Wet houdende instemming met de volgende internationale akten: 1) de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek India inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Brussel op 16 september 2021, en 2) het Verdrag tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Arabische Emiraten inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Abu Dhabi op 9 december 2021, en 3) het Verdrag tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Arabische Emiraten inzake uitlevering, gedaan te Abu Dhabi op 9 december 2021, en 4) het Verdrag tussen het Koninkrijk België en de Islamitische Republiek Iran inzake de overbrenging van veroordeelde personen, gedaan te Brussel op 11 maart 2022, en 5) het Protocol van 22 november 2017 tot wijziging van het Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen, ondertekend te Straatsburg op 7 april 2022 . - Addendum
- Section :
- Législation
- Source :
- Numac 2023040401
Texte original :
Ajoutez le document à un dossier
()
pour commencer à l'annoter.
Artikel M
De Overeenkomst tussen België en India inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken treedt in werking op 4 maart 2023, overeenkomstig haar artikel 23.
Het Verdrag tussen België en de Verenigde Arabische Emiraten inzake uitlevering is in werking getreden op 1 november 2022, overeenkomstig zijn artikel 26.
De Overeenkomst tussen België en India inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken treedt in werking op 4 maart 2023, overeenkomstig haar artikel 23.
Het Verdrag tussen België en de Verenigde Arabische Emiraten inzake uitlevering is in werking getreden op 1 november 2022, overeenkomstig zijn artikel 26.