In geval van uitlevering door een vreemde regering toegestaan op voorlegging van een aanhoudingsbevel dat door de onderzoeksrechter is verleend zonder voorafgaande ondervraging van de verdachte, die voortvluchtig was en zich schuil hield, moet deze door de onderzoeksrechter worden ondervraagd binnen vierentwintig uur, te rekenen van het tijdstip waarop hij ter beschikking van die magistraat is gesteld en niet vanaf zijn uitlevering aan de Belgische overheden.
Arrêt :
La version intégrale et consolidée de ce texte n'est pas disponible.