De V.Z.W. V.C.T.M., die 16 van de 27 bestaande tuinbouwveilingen groepeert, heeft om haar produkten herkenbaar te maken het merk V.C.T.V. gedeponeerd. De tuinder E., die geen lid van de vereniging was, verkocht aan H., die wel lid was, een partij sla in kisten met het merk V.C.T.V., welke hem door H. ter beschikking werden gesteld. Op de markt in Valenciennes werd de aanwezigheid van zulke kisten met van E. afkomstige sla vastgesteld. Die verhandeling tussen E. en H. is onrechtmatig. E. wist of moest weten dat hij door die handelwijze de eerste schakel vormde in de opeenvolgende verkopen waarbij zijn produkten dank zij het aangebrachte merk zouden worden beschouwd als zijnde van goede kwaliteit, of althans bestempeld als zijnde gekeurd door kenners. De V.Z.W. kan zowel krachtens de artt. 1382 en 1383 B.W., als krachtens art. 13, A, voorlaatste lid, B.M.W. aanspraak maken op vergoeding voor de schade die zij lijdt door dat gebruik van haar merk. H. mocht de kisten slechts in omloop brengen of houden voor zover ze nog voorzien waren van een produkt dat op de veiling was gekocht. Het ter beschikking stellen van de kisten door H. aan E. gebeurde in het kader van oneerlijke handelspraktijken.
La version intégrale et consolidée de ce texte n'est pas disponible.
Déjà enregistré ? Connectez-vous maintenant