Hof van Beroep: Arrest van 28 April 1995 (Gent)

Date :
28-04-1995
Language :
Dutch
Size :
1 page
Section :
Case law
Source :
Justel N-19950428-6
Role number :

Summary :

Wanneer de verweerder voor de eerste rechter in zijn eerste conclusie op grond van de niet-inschrijving van de eiser in het handelsregister voor een handelswerkzaamheid waarop de vordering steunde, een middel van nietontvankelijkheid heeft opgeworpen tegelijkertijd met een exceptie van rechterlijk gewijsde, beroept de oorspronkelijke eiser zich in hoger beroep tevergeefs op de dekking van art. 42 in fine Handelsregisterwet met de bewering dat de eerste rechter de niet-ontvankelijkheid heeft uitgesproken op grond van het rechterlijk gewijsde. Niet de beslissing van de eerste rechter is doorslaggevend, wel het voordragen van het middel vóór ieder verweer overeenkomstig art. 868 Ger. W. Daaraan doet ook een afbreuk de omstandigheid dat de niet-ingeschreven koopman aan zijn verplichtingen als zelfstandige voldoet door het storten van bijdragen en tegenover het bestuur van de BTW. in orde is.

Arrêt :

The full and consolidated version of this text is not available.