Vraag nr. 625 van de heer Charlier dd. 15.10.1990

Date :
15-10-1990
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
1 page
Section :
Régulation
Type :
Parliamentary questions
Sous-domaine :
Fiscal Discipline

Résumé :

Levensverzekering,Vrijstelling van de premies

Texte original :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.

Contact | Disclaimer | FAQ
   
Quick search :
Fisconet plus Version 5.9.23
Service Public Federal
Finances
Home > Advanced search > Search results > Vraag nr. 625 van de heer Charlier dd. 15.10.1990
Vraag nr. 625 van de heer Charlier dd. 15.10.1990
Document
Content exists in : nl fr

Search in text:
Print    E-mail    Show properties

Properties

Document type : Parliamentary questions
Title : Vraag nr. 625 van de heer Charlier dd. 15.10.1990
Tax year : 2005
Document date : 15/10/1990
Document language : NL
Name : 90/625
Version : 1
Question asked by : Charlier

VRAAG 90/625

Vraag nr. 625 van de heer Charlier dd. 15.10.1990


Bull. nr. 703, pag. 672

Levensverzekering - Vrijstelling van de premies

    1. Wat is, rekening houdend met de huidige belastingwetgeving op het stuk van de individuele levensverzekering, uw houding ten aanzien van het probleem van het wettelijk pensioen van de rijkswachters voor wie de pensioengerechtigde leeftijd wettelijk op 56 jaar is gesteld ?

    2. Kan een individueel levensverzekeringscontract worden opgesteld dat op 56 jaar in plaats van op 65 jaar verstrijkt ?

    3. Zouden de premies verbonden aan een dergelijk contract fiscaal aftrekbaar zijn ?

ANTWOORD

    Artikel 55 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, dat de voorwaarden vastlegt voor de aftrek van individuele levensverzekeringspremies, bepaalt uitdrukkelijk sub 2°, a), dat de voordelen van het contract in geval van leven moeten bedongen zijn ten bate van de belastingplichtige vanaf een leeftijd die niet beneden 65 jaar of 60 jaar mag zijn, naargelang het een man of een vrouw betreft.

    De voornoemde wetsbepaling vermeldt dus geen pensioenleeftijd, maar stelt slechts een algemene grensleeftijd beneden welke het voordeel van het contract niet mag worden toegekend.

    Het antwoord op de vragen 2 en 3 luidt derhalve ontkennend.