Gelijktijdige verkiezingen van 21 mei 1995 voor de federale Kamers, de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap - Model van het verslag dat door de voorzitters van de college- en kieskringhoofdbureaus moet worden opgemaakt met toepassing van artikel 94ter van het Kieswetboek en waarin de staat wordt vastgesteld van de uitgaven voor verkiezings propaganda die door de kandidaten en de politieke partijen met het oog op die verkiezingen werden gedaan.
- Section :
- Législation
- Source :
- Numac 1995801654
Texte original :
Ajoutez le document à un dossier
()
pour commencer à l'annoter.
Artikel M Luidens artikel 94ter van het Kieswetboek, dat eveneens van toepassing is op de verkiezingen voor de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, dienen de voorzitters van de collegehoofdbureaus voor de verkiezing van de Senaat alsook de voorzitters van de kieskringhoofdbureaus voor de verkiezing van de Kamer van Volksvertegen woordigers en de voormelde Raden, binnen zestig dagen na de verkiezingen, een verslag in vier exemplaren op te maken waarin de staat wordt vastgesteld van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die door de kandidaten en door de politieke partijen met het oog op die verkiezingen werden gedaan.
Als bijlage bij deze omzendbrief vindt u liet model van dat verslag voor elk van de voormelde verkiezingen.
Uit rubriek II van dat model (staat van de uitgaven en financiële verbintenissen voor de verkiezingspropaganda van de partij) blijkt dat de politieke partijen die kandidaten voor zowel de federale Kamers als de Gemeenschaps- en Gewestraden voordragen, aparte aangiften moeten indienen van de verkiezingsuitgaven die zij enerzijds voor de verkiezing van de federale Kamers en anderzijds voor de verkiezing van de Gemeenschaps- en/of Gewestraden (1) hebben gedaan.
Deze rubriek bevat met name een subrubriek 2 met als titel "Niet specifieke uitgaven die (door de partij) aangerekend worden voor de verkiezing (van de betrokken vergadering)". Daaruit volgt dat, indien de partij verkiezingsuitgaven heeft gedaan of financiële verbintenissen is aangegaan die zonder onderscheid betrekking hebben op verscheidene verkiezingen van die welke tegelijker tijd zullen plaatsvinden op 21 mei 1995, zij deze uitgaven en financiële verbintenissen in voorkomend geval enerzijds moet aanrekenen voor de verkiezing van de federale Kamers en anderzijds voor de verkiezing van de betrokken Gewestraad en/of Gemeenschapsraad.
Zoals voormeld, moet het verslag waarvan in deze omzendbrief sprake is, binnen zestig dagen na de verkiezingen in vier exemplaren worden opgemaakt. Twee exemplaren zullen door u worden bewaard en de andere twee zullen worden overhandigd aan de voorzitters van de Controlecom missie voor de verkiezingsuitgaven, die werd ingesteld bij artikel 1, 4°, van de organieke wet betreffende de verkiezingsuitgaven van 4 juli 1989.
Vanaf de zestigste dag na de verkiezingen zal door uw toedoen een exemplaar van het verslag gedurende vijftien dagen ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg of van het vredegerecht van de hoofdplaats van het kiescollege of van de kieskring ter inzage worden gelegd van alle kiesgerechtigden van het betrokken kiescollege of de betrokken kieskring, op vertoon van hun oproepingsbrief voor de verkiezingen.
De verslagen en de opmerkingen van de kandidaten en kiesgerechtigden zullen vervolgens door uw toedoen aan de Controlecommissie voor de verkiezingsuitgaven worden toegezonden.
Brussel, 10 mei 1995.
De Minister van Binnenlandse Zaken,
J. Vande Lanotte.
(1) De aangifte van de politieke partij waarin de uitgaven voor verkiezingspropaganda worden vastgelegd die zij voor de verkiezing van de federale Kamers heeft gedaan, moet binnen dertig dagen na de verkiezing worden overhandigd aan de voorzitter van het Kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Kamer in het ambtsgebied waarvan de partij haar hoofdzetel heeft, terwijl die waarin de uitgaven voor verkiezingspropaganda die de partij voor de verkiezing van de Gemeenschaps- en/of Gewestraadheeft gedaan, worden vastgelegd, binnen dezelfde termijn moet(en) worden overhandigd aan respectievelijk :
- de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Mechelen-Turnhout, wat de verkiezing van de Vlaamse Raad betreft;
- de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Namen, wat de verkiezing van de Waalse Gewestraad betreft;
- de voorzitter van het gewestbureau te Brussel, wat de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad betreft;
- de voorzitter van het hoofdbureau van de Duitstalige kieskring, wat de verkiezing van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap betreft.
In de andere kieskringen dan die welke hier voormeld zijn, moeten enkel rubriek I (verkiezingsuitgaven van de kandidaten) van de als bijlage bij deze omzendbrief gevoegde modellen van verslag worden ingevuld door de voorzitter van het hoofdbureau.
BIJLAGE.
Artikel N Model 1. - Model van het verslag dat moet worden opgemaakt voor de voorzitters van de collegehoofdbureaus voor de verkiezing van de Senaat van 21 mei 1995 en waarin de staat wordt vastgesteld van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die door de kandidaten en de politieke partijen met het oog op die verkiezing werden gedaan (model bedoeld in artikel 94ter van het Kieswetboek).
Model 2. - Model van het verslag dat moet worden opgemaakt door de voorzitters van de kieskringhoofdbureaus voor de verkiezing van de Kamer van Volksvertegenwoordigers van 21 mei 1995 en waarin de staat wordt vastgesteld van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die door de kandidaten en de politieke partijen met het oog op die verkiezing werden gedaan (model bedoeld in artikel 94ter van het Kieswetboek).
Model 3. - Model van het verslag dat moet worden opgemaakt door de voorzitters van de kieskringhoofdbureaus voor de verkiezing van de Vlaamse Raad van 21 mei 1995 en waarin de staat wordt vastgesteld van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die door de kandidaten en de politieke partijen met het oog op die verkiezing werden gedaan (model bedoeld in artikel 94ter van het Kieswetboek, voor zover het op die verkiezing van toepassing is).
Model 4. - Model van het verslag dat moet worden opgemaakt door de voorzitters van het gewestbureau voor de verkiezing van de de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 21 mei 1995 en waarin de staat wordt vastgesteld van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die door de kandidaten en de politieke partijen met het oog op die verkiezing werden gedaan (model bedoeld in artikel 94ter van het Kieswetboek, voor zover het op die verkiezing van toepassing is).
Model 5. - Model van het verslag dat moet worden opgemaakt door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap van 21 mei 1995 en waarin de staat wordt vastgesteld van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die door de kandidaten en de politieke partijen met het oog op die verkiezing werden gedaan (model bedoeld in artikel 94ter van het Kieswetboek, voor zover het op die verkiezing van toepassing is).
(Modellen niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. 17-05-1995, p. 13292 - 13311).
Als bijlage bij deze omzendbrief vindt u liet model van dat verslag voor elk van de voormelde verkiezingen.
Uit rubriek II van dat model (staat van de uitgaven en financiële verbintenissen voor de verkiezingspropaganda van de partij) blijkt dat de politieke partijen die kandidaten voor zowel de federale Kamers als de Gemeenschaps- en Gewestraden voordragen, aparte aangiften moeten indienen van de verkiezingsuitgaven die zij enerzijds voor de verkiezing van de federale Kamers en anderzijds voor de verkiezing van de Gemeenschaps- en/of Gewestraden (1) hebben gedaan.
Deze rubriek bevat met name een subrubriek 2 met als titel "Niet specifieke uitgaven die (door de partij) aangerekend worden voor de verkiezing (van de betrokken vergadering)". Daaruit volgt dat, indien de partij verkiezingsuitgaven heeft gedaan of financiële verbintenissen is aangegaan die zonder onderscheid betrekking hebben op verscheidene verkiezingen van die welke tegelijker tijd zullen plaatsvinden op 21 mei 1995, zij deze uitgaven en financiële verbintenissen in voorkomend geval enerzijds moet aanrekenen voor de verkiezing van de federale Kamers en anderzijds voor de verkiezing van de betrokken Gewestraad en/of Gemeenschapsraad.
Zoals voormeld, moet het verslag waarvan in deze omzendbrief sprake is, binnen zestig dagen na de verkiezingen in vier exemplaren worden opgemaakt. Twee exemplaren zullen door u worden bewaard en de andere twee zullen worden overhandigd aan de voorzitters van de Controlecom missie voor de verkiezingsuitgaven, die werd ingesteld bij artikel 1, 4°, van de organieke wet betreffende de verkiezingsuitgaven van 4 juli 1989.
Vanaf de zestigste dag na de verkiezingen zal door uw toedoen een exemplaar van het verslag gedurende vijftien dagen ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg of van het vredegerecht van de hoofdplaats van het kiescollege of van de kieskring ter inzage worden gelegd van alle kiesgerechtigden van het betrokken kiescollege of de betrokken kieskring, op vertoon van hun oproepingsbrief voor de verkiezingen.
De verslagen en de opmerkingen van de kandidaten en kiesgerechtigden zullen vervolgens door uw toedoen aan de Controlecommissie voor de verkiezingsuitgaven worden toegezonden.
Brussel, 10 mei 1995.
De Minister van Binnenlandse Zaken,
J. Vande Lanotte.
(1) De aangifte van de politieke partij waarin de uitgaven voor verkiezingspropaganda worden vastgelegd die zij voor de verkiezing van de federale Kamers heeft gedaan, moet binnen dertig dagen na de verkiezing worden overhandigd aan de voorzitter van het Kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Kamer in het ambtsgebied waarvan de partij haar hoofdzetel heeft, terwijl die waarin de uitgaven voor verkiezingspropaganda die de partij voor de verkiezing van de Gemeenschaps- en/of Gewestraadheeft gedaan, worden vastgelegd, binnen dezelfde termijn moet(en) worden overhandigd aan respectievelijk :
- de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Mechelen-Turnhout, wat de verkiezing van de Vlaamse Raad betreft;
- de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Namen, wat de verkiezing van de Waalse Gewestraad betreft;
- de voorzitter van het gewestbureau te Brussel, wat de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad betreft;
- de voorzitter van het hoofdbureau van de Duitstalige kieskring, wat de verkiezing van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap betreft.
In de andere kieskringen dan die welke hier voormeld zijn, moeten enkel rubriek I (verkiezingsuitgaven van de kandidaten) van de als bijlage bij deze omzendbrief gevoegde modellen van verslag worden ingevuld door de voorzitter van het hoofdbureau.
BIJLAGE.
Artikel N Model 1. - Model van het verslag dat moet worden opgemaakt voor de voorzitters van de collegehoofdbureaus voor de verkiezing van de Senaat van 21 mei 1995 en waarin de staat wordt vastgesteld van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die door de kandidaten en de politieke partijen met het oog op die verkiezing werden gedaan (model bedoeld in artikel 94ter van het Kieswetboek).
Model 2. - Model van het verslag dat moet worden opgemaakt door de voorzitters van de kieskringhoofdbureaus voor de verkiezing van de Kamer van Volksvertegenwoordigers van 21 mei 1995 en waarin de staat wordt vastgesteld van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die door de kandidaten en de politieke partijen met het oog op die verkiezing werden gedaan (model bedoeld in artikel 94ter van het Kieswetboek).
Model 3. - Model van het verslag dat moet worden opgemaakt door de voorzitters van de kieskringhoofdbureaus voor de verkiezing van de Vlaamse Raad van 21 mei 1995 en waarin de staat wordt vastgesteld van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die door de kandidaten en de politieke partijen met het oog op die verkiezing werden gedaan (model bedoeld in artikel 94ter van het Kieswetboek, voor zover het op die verkiezing van toepassing is).
Model 4. - Model van het verslag dat moet worden opgemaakt door de voorzitters van het gewestbureau voor de verkiezing van de de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 21 mei 1995 en waarin de staat wordt vastgesteld van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die door de kandidaten en de politieke partijen met het oog op die verkiezing werden gedaan (model bedoeld in artikel 94ter van het Kieswetboek, voor zover het op die verkiezing van toepassing is).
Model 5. - Model van het verslag dat moet worden opgemaakt door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap van 21 mei 1995 en waarin de staat wordt vastgesteld van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die door de kandidaten en de politieke partijen met het oog op die verkiezing werden gedaan (model bedoeld in artikel 94ter van het Kieswetboek, voor zover het op die verkiezing van toepassing is).
(Modellen niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. 17-05-1995, p. 13292 - 13311).