Wet betreffende de havenarbeid.

Date :
08-06-1972
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
1 page
Section :
Législation
Source :
Numac 1972060806

Texte original :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.
Artikel 1 Niemand mag in de havengebieden, havenarbeid laten verrichten door andere werknemers dan erkende havenarbeiders.

Artikel 2 De omschrijving van de havengebieden en de havenarbeid zoals bepaald door de Koning in uitvoering van de artikelen 35 en 37 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, geldt voor de toepassing van deze wet.

Artikel 3 De Koning bepaalt de voorwaarden en de modaliteiten van de erkenning van de havenarbeiders op advies van het voor het betrokken havengebied bevoegd paritair comité.
  Het geraadpleegd paritair comité deelt zijn advies mede binnen twee maanden nadat het daarom verzocht werd, zoniet wordt er geen rekening mede gehouden.
  (Het beroep tegen de individuele bestuurshandelingen, bedoeld in artikel 583, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, moet op straffe van verval ingesteld worden binnen zestig kalenderdagen na de kennisgeving van de bestreden bestuurshandeling.) <W 2002-08-02/45, Art. 97, 006; En vigueur : 29-08-2002>

Artikel 3BIS <W 1985-07-17/40, Art. 1, 002> Op advies van het voor het betrokken havengebied bevoegd paritair comité, kan de Koning de werkgevers, die in dit gebied havenarbeiders tewerkstellen, verplichten zich aan te sluiten bij een door hem erkende organisatie van werkgevers, die in de hoedanigheid van lasthebber alle verplichtingen vervult die voor de betrokken werkgevers krachtens de individuele en collectieve arbeidswetgeving en de sociale zekerheidswetgeving, voortvloeien uit de tewerkstelling van havenarbeiders.
  Om te kunnen erkend worden, moet de in het eerste lid bedoelde organisatie van werkgevers reeds de meerderheid van de betrokken werkgevers, als aangeslotene tellen.

Artikel 4 [1 De inbreuken op de bepalingen van deze wet en van de uitvoeringsbesluiten ervan worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek.
   De sociaal inspecteurs beschikken over de in de artikelen 23 tot 39 van het Sociaal Strafwetboek bedoelde bevoegdheden wanneer zij, ambtshalve of op verzoek, optreden in het kader van hun opdracht tot informatie, bemiddeling en toezicht inzake de naleving van de bepalingen van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan.]1

Artikel 5 [1 opgeheven]1

Artikel 6 [1 opgeheven]1

Artikel 7 [1 opgeheven]1

Artikel 8 [1 opgeheven]1

Artikel 9 [1 opgeheven]1

Artikel 10 [1 opgeheven]1

Artikel 11 (opgeheven) <W 1989-12-22/31, Art. 211, 003; En vigueur : 09-01-1990>

Artikel 12 (opgeheven) <W 1989-12-22/31, Art. 211, 003; En vigueur : 09-01-1990>

Artikel 13 (opgeheven) <W 1989-12-22/31, Art. 211, 003; En vigueur : 09-01-1990>

Artikel 14 <wijzigingsbepaling>.

Artikel 15 Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.