Grondwettelijk Hof (Arbitragehof): Arrest van 2 Februari 1995 (België). RG 632
- Section :
- Jurisprudence
- Source :
- Justel N-19950202-8
- Numéro de rôle :
- 632
Résumé :
het Hof verwerpt het beroep. (B.1. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. B.2. De wet omschrijft de milieutaks als een "taks die gelijkgesteld is met accijnzen welke wordt geheven op een in het verbruik gebracht produkt, wegens de schade die het aan het milieu geacht wordt te berokkenen" (artikel 369, 1°, van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur). Door de gelijkstelling met accijnzen beoogde de wetgever zowel de in het land geproduceerde goederen als de ingevoerde goederen aan de milieutaksen te onderwerpen, maar niet de voor de export bestemde produktie. B.3. Luidens de parlementaire voorbereiding van de bijzondere wet en van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur is de milieutaks "elke belasting van een voldoende hoog niveau om het gebruik of het verbruik van milieubelastende produkten aanzienlijk te beperken en/of om de produktie- en verbruikspatronen te oriënteren naar produkten die meer aanvaardbaar zijn op het vlak van het milieu en op het vlak van het behoud van natuurlijke hulpbronnen". B.4. Wat de milieutaks op eenmalige wegwerpartikelen betreft, beoogt de wetgever de vermindering of zelfs het verdwijnen van het verbruik van sommige wegwerpartikelen waarvoor duurzamere vervangingsprodukten bestaan, zoals, in het geval van de wegwerpscheerapparaten, de scheerapparaten met vervangbare mesjes. De lijst van de aan milieutaks onderworpen wegwerpartikelen zal worden aangevuld op grond van de voorstellen van de Opvolgingscommissie met betrekking tot het nut om gratis uitgedeelde plastic zakken, eenmalig gebruikte borden en bekertjes, niet-navulbare aanstekers enz. aan milieutaks te onderwerpen. B.5. De milieutaksen, die ertoe strekken de consumptiegewoonten te wijzigen met het oog op de bescherming van het leefmilieu, hebben noodzakelijk tot gevolg dat diegenen anders worden behandeld die handel drijven in voorwerpen waarvan de wetgever wil dat zij verdwijnen of althans zeldzamer worden. Het Hof kan de door de wetgever gemaakte keuze niet kritiseren dan wanneer de verschillen die voortvloeien uit de wet kennelijk willekeurig of onredelijk zijn. Ten aanzien van de beweerde discriminatie tussen de verkopers van wegwerpscheerapparaten en de verkopers van andere aan milieutaks onderworpen voorwerpen B.6. Zoals de verzoekende partij stelt, zijn de wegwerpscheerapparaten van alle aan milieutaks onderworpen voorwerpen, die welke het zwaarst worden getroffen : het bedrag van de belasting is, proportioneel, het hoogste en er is in geen mogelijkheid van vermindering of vrijstelling voorzien. Dat verschil in behandeling is evenwel niet zonder objectieve en redelijke verantwoording. B.7. Wanneer de belasting die wordt geheven op een voorwerp dat tegen 4 of 6,50 frank verkocht wordt, ontmoedigend wil zijn, moet zij noodzakelijk proportioneel zwaarder zijn dan die welke geheven wordt op andere voorwerpen. B.8. Dat in een vermindering of een vrijstelling van de milieutaks is voorzien voor andere voorwerpen, komt doordat zij opnieuw bruikbaar of recycleerbaar zijn. Anders dan hetgeen is voorgeschreven voor de voorwerpen die noodzakelijk aan de leveranciers worden teruggegeven - zoals de wegwerpfototoestellen - of die zich lenen tot een statiegeldstelsel, lijkt de recyclage niet gemakkelijk haalbaar voor de wegwerpscheerapparaten. De mogelijkheid van hergebruik is uitgesloten vanwege het principe zelf van het volledig wegwerpbare scheerapparaat, behalve wanneer de steel wordt behouden en alleen de gebruikte vullingen worden weggeworpen. De wetgever vermocht er dus van uit te gaan dat het gebruik van het scheerapparaat met vervangbare mesjes moest worden aangemoedigd. Men beriep zich op het bestaan van dat "duurzamer vervangingsprodukt" om de bestreden bepaling te verantwoorden. B.9. De definitie van wegwerpvoorwerp, die gegeven wordt in artikel 369, 7°, van de wet "beoogt elk type artikel te omvatten, dat bestemd is om eenmalig te worden gebruikt of om een beperkt aantal maal te worden gebruikt, terwijl er een duurzamer vervangingsprodukt bestaat, dat voor hetzelfde doel kan worden gebruikt". Er werd eveneens gepreciseerd dat "de mogelijkheid om het gebruikte, leeggemaakte of ontladen element te vervangen, te vullen of op te laden, niet enkel technisch van aard moet zijn, maar tevens erkend op de markt. Anders gesteld, een verbruiker moet bijvoorbeeld even gemakkelijk het niet-getaxeerd vervangprodukt van het wegwerpprodukt en de vulling kunnen kopen als het basisprodukt". B.10. De verschillen tussen de twee categorieën van scheerapparaten verhinderen niet het scheerapparaat met navulling als vervangingsprodukt van het wegwerpscheerapparaat te beschouwen : de dienst die zij bewijzen is wezenlijk identiek; de overschakeling van het ene op het andere stuit niet op moeilijkheden die technisch of commercieel onoverkoombaar zouden zijn. B.11. De invoering, op de wegwerpscheerapparaten, van een aanzienlijke milieutaks, die niet verminderbaar is en niet vatbaar voor vrijstelling, kan niet als kennelijk discriminerend worden aangezien. Ten aanzien van de discriminatie tussen de verkopers van wegwerpscheerapparaten en de verkopers van andere, niet aan milieutaks onderworpen wegwerpvoorwerpen B.12. De wetgever, die erin heeft voorzien dat, op de aanwijzingen die door de Opvolgingscommissie zullen worden gegeven, andere wegwerpvoorwerpen aan milieutaks zullen kunnen worden onderworpen, is ervan uitgegaan dat twee produkten waarvoor meer duurzame vervangingsprodukten bestaan in een eerste fase in aanmerking moesten worden genomen. Hij wees eveneens op de "signaalfunctie van de milieutaksen in het bewustwordingsproces inzake het leefmilieu", op het "eerder symbolisch karakter" van een milieutaks die "beoogt aan de consument een heldere boodschap over te brengen en zijn aandacht te vestigen op de negatieve aspecten van wegwerpgewoonten". Hoewel hij zich ervan bewust is dat de rechtstreekse weerslag van de aangevochten bepaling op de vervulling van het leefmilieu miniem zou zijn, heeft hij die toch verantwoord in zoverre "met de milieutaksen naast economische ook culturele doeleinden (het veranderen van het gedrag van de verbruiker) worden nagestreefd". B.13. Zelfs indien de bestreden bepaling zou leiden tot de verdwijning van de wegwerpscheerapparaten, kunnen de verantwoordingen die ervoor werden gegeven niet als klaarblijkelijk onredelijk worden aangezien. Weliswaar vertoont het wegwerpscheerapparaat geen aanzienlijk volume van afvalstoffen, maar toch kan worden aangenomen dat een wet die het gebruik ervan afremt, van die aard is dat zij een opvoedende functie vervult. De keuze, met dat doel, van een dergelijk object onder vele andere kan niet als willekeurig worden aangemerkt, aangezien het om een object gaat dat vroeger duurzaam was en waarvan een groot gedeelte van de bevolking dagelijks gebruik maakt. Ten aanzien van de beweerde discriminatie tussen de verkopers van wegwerpscheerapparaten en de verkopers van wegwerpfoto toestellen B.14. Het stelsel dat het mogelijk maakt, wat de wegwerpfototoestellen betreft, aan de milieutaksen te ontsnappen of er de vermindering van te verkrijgen, is te verklaren door het feit dat die toestellen "toch al naar de verdeler moeten terugkeren voor het ontwikkelen van de films". Die bijzonderheid vergemakkelijkt de recuperatie van de toestellen voor doeleinden van recyclage of hergebruik. Het blijkt niet dat dit stelsel gemakkelijk werkbaar is wat de wegwerpscheerapparaten betreft : de lage prijs en de frequentie van het gebruik ervan wettigen de twijfel aan de doeltreffendheid van het stelsel van terugkeer terwijl, in tegenstelling met de fototoestellen, de consument weinig of geen belang heeft om ze terug te geven aan de leveranciers. Het verschil in behandeling dat door de verzoekende partij wordt aangeklaagd is niet klaarblijkelijk zonder verantwoording. Ten aanzien van de beweerde discriminatie tussen verkopers van wegwerpscheerapparaten, naargelang de steel al dan niet wegwerpbaar is B.15. Hoewel dat onderscheid niet uitdrukkelijk ingeschreven is in de aangevochten bepaling, blijkt uit de parlementaire voorbereiding dat de scheerapparaten waarvan alleen de vulling van mesjes wegwerpbaar is, niet aan de milieutaksen zullen worden onderworpen. Het scheerapparaat met wegwerpbare mesjes wordt trouwens als vervangingsprodukt beschouwd dat verantwoordt dat het volledig wegwerpbare scheerapparaat van de markt verdwijnt. B.16. Het is niet klaarblijkelijk onredelijk de scheerapparaten die volledig wegwerpbaar zijn anders te behandelen dan die waarvan alleen de vulling wordt weggeworpen : de eerstgenoemde brengen, zonder noodzaak, een meer aanzienlijke hoeveelheid afvalstoffen voort; in zoverre zij de consument ertoe brengen een gedeelte van het scheerapparaat weg te werpen dat zou kunnen worden behouden, symboliseren zij de "wegwerpgewoonten" die de wetgever heeft willen afremmen. Het is niet discriminerend ze aan een milieutaks te onderwerpen waaraan de scheerapparaten met vulling ontsnappen. Ten aanzien van de schending van het evenredigheidsbeginsel B.17. Om de in B.7 tot B.16 uitgedrukte redenen is het niet onevenredig, ten opzichte van het nagestreefde doel, te voorzien in een als prohibitief beschouwde taks, zelfs indien daardoor het wegwerpscheerapparaat van de markt moet verdwijnen, vermits er een vervangingsprodukt bestaat dat de consumenten en de producenten in staat stelt hun keuze te heroriënteren. Het middel kan niet worden ingewilligd. Ten aanzien van de beweerde schending van bepalingen van het internationaal recht en van het gemeenschapsrecht B.18. Het Hof is niet bevoegd om kennis te nemen van middelen die rechtstreeks steunen op de schending van bepalingen van het internationaal recht of het gemeenschapsrecht. B.19. Aangenomen dat de eerste twee van die middelen, die de schending aanklagen van bepalingen van het internationaal recht waarin het gelijkheids- en niet-discriminatiebeginsel is neergelegd, geacht kunnen worden impliciet gecombineerd te zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, toch steunen zij niet op andere argumenten dan die welke onderzocht zijn in B.1 tot B.18 en niet gegrond werden geoordeeld. Zij moeten worden verworpen.)
Arrêt :
La version intégrale et consolidée de ce texte n'est pas disponible.