoor de verantwoordelijkheid en doet al het nodige om de rechthebbende binnen een redelijke termijn schadeloos te stellen op basis van het rechtsbeginsel dat diegene die verkeerd uitbetaalt gehouden is een tweede keer te betalen.

    5. De terugvordering gebeurt overeenkomstig de gemeenrechtelijke regels inzake de onverschuldigde betaling, zoals aangestipt in punt 3 hiervoor. De rechtsvordering verjaart na 10 jaar.

    6. Ik wens er het geachte lid op te wijzen dat de terugbetalingen van belastingen in principe steeds worden uitbetaald op het rekeningnummer dat door de belastingplichtige zelf aan de administratie wordt medegedeeld, hetzij bij het invullen van zijn aangifte, hetzij via Tax-on-web of nog na schriftelijke mededeling aan het bevoegde taxatie- of ontvangkantoor.

    Dit rekeningnummer wordt opgeslagen in het bestand van de rekeningnummers en wordt, tot herroeping door de belastingplichtige zelf, gebruikt bij de vereffening van elke som die aan betrokkene dient terugbetaald te worden.

    Bij de ontvangst van zijn aanslagbiljet beschikt de rechthebbende nog over een termijn van acht dagen om een ander rekeningnummer aan het bevoegde ontvangkantoor mede te delen.

    De administratie gaat er van uit dat elke terugbetaling aan de rechthebbende, tot tegenbericht, geldig op dit rekeningnummer kan gebeuren. Indien betrokkene evenwel nalaat tijdig een nieuw rekeningnummer mede te delen kan de administratie achteraf bezwaarlijk verantwoordelijk worden gesteld voor de slechte of niet-correcte uitvoering van de betaling.

    Zoals hiervoor reeds werd aangestipt zal de administratie ingeval van een onverschuldigde terugbetaling aan een derde, steeds het nodige doen om de betaling terug te vorderen van de persoon die de teruggave ten onrechte heeft genoten, desnoods via een gerechtelijke procedure.