Er bestaat aanhangigheid wanneer dezelfde vordering tussen partijen tegelijk werd ingeleid vóór twee bevoegde rechtbanken. Er is zelfde vordering zodra het voorwerp van de tweede aanleg vervat ligt in het voorwerp van het eerste. Er is aanhangigheid wanneer de bediende schuldeiser beweert te zijn van zijn gefaalde werkgever, zijn schuldvordering aangeeft bij de rechtbank van koophandel en voor de arbeidsrechtbank dagvaardt tot betaling van dezelfde schuldvordering. De rechter mag ambtshalve een exceptie van aanhangigheid inroepen die laattijdig werd voorgedragen door een partij.
Jugement :
La version intégrale et consolidée de ce texte n'est pas disponible.