Artikel 23, alinéa 1, 2°, van boek II, titel I, van het Wetboek van koophandel - gecoördineerde wetten op de zee- en binnenvaart - bepaalt in algemene bewoordingen dat op het schip, op de vracht verdiend gedurende de reis, tijdens welke de schuldvordering ontstaan is, en op het toebehoren dat het nader omschrijft, bevoorrecht zijn de schuldvorderingen voortspruitende uit de arbeidsovereenkomst van de kapitein, het scheepsvolk en de overige personen welke zich in dienst van het schip aan boord bevinden, zodat de moratoire interesten verschuldigd op het bedrag van deze schuldvorderingen begrepen zijn onder genoemd voorrecht.
Arrêt :
La version intégrale et consolidée de ce texte n'est pas disponible.