Hof van Cassatie: Arrest van 4 November 1997 (België). RG P971279N
- Section :
- Jurisprudence
- Source :
- Justel N-19971104-6
- Numéro de rôle :
- P971279N
Résumé :
Het bij de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen ingestelde dringend beroep tegen de beslissing waarbij de minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft, met toepassing van art. 52, de binnenkomst, het verblijf of de vestiging in het Rijk weigert aan de vreemdeling die zich vluchteling verklaart, schorst alleen de aangevochten beslissing van de minister of van diens gemachtigde alsook de maatregelen tot verwijdering van het grondgebied, die zijn genomen ten opzichte van de vreemdeling wegens de feiten die aanleiding hebben gegeven tot de bestreden beslissing : bedoelde schorsing betreft niet de dwangmaatregelen die op grond van andere feiten overeenkomstig artt. 7, 27 en 29 tweede lid, vreemdelingenwet werden bevolen.
Arrêt :
Gelet op het bestreden arrest, op 10 oktober 1997 gewezen door het Hof van Beroep te Antwerpen, kamer van inbeschuldigingstelling;
B. In zoverre het middel aanvoert dat wegens de schorsende werking van het door eiser ingestelde dringend beroep, de maatregel van administratieve aanhouding zonder voorwerp was :
Overwegende dat het bij de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en staatslozen ingestelde dringend beroep en de hieruit voortspruitende schorsing, overeenkomstig artikel 63/5 Vreemdelingenwet, alleen de aangevochten beslissing van de minister of van diens gemachtigde betreft alsook de maatregelen tot verwijdering van het grondgebied, alleen wegens de feiten die aanleiding hebben gegeven tot de bestreden beslissing;
Dat deze schorsing niet de dwangmaatregelen betreft die op grond van andere feiten overeenkomstig de artikelen 7, 27 en 29, tweede lid, Vreemdelingenwet werden bevolen;
Dat de ontstentenis van een beslissing tot vasthouding in een welbepaalde plaats met toepassing van artikel 74/6 Vreemdelingenwet en artikel 75, alinéa 3, Vreemdelingenbesluit, de uitvoerbaarheid van deze dwangmaatregelen niet opheft;
Overwegende dat het onderzoek naar de wel of niet overeenstemming van de feiten die de grond opleveren van de verschillende beslissingen, het Hof zou verplichten tot een onderzoek van feiten waarvoor het niet bevoegd is, mitsdien het middel in zoverre niet ontvankelijk is;
OM DIE REDENEN,
Vernietigt het bestreden arrest;
Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het vernietigde arrest;
Laat de kosten ten laste van de Staat;
Verwijst de zaak naar het Hof van Beroep te Brussel, kamer van inbeschuldigingstelling.