Er dient een essentieel onderscheid in acht genomen tussen enerzijds de door artikel 29 vastgestelde toekenningsvoorwaarden voor de aanspraak op het gewaarborgd weekloon (arbeidsongeschiktheid en anciënniteit van een maand) en anderzijds de modaliteiten van verwittiging, bewijs en tegenbewijs betreffende de arbeidsongeschiktheid vastgesteld in artikel 29 bis. Het door de werkman afgeleverd attest dient, bij ontstentenis van een medisch verantwoord tegenbewijs, als bewijskrachtig beschouwd. Het arbeidsreglement kan wel modaliteiten vaststellen betreffende de verwittiging, het voorbrengen van een medisch attest en het controlerecht van de werkgever, doch kan er geen rechtsgevolgen aan koppelen waardoor de aanspraak op een door de wetgever gewaarborgd recht afhankelijk wordt gesteld van voorwaarden welke door de wet niet zijn opgelegd. Indien de werkgever nalaat aan de door hen gemachtigde geneesheer nauwkeurige aanduidingen betreffende het adres van de werknemer te bezorgen, kan zulks in geen geval aan de verantwoordelijkheid van deze laatste toegeschreven te worden. De werkgever kan zich evenmin beroepen op de foutieve vermelding van het adres van de werkman op het attest van de behandelende geneesheer, vermits dit document niet tot doel heeft te bevestigen dat de patient op een bepaald adres woonachtig is, doch enkel een oordeel uit te spreken over de arbeidsgeschiktheid van de onderzochte persoon.
La version intégrale et consolidée de ce texte n'est pas disponible.
Déjà enregistré ? Connectez-vous maintenant