Milieubeleidsovereenkomst betreffende de aanvaardingsplicht voor afgewerkte olie

Date :
22-03-2013
Langue :
Néerlandais
Taille :
13 pages
Section :
Législation
Source :
Numac 2013205469
Auteur :
Vlaamse Overheid

Texte original :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.

Gelet op de Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen;
Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen;
Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, titel VI 'Milieubeleidsovereenkomsten';
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA);
Gelet op artikel 3.2.1.2 van het VLAREMA;
Gelet op de milieubeleidsovereenkomst betreffende de aanvaardingsplicht voor afgewerkte olie, die in werking trad op 8 september 2008 en eindigde op 27 juni 2012;
Gelet op de bekendmaking van het ontwerp van milieubeleidsovereenkomst afgewerkte olie in het Belgisch Staatsblad van 20 november 2012;
Gelet op het feit dat het ontwerp van milieubeleidsovereenkomst overeenkomstig artikel 6, § 1, van het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten bij de OVAM ter inzage lag gedurende een termijn van 30 dagen na de publicatie van de samenvatting in het Belgisch Staatsblad;
Gelet op de met toepassing van artikel 6, § 4, van het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten gedane mededeling aan de voorzitter van het Vlaams Parlement van het ontwerp van milieubeleidsovereenkomst en het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen van 22 november 2012;
Gelet op het feit dat het Vlaams Parlement zich niet heeft verzet tegen de sluiting van onderhavige milieubeleidsovereenkomst;
Overwegende dat het van essentieel belang is dat alle economische actoren die betrokken zijn bij de levenscyclus van afgewerkte olie er meer van bewust worden in welke mate deze olie afval wordt en dat zij de gedeelde verantwoordelijkheid voor het globaal beheer van dergelijk afval aanvaarden;
Overwegende dat het nodig is om de sector en de consumenten te sensibiliseren en om de recyclage en de opwerking van de afgewerkte olie te bevorderen ter waarborging van een deugdelijke milieubescherming;
Overwegende dat de partijen de inzameling en verwerking van de afgewerkte olie wensen te optimaliseren zonder de economische en concurrentiële aspecten uit het oog te verliezen;
Overwegende dat de beleidsprincipes moeten leiden tot de verbetering van het milieu door de samenwerking van alle betrokken economische actoren,
De volgende partijen :
1° Het Vlaamse Gewest :
vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, zelf vertegenwoordigd door de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, en door mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,
hierna genoemd het Vlaamse Gewest;
2° De volgende representatieve organisaties :
. vzw Belgische Petroleum Federatie, Kunstlaan 39/2 te 1040 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Dave Brownell, voorzitter,
. vzw Lubricants Association Belgium, A. Reyerslaan 80 te 1030 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Charles Devroey, voorzitter,
. vzw Belgische Federatie voor de handel en de diensten, E. Van Nieuwenhuyselaan 8 te 1160 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Jan Delfosse, directeur-generaal,
. vzw Belgische Confederatie voor de Autohandel en Reparatie en voor de Aanverwante sectoren, Jules Bordetlaan 164 te 1140 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Carl Veys, voorzitter,
. vzw Valorlub, Kunstlaan 39/2 te 1040 BRUSSEL, vertegenwoordigd door de heer Luc Deurinck, voorzitter,
verder genoemd de organisaties,
Komen overeen wat volgt :
HOOFDSTUK 1. - ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begrippen en definities
§ 1. De begrippen en definities vermeld in het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA) en in de besluiten van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende de vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM, Titel I) en van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake de milieuhygiëne (VLAREM, Titel II), zijn van toepassing op deze overeenkomst, onverminderd de aanvullende definities in deze overeenkomst omschreven.
§ 2. Voor de toepassing van onderhavige overeenkomst wordt verstaan onder :
1. Olie : alle soorten smeerolie of industriële olie, op minerale, synthetische, plantaardige of dierlijke basis, in het bijzonder olie voor verbrandingsmotoren, transmissiesystemen, alsook olie voor machines, turbines, warmteoverdracht en hydraulische systemen, met uitzondering van PCB-oliën.
2. Afgewerkte olie : alle soorten minerale, synthetische, plantaardige of dierlijke smeerolie of industriële olie die ongeschikt is geworden voor het gebruik waarvoor ze oorspronkelijk bestemd was, zoals gebruikte olie van verbrandingsmotoren en versnellingsbakken, alsook smeerolie, olie voor turbines en hydraulische oliën.
3. Regeneratie van afgewerkte olie : iedere recyclingshandeling waardoor basisoliën kunnen worden geproduceerd door raffinage van afgewerkte olie, in het bijzonder door uit die olie de verontreinigende stoffen, oxidatieproducten en additieven te verwijderen.
4. R9 : herraffinage van olie en ander hergebruik van olie.
5. Beheersorganisme Valorlub : vzw opgericht door de federaties die deze milieubeleidsovereenkomst ondertekenen, conform artikel 3.2.2.1, 2°, van het VLAREMA en artikel 9, § 1, van deze milieubeleidsovereenkomst.
6. OVAM : Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, vermeld in artikel 10.3.1, § 1, van het decreet van 15 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
7. Afvalstoffencodes : de codes zoals bepaald in het VLAREMA ter inventarisering van de afvalstoffen, bijlage 2.1.
8. Programma : een set van acties en maatregelen, genomen door het beheersorganisme, die minstens volgende delen bevat :
. vaststelling van de hoeveelheid inzamelbare afgewerkte olie;
. een preventieplan;
. een overzicht van acties voor ondernemingen, tussenhandelaars en verbruikers;
. een overzicht van acties betreffende de inzameling en verwerking van de afgewerkte olie;
. een financieel plan;
. een methode van opvolging;
. een overzicht van de initiatieven ter bevordering van het gebruik van biologisch afbreekbare olie voor toepassingen in verloren smering.
9. RVPR : rechtspersonen van publiek recht verantwoordelijk voor de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen.
10. Lid : elk lid van een van de organisaties, dat wegens zijn activiteiten onderworpen is aan de aanvaardingsplicht voor afgewerkte olie en die de uitvoering van zijn aanvaardingsplicht aan Valorlub toevertrouwt.
11. Deelnemer : elke producent van olie die een toetredingsovereenkomst heeft afgesloten met het beheersorganisme Valorlub.
12. VVSG : vzw Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten.
13. Potentieel inzamelbare afgewerkte olie : de hoeveelheid afgewerkte olie die beschikbaar is voor de inzameling. Deze hoeveelheid wordt jaarlijks bepaald in gemeenschappelijk overleg tussen de partijen, op basis van de hoeveelheden nieuwe olie op de markt gebracht door de producenten die lid of deelnemer zijn, en waarbij rekening wordt gehouden met enerzijds de weer uitgevoerde nieuwe olie en de in- en uitvoer van olie vervat in tweedehandswagens, en anderzijds met de verliezen tijdens het gebruik van de olie.
Artikel 2. Doelstellingen
§ 1. Deze milieubeleidsovereenkomst heeft tot doel de in het VLAREMA ingeschreven algemene basisregels en beoogde doelstellingen inzake de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vast te stellen in meer specifieke, aanvullende regels. Deze overeenkomst wordt derhalve afgesloten in uitvoering van artikel 3.2.1.2 van het VLAREMA, waarin gestipuleerd is dat de wijze waarop aan de in artikel 3.1.1 en artikel 3.1.2 genoemde uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en aan de in artikel 3.2.1.1. genoemde aanvaardingsplicht wordt voldaan, overeenkomstig artikel 21, van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen o.a. vastgelegd kan worden in een milieubeleidsovereenkomst als bedoeld in het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, die is afgesloten door de overkoepelende organisatie waarvan de aanvaardingsplichtige lid is.
§ 2. De overeenkomst heeft tot doel een optimaal beheer van afgewerkte olie te garanderen door het stimuleren van de preventie, selectieve inzameling en passende verwerking van de afgewerkte olie, rekening houdend met de organisatorische, technische, economische en ecologische verplichtingen in verband met duurzame ontwikkeling.
§ 3. De overeenkomst heeft eveneens tot doel een harmonisering tussen de drie gewesten van de modaliteiten op vlak van de uitvoering van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid te bekomen.
§ 4. De uitvoering van deze overeenkomst moet er toe leiden dat alle potentieel beschikbare afgewerkte olie wordt ingezameld.
§ 5. De doelstellingen inzake inzameling en verwerking van afgewerkte olie worden jaarlijks geëvalueerd en eventueel bijgestuurd conform de wettelijke voorziene procedure rekening houdend met onder meer :
. de resultaten die in uitvoering van deze overeenkomst worden bereikt;
. technologische evoluties.
Artikel 3. Toepassingsgebied
§ 1. De milieubeleidsovereenkomst wordt tussen de voormelde partijen gesloten overeenkomstig het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid. Onderhavige overeenkomst bindt de ondertekenende partijen evenals hun leden en deelnemers. De lijst van de leden en deelnemers wordt ingediend bij de OVAM.
De partijen verbinden zich er toe om de leden en deelnemers in te lichten over de verplichtingen die voortvloeien uit onderhavige overeenkomst.
§ 2. De aanvaardingsplicht is slechts van toepassing op de afgewerkte olie die wordt teruggenomen onder de volgende codes van de afvalstoffenlijst in bijlage 3.4.6. van het VLAREMA :
08 03 19* Dispersieolie
12 01 06* Halogeenhoudende minerale machineolie (exclusief emulsies en oplossingen)
12 01 07* Halogeenvrije minerale machineolie (exclusief emulsies en oplossingen)
12 01 08* Halogeenhoudende emulsies en oplossingen voor machinale bewerking
12 01 09* Halogeenvrije emulsies en oplossingen voor machinale bewerking
12 01 10* Synthetische machineolie
12 01 19* Biologisch gemakkelijk afbreekbare machineolie
13 01 04* Gechloreerde emulsies
13 01 05* Niet-gechloreerde emulsies
13 01 09 * Gechloreerde minerale hydraulische olie
13 01 10* Niet-gechloreerde minerale hydraulische olie
13 01 11* Synthetische hydraulische olie
13 01 12* Biologisch gemakkelijk afbreekbare hydraulische olie
13 01 13* Overige hydraulische olie
13 02 04* Gechloreerde minerale motor-, transmissie- en smeerolie
13 02 05* Niet gechloreerde minerale motor-, transmissie- en smeerolie
13 02 06* Synthetische motor-, transmissie- en smeerolie
13 02 07* Biologisch gemakkelijk afbreekbare motor-, transmissie- en smeerolie
13 02 08* Overige motor-, transmissie- en smeerolie
13 03 06* Niet onder 13 03 01 vallende gechloreerde minerale olie voor isolatie en warmteoverdracht
13 03 07* Niet-gechloreerde minerale olie voor isolatie en warmteoverdracht
13 03 08* Synthetische olie voor isolatie en warmteoverdracht
13 03 09* Biologisch gemakkelijk afbreekbare olie voor isolatie en warmteoverdracht
13 03 10* Overige olie voor isolatie en warmteoverdracht
13 08 02* Overige emulsies
13 08 99* Niet elders genoemd olieafval
20 01 26* Niet onder 20 01 25 vallende oliën en vetten
Voornoemde afvalstoffen, die ontstaan tijdens de normale bedrijfsvoering van een schip, en waarvoor reeds een bijdrage betaald wordt omwille van andere internationale wetgeving, vallen niet onder het toepassingsgebied van de aanvaardingsplicht.
§ 3. De milieubeleidsovereenkomst is niet van toepassing op :
. frituurolie en frituurvetten of op andere voedingsolie;
. polychloorbifenylen (PCB's) en polychloortrifenylen (PCT's), oplosmiddelen, schoonmaakproducten, reinigingsmiddelen, antivries, remvloeistoffen, hydraulische vloeistoffen op basis van water en/of glycol, andere brandstoffen of niet elders genoemd olieafval.
§ 4. De milieubeleidsovereenkomst is van toepassing op de afgewerkte olie van huishoudelijke en bedrijfsmatige oorsprong, afkomstig van het gebruik van nieuwe olie op de markt gebracht door de leden en deelnemers.
HOOFDSTUK 2. - PREVENTIE EN BEWUSTMAKING
Artikel 4.
§ 1. Het beheersorganisme Valorlub zal de nodige initiatieven nemen ter bevordering van de kwantitatieve en kwalitatieve preventie.
Deze initiatieven hebben onder meer betrekking op :
. het sensibiliseren van zowel de particuliere en de bedrijfsmatige gebruiker. De sensibilisering heeft tot doel een optimaal gebruik van olie en een correcte inzameling en verwijdering van afgewerkte olie te bevorderen. Zo handelt zij onder meer over het verbod tot het mengen van afgewerkte olie met PCB's, water, solventen, reinigingsmiddelen, dierlijke of plantaardige oliën, detergenten, remvloeistoffen, brandstoffen en andere gevaarlijke afvalstoffen;
. het sensibiliseren van de inzamelaars en verwerkers met het oog op een verbetering van de doeltreffendheid en de veiligheid van de inzameling en verwerking van de afgewerkte olie.
Hierbij zal het beheersorganisme onderzoeken welke prioritaire acties nodig zijn ten aanzien van sensibilisatie en voorlichting en wat de optimale wijze is om de doelgroep te bereiken.
§ 2. Ten aanzien van de inzamelaars en verwerkers bepaalt het beheersorganisme Valorlub de vereisten waaraan deze moeten voldoen, en die vastgelegd worden in de samenwerkingsvoorwaarden. De samenwerkingsvoorwaarden vermelden onder meer de inzamel- en verwerkingsmogelijkheden, de opslag- en transportvoorwaarden, de omstandigheden voor het nemen en analyseren van stalen afgewerkte olie en de verplichting tot weging van de afgewerkte olie. De samenwerkingsvoorwaarden worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Voor wat betreft de ophaling en verwerking van afgewerkte olie ingezameld door de RVPR worden deze vereisten gezamenlijk opgesteld door de VVSG en het beheersorganisme Valorlub en vastgelegd in een modellastenboek.
Het model van samenwerkingsovereenkomsten en het modellastenboek worden voor advies voorgelegd aan de OVAM. Als de OVAM deze onvoldoende acht, kan ze binnen de 30 dagen na de datum van voorlegging en mits motivering, verzoeken om een gedeeltelijke of volledige herziening ervan.
§ 3. Teneinde de recyclage van afgewerkte olie te bevorderen, onderzoekt het beheersorganisme Valorlub de noodzaak tot een gedeeltelijke of geheel gescheiden inzameling van afgewerkte oliën zoals hydraulische olie, motorolie, olie voor warmteoverdracht en andere oliën.
Het beheersorganisme informeert de gebruikers over het bestaan en de voordelen voor het milieu van biodegradeerbare olie die ondermeer kan gebruikt worden in toepassingen voor verloren smering.
De organisaties en het Vlaams gewest onderkennen de noodzaak tot verdere studie inzake de mogelijke te boeken milieuwinst bij het gebruik van biodegradeerbare olie in toepassingen met een verhoogd risico voor het milieu. Daartoe besteedt het beheersorganisme in het eerste jaar van de milieubeleidsovereenkomst een onderzoek uit naar de toepassingen waarin het gebruik van biodegradeerbare olie vanuit een technisch en ecologisch standpunt zinvol kan zijn. De uitwerking en opvolging ervan gebeuren in onderling overleg. Dit onderzoek laat ondermeer toe om gerichte communicatie te voeren waarbij het beheersorganisme de gebruikers informeert over de toepassingen waarin het gebruik van biodegradeerbare olie een meerwaarde biedt.
§ 4. Het beheersorganisme Valorlub werkt, als onderdeel van het programma, een preventieplan uit. Dit beschrijft de geplande initiatieven ter bevordering van de kwalitatieve en kwantitatieve preventie. Het preventieplan bepaalt eveneens de parameters en de evaluatiecriteria, nodig om het preventieplan doeltreffend te kunnen opvolgen.
Het preventieplan moet worden voorgelegd aan de OVAM. Als de OVAM het preventieplan onvoldoende acht, kan het mits motivering verzoeken om een gedeeltelijke of volledige herziening van het preventieplan. Het preventieplan wordt jaarlijks geëvalueerd en indien nodig aangepast.
§ 6. De eindverkoper moet op een goed zichtbare plaats, in elk van zijn verkooppunten, een bericht aanbrengen dat aanduidt op welke wijze hij voldoet aan de bepalingen van deze overeenkomst. Het sensibiliseringsmateriaal dat door het beheersorganisme Valorlub ter beschikking gesteld wordt van de eindverkoper, wordt voor goedkeuring voorgelegd aan de OVAM.
HOOFDSTUK 3. - SELECTIEVE INZAMELING EN VERWERKING
DEEL 1. Selectieve inzameling
Artikel 5.
§ 1. Onderhavige overeenkomst heeft tot doel de inzameling van alle inzamelbare afgewerkte olie, afkomstig van nieuwe olie op de markt gebracht door producenten en invoerders die lid of deelnemer zijn.
Daartoe wordt minimum 90 % van de potentieel inzamelbare afgewerkte olie ingezameld. Het jaarlijkse inzamelpercentage wordt gedefinieerd als de verhouding van het gewicht van de ingezamelde afgewerkte olie (van jaar j) tot het gemiddelde gewicht van de inzamelbare afgewerkte olie van de afgelopen drie jaren ((jaar j + jaar j-1 + jaar j-2)/3).
§ 2. Indien de doelstelling in een bepaald jaar niet wordt gehaald, onderzoekt het beheersorganisme wat de redenen daarvan kunnen zijn. Op basis daarvan definieert het beheersorganisme voor het einde van het kalenderjaar en in overleg met de OVAM, de acties, die in haar verantwoordelijkheidsgebied liggen, om deze situatie bij te sturen en welke middelen daartoe nodig zijn. Valorlub maakt onmiddellijk de nodige fondsen vrij om de overeengekomen acties te implementeren. Deze acties worden opgestart in het daarop volgende werkingsjaar.
§ 3. De hoeveelheden potentieel inzamelbare afgewerkte olie worden jaarlijks bepaald in gemeenschappelijk overleg tussen de partijen, op basis van de hoeveelheden nieuwe olie op de markt gebracht door de producenten die lid of deelnemer zijn. Hierbij houdt men rekening, enerzijds met de weer uitgevoerde nieuwe olie, de in- en uitvoer van olie vervat in tweedehandswagens en anderzijds, met de verliezen tijdens het gebruik van de olie. De bepaling van de hoeveelheden potentieel inzamelbare afgewerkte olie maakt deel uit van het programma.
De hoeveelheid olie vervat in de in- en uitgevoerde tweedehandswagens wordt jaarlijks geschat op basis van het aantal jaarlijks in- en uitgevoerde tweedehandswagens.
§ 4. Bij de start van de uitvoering van onderhavige overeenkomst wordt de hoeveelheid potentieel inzamelbare afgewerkte olie vastgelegd op 71,7 % van de totale op de markt gebrachte hoeveelheid. Dit percentage wordt in onderling overleg herzien op basis van een objectieve studie, uitgevoerd door of in opdracht van Valorlub, in de loop van het derde jaar van de uitvoering van onderhavige overeenkomst.
Artikel 6. Specifieke beschikkingen voor afgewerkte olie van huishoudelijke oorsprong
§ 1. De afgewerkte olie wordt door de RVPR op de containerparken, via wijkinzameling of huis-aan-huis ingezameld conform de bepalingen van het VLAREMA.
§ 2. De volgens § 1 ingezamelde afgewerkte olie wordt in opdracht van de RVPR afgehaald en verwerkt door operatoren die voldoen aan de vereisten zoals vermeld in artikel 4, § 2. De ophaling gebeurt met recipiënten, eventueel gecompartimenteerd, met een lading van maximaal 5 kubieke meter per compartiment.
§ 3. Met het oog op de uitvoering van artikel 6, § 1 en § 2, en artikel 12, § 10 en § 11, van deze milieubeleidsovereenkomst stelt het beheersorganisme Valorlub samen met de VVSG een modelovereenkomst op voor de RVPR. Deze modelovereenkomst regelt eveneens :
. de praktische modaliteiten inzake de inzameling en de afhaling met het oog op de verwerking. Bijzondere aandacht gaat naar noodzakelijke maatregelen om te beletten dat de ingezamelde afgewerkte olie verontreinigd wordt en om de kwaliteit van de ingezamelde afgewerkte olie te verhogen. Meer bepaald moet verontreiniging met vloeistoffen zoals opgenomen in artikel 3, § 3, vermeden worden. De gescheiden ophaling en verwerking van al deze stoffen komt de kwaliteit ten goede;
. de modaliteiten van de uitbetaling aan de RVPR van de forfaitaire vergoedingen zoals bepaald in artikel 12, § 10 en § 11, zodanig dat minstens één maal per jaar en uiterlijk op 30 september van elk kalenderjaar volgend op het jaar van inzameling de verschuldigde bedragen betaald worden mits het beheersorganisme over alle nodige informatie beschikt;
Het model van deze overeenkomst wordt ter goedkeuring aan de OVAM voorgelegd.
§ 4. In het kader van de aanvaardingsplicht verbinden de leden en deelnemers zich ertoe om bij te dragen tot de bewustmaking van particulieren teneinde ze te stimuleren om de afgewerkte olie zonder bijmengingen naargelang het geval in te leveren bij de containerparken, of tijdens de wijkinzamelingen of de huis-aan-huis-ophalingen.
§ 5. In uitvoering van artikel 3.4.6.1 van het VLAREMA, kwijten de eindverkopers zich van hun aanvaardingsplicht door duidelijke communicatie van een algemene kennisgeving die de particulieren verwijst naar de inzamelwijzen zoals opgesomd in dit artikel. Ook bij verkoop buiten een verkoopsruimte moet de consument daarover geïnformeerd worden.
§ 6. Indien wordt vastgesteld dat de afgewerkte olie is verontreinigd met PCB's wordt de meerkost van de verwerking van deze vloeistof, pro rata de hoeveelheid op de markt gebracht in het Vlaamse Gewest door de leden en deelnemers, als volgt gedragen :
. voor de eerste vier verontreinigde ladingen, van elk maximaal 5 m 3, van elk kalenderjaar : voor 100 % door het beheersorganisme Valorlub;
. voor de volgende verontreinigde ladingen, van elk maximaal 5 m 3, in elk kalenderjaar : voor 50 % door die RVPR's waarbij in hetzelfde kalenderjaar een verontreiniging werd vastgesteld en voor 50 % door het beheersorganisme Valorlub.
Het beheersorganisme Valorlub en de VVSG zullen de modaliteiten van de uitvoering van deze paragraaf in de modelovereenkomst vastleggen.
Artikel 7. Specifieke beschikkingen voor afgewerkte olie van bedrijfsmatige oorsprong
§ 1. De inzameling van afgewerkte olie afkomstig van bedrijfsmatige activiteiten vindt plaats conform het VLAREMA. Teneinde de in het VLAREMA vastgelegde doelstellingen te bereiken zal het beheersorganisme Valorlub de noodzaak evalueren om afgewerkte olie van huishoudelijke en van bedrijfsmatige oorsprong, geheel of gedeeltelijk, gescheiden op te halen.
§ 2. Het programma moet een overzicht bevatten van de maatregelen die moeten worden getroffen ten aanzien van de ondernemingen en de andere tussenhandelaars en/of bedrijfsmatige verbruikers, en dit teneinde de doelstellingen van onderhavige overeenkomst te verwezenlijken. Tevens moet het een overzicht bevatten van de initiatieven voor het invoeren van een methode van opvolging voor de afgewerkte olie.
§ 3. Wanneer men vaststelt dat de afgewerkte olie werd vermengd met oplosmiddelen, PCB/PCT, reinigings- en schoonmaakmiddelen, antivries, remvloeistof, andere brandstoffen of andere stoffen, draagt de producent van de partij verontreinigde afgewerkte olie de kosten van verwerking van dit mengsel van afvalstoffen.
DEEL 2. Verwerking
Artikel 8.
§ 1. De ingezamelde afgewerkte olie moet worden verwerkt overeenkomstig de geldende wetgevingen op regionaal, federaal en Europees niveau.
§ 2. De ingezamelde afgewerkte olie wordt verwerkt volgens de beste beschikbare technieken die geen overdreven kosten tot gevolg hebben.
§ 3. Prioriteit wordt gegeven aan de verwerking van afgewerkte olie via regeneratie, herraffinage of ander hergebruik. Het programma bevat maatregelen met het oog op het bereiken van de doelstelling om minstens 85 % van de ingezamelde afgewerkte olie te verwerken door middel van regeneratie, herraffinage of ander hergebruik, het resterende deel wordt maximaal verbrand met terugwinning van energie.
§ 4. Tijdens de looptijd van deze overeenkomst wordt een studie gedaan naar nieuwe verwerkingstechnieken voor materiaalrecyclage van afgewerkte olie.
HOOFDSTUK 4. - HET BEHEERSORGANISME VALORLUB
Artikel 9. Taken van het beheersorganisme Valorlub
§ 1. De organisaties hebben een beheersorganisme opgericht onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk overeenkomstig de geldende wetgeving.
Teneinde haar doelstellingen te verwezenlijken, heeft het beheersorganisme Valorlub tot taak het grootst mogelijke aantal natuurlijke of rechtspersonen die olie produceren of invoeren aan te moedigen deelnemer te worden van het beheersorganisme Valorlub.
§ 2. Het beheersorganisme Valorlub neemt onder meer voor haar rekening :
. het globale beheer van de financiële middelen overeenkomstig artikel 12 van de overeenkomst;
. de rapportering zoals bepaald in artikel 10 van onderhavige overeenkomst;
. de uitvoering van de acties bepaald in artikel 4 en artikel 8, § 4, van onderhavige overeenkomst.
§ 3. Het beheersorganisme Valorlub stelt jaarlijks het programma op dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de OVAM, uiterlijk op 31 oktober van elk jaar voorafgaand aan het kalenderjaar van zijn uitvoering. De OVAM keurt dit, in onderling overleg met het beheersorganisme Valorlub, goed uiterlijk op 31 december.
§ 4. Het beheersorganisme Valorlub staat in voor :
1. de opstelling en uitvoering van het programma;
2. de informatiedoorstroming naar alle actoren die betrokken zijn bij de uitvoering van onderhavige overeenkomst;
3. de stimulering en evaluatie van de terugname van de afgewerkte olie overeenkomstig de artikelen 5 tot en met 7 van onderhavige overeenkomst en de evaluatie van de verwerking van de ingezamelde afgewerkte olie;
4. de opvolging van de inzameling, de voorverwerking en de verwerking van de afgewerkte olie;
5. de uitvoering van de controle van de bekomen resultaten en de uitvoering van de andere beschikkingen van onderhavige overeenkomst;
6. de financiering van de uitvoering van onderhavige overeenkomst door middel van een bijdrage van de deelnemers bij het op de markt brengen of het invoeren voor eigen gebruik binnen hun inrichtingen in het Vlaamse Gewest.
§ 5. Het beheersorganisme Valorlub zal de optimale harmonisatie van de administratieve procedures en van de logistiek nastreven. Alle betrokken partijen zullen om advies gevraagd worden aangaande de werkingsmodaliteiten van het beheersorganisme Valorlub.
§ 6. Het beheersorganisme Valorlub verbindt er zich toe haar doelstellingen in alle transparantie na te streven.
§ 7. Het beheersorganisme Valorlub streeft naar het opzetten van een systeem waarbij het uitvoeren van de vereiste controles mogelijk is.
§ 8. De OVAM moet als permanente waarnemer van het Vlaamse Gewest worden uitgenodigd op alle vergaderingen van de Raad van Bestuur van het beheersorganisme Valorlub, alsmede op de algemene vergaderingen en op elke andere vergadering ter voorbereiding van de beslissingen die moeten worden genomen door de Raad van Bestuur, zonder evenwel te beschikken over stemrecht. Verslagen van de Raad van Bestuur worden verzonden naar de OVAM.
§ 9. Het beheersorganisme Valorlub biedt een forum aan de betrokken actoren om de problemen inzake gebruik, ophaling en verwerking te signaleren. Ook de impact van de samenstelling van nieuwe oliën op het behalen van de milieukwaliteitdoelstellingen moet hier besproken kunnen worden. Het beheersorganisme zal jaarlijks of op vraag van de OVAM of de overkoepelende verenigingen van de betrokken actoren overleg met deze overkoepelende verenigingen van de betrokken actoren organiseren.
Artikel 10. Informatieverplichtingen
§ 1. Het beheersorganisme Valorlub verstrekt aan de OVAM, met inachtneming van § 5, alle informatie die deze nuttig acht ter evaluatie van de doelstellingen die overeenkomstig onderhavige overeenkomst moeten worden verwezenlijkt, en alle informatie die nuttig geacht wordt ter verwezenlijking van de algemene doelstellingen inzake controle van de uitvoering van het VLAREMA.
§ 2. Het beheersorganisme Valorlub en het Vlaamse Gewest stellen zich garant voor de vertrouwelijkheid van de gegevens van de betrokken individuele ondernemingen (bij wijze van voorbeeld, zonder beperkend te zijn : handel in nieuwe olie, ondernemingen voor inzameling en verwerking van afgewerkte olie) met inachtneming van de regelgeving inzake openbaarheid van bestuur.
§ 3. Teneinde de doelstellingen van onderhavige overeenkomst te verwezenlijken, verbindt het beheersorganisme Valorlub zich tot de organisatie van een informatie- en bewustmakingscampagne. De intensiteit, de vorm en de inhoud van de informatie- en bewustmakingscampagne worden aangepast in functie van de bereikte resultaten.
De ontwerpen van de campagne worden ter goedkeuring voorgelegd aan de OVAM, die een uitspraak doet binnen een termijn van één maand. Indien de voorlichtingscampagnes niet in overeenstemming zijn met de beschikkingen van onderhavige overeenkomst of nadelig voor de campagnes van algemeen nut die door het Vlaamse Gewest worden gevoerd, is het beheersorganisme Valorlub verplicht om zijn voorlichtingscampagnes overeenkomstig de uitspraak van de OVAM aan te passen. Het aangepaste voorstel wordt opnieuw ter goedkeuring voorgelegd.
§ 4. Het beheersorganisme Valorlub moet vóór 1 juli van elk jaar aan de OVAM een jaarverslag overmaken dat de volgende gegevens vermeldt met betrekking tot het voorgaande jaar :
1. de totale hoeveelheid olie, uitgedrukt in kilogram, die binnen het Vlaamse Gewest door de leden en deelnemers op de markt wordt gebracht, alsmede van de olie die door hen werd geproduceerd of ingevoerd voor eigen gebruik binnen hun inrichtingen. De op de markt gebrachte hoeveelheid wordt geschat op basis van de in België op de markt gebrachte hoeveelheid olie en gebruik makend van een tussen het beheersorganisme Valorlub en de gewesten overeengekomen sleutel voor de verdeling van de landelijke hoeveelheid tussen de gewesten;
2. een overzicht van de totale hoeveelheid biodegradeerbare olie die in het Vlaamse Gewest op de markt wordt gebracht van zodra deze verplichting tot rapportage is opgenomen in het VLAREMA;
3. de totale hoeveelheid afgewerkte olie, uitgedrukt in kilogram, die binnen het Vlaamse Gewest wordt ingezameld, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de olie van huishoudelijke oorsprong en van bedrijfsmatige oorsprong;
4. de installaties waarin de ingezamelde afgewerkte olie werd verwerkt en hun verwerkingswijze;
5. de totale hoeveelheden afgewerkte olie, uitgedrukt in kilogram, die respectievelijk terechtkomt in de herraffinage, regeneratie, R9 en de energieopwekking;
6. de totale hoeveelheden, uitgedrukt in kilogram, basisolie en andere nuttige componenten, respectievelijk afkomstig van herraffinage, regeneratie en R9;
7. de totale hoeveelheid afvalstoffen, uitgedrukt in kilogram, afkomstig van de verwerking van afgewerkte olie, die verwijderd moet worden;
8. de evaluatie van de resultaten in functie van het behalen van de doelstellingen;
9. de evaluatie van de naleving van de vereisten zoals vermeld in artikel 4;
10. het verslag van de controle uitgevoerd door een bedrijfsrevisor op de jaarrekening van het beheersorganisme Valorlub;
11. een nauwkeurig beeld van de wijze van financiering van het collectieve systeem;
12. de omrekeningsfactor die zal gebruikt worden om de hoeveelheid afgewerkte olie om te rekenen van volume naar massa (of omgekeerd), wordt bepaald in onderling overleg tussen de OVAM en het beheersorganisme Valorlub;
13. een overzicht van de initiatieven op basis van publiek beschikbare informatie die de bedrijven ondernemen om de milieuimpact van hun olie te verminderen. Vanaf het tweede jaarverslag in het kader van deze milieubeleids- overeenkomst, wordt de verdere evolutie geschetst.
Het beheersorganisme Valorlub legt tegelijkertijd de bijgewerkte lijst voor van al de leden en deelnemers.
§ 5. De in onderhavige overeenkomst vermelde commerciële gegevens worden ingezameld bij de leden en deelnemers door bemiddeling van een externe entiteit die wordt aangewezen door het beheersorganisme Valorlub. De aldus verkregen gegevens worden door de externe entiteit opgenomen in een globaal verslag dat al de leden en deelnemers bestrijkt, en wel op zo'n wijze dat het onmogelijk is om er marktgegevens -bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot : prijzen, kosten enz.- en/of marktaandelen van individuele ondernemingen uit af te leiden. Het beheersorganisme Valorlub ziet er op toe dat de externe entiteit die werd aangewezen om de voorvermelde inlichtingen in te zamelen, gepaste garanties biedt inzake vertrouwelijke verwerking van de overgemaakte gegevens. Daartoe wordt een vertrouwelijkheidovereenkomst ondertekend.
§ 6. Het beheersorganisme Valorlub laat, minstens één keer per jaar, door een onafhankelijk controleorganisme, de naleving van de samenwerkingsovereenkomst controleren, zoals opgenomen in artikel 4. Dit verslag moet opgenomen worden in het jaarverslag.
Artikel 11. Deelnemen aan het beheersorganisme Valorlub
Het beheersorganisme Valorlub kan geen deelneming weigeren van een producent van olie, behalve indien er ernstige redenen zijn, die bijgevolg aan de OVAM moeten gemotiveerd worden.
Artikel 12. Financiering
§ 1. Het beheersorganisme Valorlub wordt gefinancierd door de bijdragen van al de deelnemers. De jaarlijkse bijdrage wordt berekend door de vaste eenheidsbijdrage per kilogram of per liter te vermenigvuldigen met de hoeveelheid door de deelnemer op de markt gebrachte of voor eigen gebruik ingevoerde of geproduceerde olie.
§ 2. De eenheidsbijdrage is gedifferentieerd naar type olie en verpakking. De hoogte van de eenheidsbijdrage wordt vastgelegd door het beheersorganisme Valorlub derwijze dat zij de verbintenissen, aangegaan in deze milieubeleidsovereenkomst, kan nakomen. De berekening van de eenheidsbijdrage en de motivering dient voor advies te worden voorgelegd aan de OVAM, die overlegt met de andere gewesten. Het beheersorganisme Valorlub kan de eenheidsbijdrage jaarlijks aanpassen.
§ 3. De boekhouding van het beheersorganisme Valorlub moet ontworpen worden op een wijze die het mogelijk maakt om duidelijk en ondubbelzinnig de relatieve inkomsten en uitgaven te identificeren met betrekking tot enerzijds de olie van huishoudelijke oorsprong en anderzijds de olie van bedrijfsmatige oorsprong evenals de eigen werkingskosten. Dit onderscheid tussen de olie van huishoudelijke oorsprong en de olie van bedrijfsmatige oorsprong wordt ook duidelijk weergegeven in het jaarverslag, het budget en het financieel plan.
§ 4. Alleen indien de regelgeving zulks oplegt :
1. rekenen al de deelnemers, wanneer zij de nieuwe olie op de markt brengen in het Vlaamse Gewest, het bedrag van hun bijdrage aan het beheersorganisme Valorlub door in hun verkoopsprijs en vermelden duidelijk dat het gaat om een milieubijdrage voor het toekomstige beheer van afgewerkte olie;
2. rekenen de tussenhandelaars en de garagehouders, en aldus de hele distributieketen, ditzelfde bedrag door in hun verkoopprijs;
3. gebeurt de vermelding van de bijdrage zichtbaar op de factuur tussen professionelen;
4. wordt ten aanzien van de consument de bijdrage van de consument zichtbaar gemaakt overeenkomstig de bepalingen van het VLAREMA.
§ 5. Indien echter geen enkele bestaande reglementaire beschikking deze praktijk oplegt, bepaalt elk lid en deelnemer individueel, zonder raadpleging van noch overleg met andere leden en/of deelnemers en/of met het beheersorganisme Valorlub, en zonder beraadslaging met deze andere leden en/of deelnemers en/of het beheersorganisme Valorlub de wijze waarop de bijdragen een invloed zullen hebben op hun prijzen en/of andere verkoopsvoorwaarden.
§ 6. In functie van de marktomstandigheden kan het beheersorganisme Valorlub aan de producenten van afgewerkte olie van bedrijfsmatige oorsprong een forfaitair bedrag betalen. Dit forfaitaire bedrag wordt bepaald in functie van de hoeveelheid en het soort olie, de marktvoorwaarden voor afgewerkte olie en de inzamelmethode. Daartoe dient de producent van de afgewerkte olie een attest van inzameling voor te leggen, afgeleverd door een operator waarmee het organisme een samenwerkingsovereenkomst heeft afgesloten.
§ 7. Het beheersorganisme Valorlub betaalt aan de operatoren waarmee het een overeenkomst heeft afgesloten, een forfaitair bedrag dat door Valorlub wordt bepaald in functie van de hoeveelheden en het soort ingezamelde afgewerkte olie en dat afhankelijk is van de inzamel- en verwerkingsmethode. Daartoe leveren de operatoren aan het beheersorganisme Valorlub informatie inzake de uitgevoerde inzameling en verwerking, dit overeenkomstig de voorschriften van artikel 10, § 4.
§ 8. Het beheersorganisme Valorlub kan aan elke deelnemer, op diens expliciet verzoek, een bedrag terugbetalen voor de hoeveelheid nieuwe olie die hij heeft geproduceerd of ingevoerd en die hij heeft geleverd aan een handelaar die deze olie heeft uitgevoerd.
Het terug te betalen bedrag komt overeen met de bijdrage die de deelnemer hiervoor heeft betaald aan het beheersorganisme Valorlub naar aanleiding van het op de markt brengen van deze nieuwe olie. Daartoe informeert de deelnemer het beheersorganisme Valorlub over deze hoeveelheden middels een "verklaring op erewoord", verstrekt door de handelaar aan de deelnemer of via een door de deelnemer gemandateerde derde.
Het beheersorganisme Valorlub zal jaarlijks de terugbetaling regelen via een regularisatie op de jaarlijkse definitieve aangifte van de deelnemer.
§ 9. Het beheersorganisme Valorlub bepaalt jaarlijks de forfaitaire bedragen op een wijze dat de doelstellingen van de overeenkomst kunnen worden bereikt en dat de aanvaardingsplicht in haar geheel kan worden nageleefd.
§ 10. Jaarlijks betaalt het beheersorganisme Valorlub aan de betrokken RVPR een forfaitaire vergoeding uit voor de inzameling van de afgewerkte olie zoals bepaald in artikel 6, § 1, van deze overeenkomst. Deze forfaitaire vergoeding wordt jaarlijks vastgelegd conform artikel 3.2.1.1. § 3, van het VLAREMA en het ministerieel besluit van 18 juli 2005 houdende vaststelling van nadere regels voor de aanrekening van de inzamelkosten op containerparken door producenten in het kader van de aanvaardingsplicht. De door het beheersorganisme Valorlub te betalen forfaitaire vergoeding is de volgens voormeld VLAREMA-artikel aan te rekenen kost vermenigvuldigd met de pro rata van de door de deelnemers in het Vlaamse Gewest op de markt gebrachte hoeveelheden olie.
§ 11. Jaarlijks betaalt het beheersorganisme Valorlub aan de betrokken RVPR een forfaitaire vergoeding uit voor de afhaling en de verwerking van de afgewerkte olie zoals bepaald in art 6, § 2. Deze forfaitaire vergoeding moet gebaseerd zijn op een kostenefficiënte afhaling en verwerking van de afgewerkte olie en wordt jaarlijks als volgt berekend :
. jaarlijkse vastlegging van de referentiekost voor afhaling en verwerking per liter of kilogram afgewerkte olie; deze referentiekost wordt vastgelegd in onderling overleg tussen het beheersorganisme Valorlub en de VVSG.;
. de forfaitaire vergoeding wordt bekomen door deze referentiekost te vermenigvuldigen met de afgehaalde hoeveelheden olie, vermenigvuldigd met de pro rata van de door de deelnemers in het Vlaamse Gewest op de markt gebrachte hoeveelheden olie.
Indien het bedrag van deze vergoeding een negatieve waarde is, wordt dit bedrag in mindering gebracht van de kosten van inzameling van afgewerkte olie door de rechtspersoon van publiek recht op de containerparken zoals bepaald in § 10 van artikel 12.
§ 12. Elk jaar laat het beheersorganisme Valorlub op zijn kosten de jaarrekening controleren door een bedrijfsrevisor.
§ 13. Het beheersorganisme zorgt voor een financiële zekerheid, conform artikel 3.2.1.2., § 2 van het VLAREMA.
§ 14. Elk bedrijf dat een toetredingsovereenkomst sluit met Valorlub, verbindt er zich toe alle verplichtingen zoals beschreven in deze milieubeleidsovereenkomst en die op dit bedrijf betrekking hebben, na te komen, met inbegrip van de verplichtingen eisbaar vóór de datum van deelneming aan Valorlub.
§ 15. Elk bedrijf dat een toetredingsovereenkomst sluit met Valorlub, is de bijdrage, zoals beschreven in § 1 van dit artikel, verschuldigd vanaf 1 januari 2007 of vanaf 1 januari van het eerste jaar waarvoor de deelnemer het bewijs niet kan leveren dat hij aan de aanvaardingsplicht heeft voldaan, terwijl hij daaraan onderworpen was.
HOOFDSTUK 5. - VERBINTENISSEN VAN HET GEWEST
Artikel 13.
§ 1. Het Vlaamse Gewest zal bij de andere gewestelijke autoriteiten pleiten voor een harmonisering van de regelgeving inzake aanvaardingsplicht voor afgewerkte olie van zowel huishoudelijke als bedrijfsmatige oorsprong binnen de drie gewesten.
§ 2. Het Vlaamse Gewest verbindt zich tot controle van de strikte toepassing door alle actoren van de aanvaardingsplicht en tot verbalisering van de overtredingen. Het Vlaamse Gewest verbindt zich er toe om de vereiste controles te laten uitvoeren bij alle actoren.
§ 3. Het Vlaamse Gewest engageert zich om bij de mogelijke goedkeuring van een individueel afvalbeheer- en preventieplan, principes te laten gelden welke gelijkaardig zijn aan deze uit onderhavige milieubeleidsovereenkomst.
§ 4. Teneinde de uitvoering van onderhavige overeenkomst mogelijk te maken en de initiatieven van het beheersorganisme Valorlub kracht bij te zetten, verbindt het Vlaamse Gewest zich er toe, in overleg met het beheersorganisme Valorlub, alle hiertoe vereiste aanvullende reglementaire voorschriften op zijn niveau aan te nemen.
§ 5. Het Vlaams gewest verbindt zicht ertoe om de gratis aanvaarding van afgewerkte olie in de inzamelpunten voor de consumenten te ondersteunen, mits naleving van de reglementaire bepalingen inzake de dekking van desbetreffende kosten.
HOOFDSTUK 6. - SLOTBEPALINGEN
Artikel 14. Geschillencommissie
§ 1. In geval van een geschil over de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst zal een geschillencommissie samengesteld worden. Deze commissie wordt ad hoc samengesteld (afhankelijk van de aard van het geschil) en bestaat altijd uit twee vertegenwoordigers van het Vlaamse Gewest en twee vertegenwoordigers van het beheersorganisme Valorlub. De voorzitter wordt in consensus aangeduid door de 4 vertegenwoordigers.
§ 2. De beslissingen van de geschillencommissie worden in consensus genomen. Bij gebrek aan consensus rapporteert de commissie aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu.
Artikel 15. Duur en opzegging
§ 1. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een termijn van maximum 5 jaar en treedt in werking tien dagen na publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.
§ 2. Deze milieubeleidsovereenkomst kan worden opgezegd tijdens de geldigheidsduur, conform de bepalingen in artikel 6.2.4 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
Artikel 16. Wijzigingen en toevoegingen
§ 1. De bepalingen van onderhavige milieuovereenkomst zullen worden aangepast aan een eventuele Europese of federale regelgeving op dit gebied of aan elke andere verplichting die voortvloeit uit het internationale en nationale recht.
§ 2. Tijdens de looptijd van de overeenkomst kunnen de partijen aan deze overeenkomst wijzigingen en/of toevoegingen aanbrengen, volgens de procedure vervat in het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
Alle wijzigingen en toevoegingen aan deze overeenkomst zijn slechts geldig indien ze blijken uit een schriftelijk akkoord ondertekend door alle partijen, dat uitdrukkelijk verwijst naar deze overeenkomst.
Artikel 17. Bevoegdheidsclausule
Elk geschil dat uit deze overeenkomst ontstaat of ermee verband houdt en waarvoor geen oplossing gevonden werd in de Geschillencommissie zoals bedoeld in artikel 14, wordt voorgelegd aan de Rechtbank van Eerste Aanleg van het gerechtelijk arrondissement van Brussel.
Artikel 18. Slotbepalingen
De overeenkomst wordt afgesloten te Brussel op 22 maart 2013 door de vertegenwoordigers van alle partijen. Elke partij erkent haar exemplaar van de overeenkomst te hebben ontvangen.
Voor het Vlaamse Gewest :
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,
J. SCHAUVLIEGE
Voor de organisaties :
Voor de vzw Belgische Petroleum Federatie
Dave Brownell
Voor de vzw Lubricants Association Belgium
Charles Devroey
Voor de vzw Belgische Federatie voor de handel en diensten
Jan Delfosse
Voor de vzw Belgische Confederatie voor de Autohandel en Reparatie
en voor de Aanverwante sectoren
Carl Veys
Voor de vzw Valorlub
Luc Deurinck