Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 20 November 1997 (België). RG 952412

Date :
20-11-1997
Langue :
Néerlandais
Taille :
1 page
Section :
Jurisprudence
Source :
Justel N-19971120-2
Numéro de rôle :
952412

Résumé :

(Uit de stukken blijkt dat de genaamde U. bij vonnis van de correctionele rechtbank te Gent van ... 1995 strafrechtelijk veroordeeld werd om aan de verzoeker te Oostakker op 3 februari 1994 opzettelijk slagen te hebben toegebracht die bij het slachtoffer een werkongeschiktheid voor gevolg hebben gehad. Aan de verzoeker, die zich burgerlijke partij had gesteld, werd een schadevergoeding van 50.000 frank ten provisionele titel toegekend. Er werd eveneens een medisch deskundigenonderzoek van het slachtoffer bevolen. Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd. Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden werd voldaan. Uit de ingewonnen inlichtingen kan worden afgeleid dat de kansen van verhaal op de dader minstens hic et nunc onbestaande zijn. De verzoeker is leraar in het G. I. te Oostakker alwaar hij door een van zijn leerlingen werd aangevallen. Het strafdossier ligt voor. De door de strafrechter aangestelde deskundige heeft inmiddels zijn verslag neergelegd en diezelfde rechter heeft bij een op tegenspraak gewezen vonnis van 19 september 1997 uitspraak gedaan over de burgerlijke belangen. De door de verzoeker geleden schade werd begroot op 2.500 frank verplaatsingskosten, 139.000 frank voor tijdelijke- en 750.000 frank blijvende werkongeschiktheid. Rekening houdend met de algemene principes van de wet van 1 augustus 1985 en in acht genomen alle feitelijke omstandigheden, onder meer: - de aard van de opgelopen letsels, zoals beschreven in het deskundigenverslag, - de duur van de tijdelijke werkongeschiktheid en de graad van blijvende invaliditeit (15 %), - het behoud van de volledige wedde en de eigen financiële situatie van de verzoeker (art. 33 van de wet), - de terugbetaling van de medische kosten door de verzekeraar-wet en de aanspraken die hij desgevallend nog zou kunnen laten gelden oordeelt de Commissie dat aan de verzoeker een hulp kan worden toegekend, ex aequo et bono bepaald op 400.000 frank. OP DIE GRONDEN, De Commissie, Gelet op de artikelen 17 alinéa 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 37 van de wet van 1 augustus 1985, gewijzigd bij de wetten van 17 en 18 februari 1997 en de artikelen 28 tot 34 van het K.B. van 18 december 1986, Verklaart het verzoek ontvankelijk, Kent de verzoeker een hulp toe van 400.000 frank.)

Decision :

La version intégrale et consolidée de ce texte n'est pas disponible.