Arbeidshof: Arrest van 16 December 1996 (Antwerpen (Hasselt)). RG 94397

Date :
16-12-1996
Langue :
Néerlandais
Taille :
1 page
Section :
Jurisprudence
Source :
Justel N-19961216-1
Numéro de rôle :
94397

Résumé :

Het subrogatierecht van de ziekteverzekeraar opzichtens de wetsverzekeraar kan als volgt omschreven worden : Indien de wetsverzekeraar aan zijn verplichtingen zoals bepaald bij artikel 136, alinéa 2, 6 en 7 lid heeft voldaan en tot uitkering van de voorschotten aan de rechtbank is overgegaan met inhouding van de bedrijfsvoorheffing welke zij heeft doorgestort aan de fiscus, heeft de ziekteverzekeraar geen recht op afdracht van de bedrijfsvoorheffing door de wetsverzekeraar. De wetsverzekeraar heeft zijn wettelijke verplichtingen, opgelegd door het art 180, 1 Wetboek Inkomstenbelastingen, alsdan nagekomen en de ziekteverzekeraar kan slechts in de rechten treden van de rechthebbende zoals deze er op dat ogenblik nog bestonden. De wetsverzekeraar is immers niet gebonden om aan de ziekteverzekeraar meer te betalen dan de eigen wettelijke verplichtingen welke de arbeidsongevallenverzekeraar moet opnemen. Indien er nog niet is uitbetaald door de wetsverzekeraar en de ziekteverzekeraar reeds heeft uitgekeerd, mag de arbeidsongevallenverzekeraar niet de bedrijfsvoorheffing inhouden. Hij betaalt immers alsdan geen schuld welke gestoeld is op de rechtsverhouding met de verzekerde en nog minder betaalt bij een inkomensvervangende vergoeding, waarop het fiscale recht van toepassing is doch hij betaalt ingevolge het subrogatierecht, hetwelk inhoudt het bruto bedrag, onder aftrek van de sociale zekerheidsbijdrage, doch met inbegrip van de bedrijfsvoorheffing, vermits de verzekerde aan de mandataris opdracht geeft om deze voor zijn rekening te vereffenen. Zulks zal dan meestal het geval zijn bij afrekening der vergoedingen voor de blijvende arbeidsongeschiktheid.

Arrêt :

La version intégrale et consolidée de ce texte n'est pas disponible.