Hof van Cassatie: Arrest van 20 Mei 2010 (België). RG C.10.0253.N
- Section :
- Jurisprudence
- Source :
- Justel N-20100520-3
- Numéro de rôle :
- C.10.0253.N
Résumé :
De vordering tot wraking ingeleid bij een ter griffie van het Hof neergelegde akte die niet ondertekend is door een advocaat, is niet ontvankelijk; geen enkele wettelijke bepaling verplicht het Hof om een advocaat aan te wijzen teneinde het ontbreken van een regelmatige ondertekening van het verzoekschrift te verhelpen.
Arrêt :
Nr. C.10.0253.N
S.J.,
verzoeker tot wraking in de zaak die lastens hem wordt gevoerd voor het hof van beroep te Antwerpen.
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
De eiser verzoekt, bij een door hemzelf ondertekende akte, die op 3 mei 2010 is ontvangen op de griffie van het hof van beroep, om "de wraking van de rechter zetelende in de zaak die mij aanbelangt".
Drie raadsheren bij dit hof hebben de bij artikel 836, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, voorgeschreven verklaring gesteld.
Voorzitter Ivan Verougstraete heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal Dirk Thijs heeft geconcludeerd.
II. BESLISSING VAN HET HOF
Beoordeling
1. Luidens artikel 835 van het Gerechtelijk Wetboek wordt de vordering tot wraking, op straffe van nietigheid, ingeleid bij een ter griffie neergelegde akte die de middelen bevat en ondertekend wordt door een advocaat die meer dan tien jaar bij de balie is ingeschreven.
De akte waarbij de vordering is ingeleid, is niet ondertekend door een advocaat.
2. De verzoeker toont voor het overige niet aan dat hij geen beroep heeft kunnen doen op een advocaat die voldeed aan de voormelde wettelijke voorwaarde.
Geen enkele wettelijke bepaling verplicht het Hof om een advocaat aan te wijzen teneinde het ontbreken van een regelmatige ondertekening van het verzoekschrift te verhelpen.
3. De vordering is niet ontvankelijk.
Dictum
Het Hof,
Verwerpt het verzoek tot wraking.
Wijst gerechtsdeurwaarder Verhamme Patrick, met kantoor te 1050 Elsene, Kroonlaan 358, aan om op verzoek van de griffier het arrest binnen achtenveertig uren aan de verzoeker te betekenen.
Veroordeelt de eiser in de kosten, met inbegrip van de kosten voor de betekening van dit arrest.
Bepaalt de kosten tot op heden op de som van nul euro.
Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, eerste kamer, samengesteld uit voorzitter Ivan Verougstraete, als voorzitter, afdelingsvoorzitter Edward Forrier, en de raadsheren Eric Dirix, Alain Smetryns en Geert Jocqué, en in openbare terechtzitting van 20 mei 2010 uitgesproken door voorzitter Ivan Verougstraete, in aanwezigheid van advocaat-generaal Dirk Thijs, met bijstand van griffier Johan Pafenols.