Artikel 169, WIB 92 (inkomsten 2013)

Date :
22-12-2008
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
2 pages
Section :
Régulation
Type :
Codes and legislation
Sous-domaine :
Fiscal Discipline

Résumé :

personenbelasting - berekening van de belasting - berekening van de PB - bijzonder stelsel van aanslag - omzetting in lijfrente - afkoopwaarde - kapitaal - aanvullend pensioen - levensverzekering -

Texte original :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.

Contact | Disclaimer | FAQ
   
Quick search :
Fisconet plus Version 5.9.23
Service Public Federal
Finances
Home > Advanced search > Search results > Artikel 169, WIB 92 (inkomsten 2013)
Artikel 169, WIB 92 (inkomsten 2013)
Document
Content exists in : nl fr

Search in text:
Print    E-mail    Show properties

Properties

Effective date : 01.01.2009
Document type : Codes and legislation
Title : Artikel 169, WIB 92 (inkomsten 2013)
Document date : 22/12/2008
Keywords : personenbelasting / berekening van de belasting / berekening van de PB / bijzonder stelsel van aanslag / omzetting in lijfrente / afkoopwaarde / kapitaal / aanvullend pensioen / levensverzekering / herstel van een bestendige derving van inkomsten / omzettingsrente / omzettingscoëfficiënt
Document language : NL
Name : Artikel 169, WIB 92
Version : 1
Previous document   Next document   Show list of documents

Afdeling II. - Bijzondere stelsels van aanslag

Onderafdeling I. - Omzetting van sommige kapitalen, vergoedingen en afkoopwaarden in lijfrente

 

Artikel 169, WIB 92

(art. 73, KB/WIB 92)

 

Art. 169, § 1, 3e en 4e lid, is van toepassing op de uitkeringen die worden betaald of toegekend vanaf 01.01.2009 (art. 124, 1° en 2°, W 22.12.2008 - B.S. 29.12.2008 - err. B.S. 10.02.2009)

 

[Historiek]

 

§ 1. Kapitalen die worden vereffend bij het normaal verstrijken van het contract of bij het overlijden van de verzekerde en afkoopwaarden die worden vereffend in een der vijf jaren die aan het normaal verstrijken van het contract voorafgaan, en voor zover die kapitalen en afkoopwaarden worden uitgekeerd uit hoofde ofwel van levensverzekeringscontracten als vermeld in artikel 1451, 2°, en tot het bedrag dat dient voor de wedersamenstelling of het waarborgen van een hypothecaire lening, ofwel van levensverzekeringscontracten als vermeld in artikel 104, 9°, of van aanvullende pensioenen overeenkomstig artikel 52bis van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen zoals het van kracht was voordat het door artikel 70 van de programmawet van 24 december 2002, werd vervangen, of van aanvullende pensioenen als bedoeld in titel II, hoofdstuk I, afdeling 4, van de programmawet van 24 december 2002, alsmede kapitalen die de aard hebben van een vergoeding tot geheel of gedeeltelijk herstel van een bestendige derving van beroepsinkomsten, worden voor de vaststelling van de belastbare grondslag slechts in aanmerking genomen tot het bedrag van de lijfrente die zou voortvloeien uit de omzetting van die kapitalen en afkoopwaarden volgens door de Koning bij in Ministerraad overlegd besluit vastgestelde coëfficiënten die niet meer dan 5 pct mogen bedragen.

Hetzelfde omzettingsstelsel is van toepassing op de eerste schijf van 75.270 EUR (geïndexeerd bedrag) van het kapitaal of van de afkoopwaarde van een aanvullend pensioen als bedoeld in artikel 34, § 1, 2°, eerste lid, a tot c, waarop voorschotten op prestaties zijn opgenomen of dat heeft gediend voor het waarborgen van een lening of het weder samenstellen van een hypothecair krediet, in zover die voorschotten verleend of die leningen gesloten zijn voor het bouwen, het verwerven, het verbouwen, het verbeteren of het herstellen van de in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gelegen enige woning die uitsluitend bestemd is voor het persoonlijk gebruik van de leningnemer en zijn gezinsleden.

In afwijking van het eerste lid, worden kapitalen van aanvullende pensioenen toegekend overeenkomstig artikel 52bis van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, zoals het van kracht was voordat het door artikel 70 van de programmawet van 24 december 2002, werd vervangen of van aanvullende pensioenen als bedoeld in titel II, hoofdstuk I, afdeling 4, van de programmawet van 24 december 2002, voor de vaststelling van de belastbare grondslag, slechts in aanmerking genomen tot het bedrag van de lijfrente die zou voortvloeien uit de omzetting van 80 pct van die kapitalen volgens de in het eerste lid bedoelde coëfficiënten in zover ze bij leven ten vroegste bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd worden uitgekeerd aan de begunstigde die minstens tot aan die leeftijd effectief actief is gebleven of in zover ze worden uitgekeerd bij overlijden na het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd en de overledene tot die leeftijd effectief actief is gebleven.

In afwijking van het tweede lid, wordt de eerste schijf waarop het omzettingsstelsel van toepassing is, slechts ten belope van 80 pct in aanmerking genomen wanneer de in dat lid bedoelde kapitalen bij leven ten vroegste bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd worden uitgekeerd aan de begunstigde die minstens tot aan die leeftijd effectief actief is gebleven of wanneer ze worden uitgekeerd bij overlijden na het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd en de overledene tot die leeftijd effectief actief is gebleven.

§ 2. De omzettingswaarde wordt voor elk belastbaar tijdperk gezamenlijk met de andere inkomsten belast vanaf de dag waarop het kapitaal of de afkoopwaarde is betaald of toegekend:

a) wanneer de omzettingsrente overeenkomstig de bepalingen van § 1, 5 pct bedraagt, gedurende 10 opeenvolgende belastbare tijdperken of tot het belastbare tijdperk waarin de verkrijger is overleden wanneer die gebeurtenis plaatsvindt vóór het verstrijken van die periode van 10 belastbare tijdperken;

b) wanneer die omzettingsrente overeenkomstig dezelfde bepalingen minder dan 5 pct bedraagt, gedurende 13 opeenvolgende belastbare tijdperken of tot het belastbare tijdperk waarin de verkrijger is overleden wanneer die gebeurtenis plaatsvindt vóór het verstrijken van die periode van 13 belastbare tijdperken.