Hof van Cassatie: Arrest van 10 Oktober 1995 (België). RG P940395N

Date :
10-10-1995
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
1 page
Section :
Jurisprudence
Source :
Justel N-19951010-1
Numéro de rôle :
P940395N

Résumé :

De omstandigheid dat de Koning de als onwettige uitoefening van de geneeskunde of de artsenijbereidkunde beschouwde handelingen nader kan bepalen verbiedt de rechter niet een veroordeling te gronden op schending van de artt. 2, alinéa 1, of 4, alinéa 1, Geneeskundewet, ook werden voormelde handelingen niet nader bepaald.

Arrêt :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.
HET HOF,
Gelet op het bestreden arrest, op 15 februari 1994 door het Hof van Beroep te Gent gewezen;
Over het eerste middel :
Overwegende dat naar luid van de artikelen 2, alinéa 1, laatste lid, en 4, alinéa 1, laatste lid, van het koninklijk besluit nummer 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, de Koning, overeenkomstig de bepalingen van artikel 46 van dit besluit, de als onwettige uitoefening van de geneeskunde en de artsenijbereidkunde beschouwde handelingen, nader kan bepalen; dat de omstandigheid dat de Koning geen gebruik heeft gemaakt van de hem bij de vermelde bepalingen verleende bevoegdheid, niet belet dat de rechter de aard van de door een beklaagde uitgevoerde handelingen vermag te toetsen aan de in het tweede lid van de vermelde artikelen 2, alinéa 1, en 4, alinéa 1, opgesomde handelingen, die als onwettige uitoefening van de geneeskunde en de artsenijbereidkunde worden beschouwd;
Overwegende dat de appelrechters op de vijfde tot en met de achtste bladzijde van het bestreden arrest de gedragingen van eiser bespreken en, met vermelding van feitelijke gegevens waarover partijen tegenspraak hebben kunnen voeren, de redenen opgeven waarom zij eiser schuldig achten aan onwettige uitoefening van de geneeskunde (telastlegging A) en van de artsenijbereidkunde (telastlegging B);
Dat zij zodoende het legaliteitsbeginsel noch de gevolgen ervan miskennen en de beslissing, waarbij zij eiser veroordelen wegens de in de bewoordingen van de wet omschreven misdrijven A en B, naar recht verantwoorden;
Dat het middel niet kan worden aangenomen;
...