Het volstaat niet dat het nageleefde betalingstijdstip beantwoordt aan artikel 12 van de wet van 30 juli 1963 om automatisch tot de algehele wettelijkheid van het bezoldigingsstelsel te besluiten. Onder de loutere verwijzing naar een _ overigens wettige _ contractuele vaststelling van het ultieme betalingstijdstip van het commissieloon (artikel 12), kunnen aan de handelsvertegenwoordiger geen rechten ontzegd worden, die hem bij artikel 4 gewaarborgd zijn. Het bezoldigingsstelsel waarbij het commissieloon eerst op het ogenblik van de facturatie der goederen verworven wordt, houdt een omzeiling in van de tekst en de geest van artikel 4 van de wet van 30 juli 1963 en is ingevolge artikel 23 van diezelfde wet nietig.
La version intégrale et consolidée de ce texte n'est pas disponible.
Déjà enregistré ? Connectez-vous maintenant