Hof van Cassatie: Arrest van 11 Maart 2008 (België). RG P.08.0011.N

Date :
11-03-2008
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
1 page
Section :
Jurisprudence
Source :
Justel N-20080311-4
Numéro de rôle :
P.08.0011.N

Résumé :

Niet-ontvankelijk is de strafvervolging wegens het misdrijf van belaging indien geen klacht is ingediend en ook al zijn geen specifieke vormvereisten vereist, is de enkele aangifte van het misdrijf geen klacht als bedoeld in artikel 442bis, tweede lid, Strafwetboek, wanneer de benadeelde van het misdrijf niet op ondubbelzinnige wijze vraagt dat een strafvervolging wordt ingesteld (1). (1) Zie Cass., 27 maart 2001, AR P.99.0995.N, A.C., 2001, nr 166; F. DHONT, Belaging. Commentaar Strafrecht en Strafvordering, Kluwer, nrs 20 en 21.

Arrêt :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.

Nr. P.08.0011.N

1. S G,

burgerlijke partij,

2. F G,

burgerlijke partij,

3. G S,

burgerlijke partij,

eisers,

met als raadsman mr. Jos Driessen, advocaat bij de balie te Hasselt,

tegen

F J N,

beklaagde,

verweerder.

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

De cassatieberoepen zijn gericht tegen het arrest van 21 november 2007 van het Hof van Beroep te Antwerpen, correctionele kamer.

De eisers voeren in memorie die aan dit arrest is gehecht, een middel aan.

Raadsheer Paul Maffei heeft verslag uitgebracht.

Eerste advocaat-generaal Marc De Swaef heeft geconcludeerd.

II. BESLISSING VAN HET HOF

Beoordeling

Middel

1. Het middel voert schending aan van artikel 442bis Strafwetboek: het arrest verklaart ten onrechte de strafvervolging wegens de telastlegging F, belaging, niet ontvankelijk daar geen klacht werd ingediend; de aangifte van het misdrijf is een rechtsgeldige klacht die de strafvervolging instelt.

2. De strafvervolging wegens het misdrijf belaging bepaald in artikel 442bis, eerste lid, Strafwetboek, kan, overeenkomstig het tweede lid van dit artikel, enkel worden ingesteld op een klacht van een persoon die beweert te worden belaagd.

3. De klacht bestaat hierin dat de persoon die beweert te zijn belaagd, aangifte doet aan de overheid, waarbij hij te kennen geeft dat hij de strafrechtelijke vervolging van de dader van het misdrijf wenst.

Ook al zijn geen specifieke vormvereisten vereist, is de enkele aangifte van het misdrijf geen klacht als bedoeld in artikel 442bis, tweede lid, voormeld, wanneer de benadeelde van het misdrijf niet op ondubbelzinnige wijze vraagt dat een strafvervolging wordt ingesteld.

4. Het arrest stelt vast dat de eiseres 1 op geen enkel ogenblik klacht heeft ingediend wegens belaging en dat het loutere feit dat zij in de meeste gevallen met haar vader aangifte deed van de ongewenste telefoontjes, SMS-berichten en een eenmalig opduiken van de verweerder op haar woonplaats, geen klacht is in de zin van artikel 442bis Strafwetboek. Hierdoor geeft het arrest te kennen dat de eiseres 1 enkel aangifte gedaan heeft van de feiten van belaging zonder evenwel op ondubbelzinnige wijze haar wens te uiten de strafvervolging in te stellen. Op die grond is de beslissing dat de eiseres 1 geen klacht als bedoeld in artikel 442bis, tweede lid, Strafwetboek heeft gedaan, naar recht verantwoord.

Het middel kan niet aangenomen worden.

Dictum

Het Hof,

Verwerpt het cassatieberoep.

Veroordeelt de eisers in de kosten.

Begroot de kosten op 199,52 euro, waarvan 169,52 euro verschuldigd en 30 euro betaald is.

Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, tweede kamer, samengesteld uit afdelingsvoorzitter Edward Forrier, als voorzitter, en de raadsheren Luc Huybrechts, Etienne Goethals, Paul Maffei en Koen Mestdagh, en op de openbare rechtszitting van 11 maart 2008 uitgesproken door afdelingsvoorzitter Edward Forrier, in aanwezigheid van eerste advocaat-generaal Marc De Swaef, met bijstand van griffier Frank Adriaensen.