Het volstaat vast te stellen dat de beklaagde het kind dat hem was toevertrouwd zonder enig toezicht heeft achtergelaten op het ogenblik dat het de meeste zorg vereiste, om een fout in zijn hoofde aan te houden. De noodzakelijkheid om tussen te komen bij een andere patiënte belette de verdachte niet van door één of ander middel de kontinuïteit van dit toezicht te verzekeren.
Arrêt :
La version intégrale et consolidée de ce texte n'est pas disponible.