Het hof van beroep waarbij aanhangig is het beroep van de belastingplichtige tegen de beslissing van de directeur der directe belastingen, kan, zonder zijn bevoegdheden te overschrijden en buiten verval en gewijsde, geen kennis nemen van een vraag die door de belastingplichtige in zijn bezwaarschrift niet aan de directeur is voorgelegd of waarover de directeur geen uitspraak heeft gedaan, hoewel hij ze ambtshalve had moeten onderzoeken (1). ( Art. 278 W. I. B. )
Arrêt :
La version intégrale et consolidée de ce texte n'est pas disponible.