Nummer R 196/08-03

Nummer R 196/08-03

08. - Honoraria. 

03. - Het enkele feit dat de deskundigen ter verantwoording van hun ereloon enkel "2 per duizend op de geschatte waarde" aangeven, heeft niet tot gevolg dat "de deskundigen zichzelf partij hebben gemaakt en hun eigen belangen op een onverbrekelijke en ontoelaatbare wijze hebben verbonden aan dat van administratie door hun ereloon op uitsluitende wijze te laten afhangen van het door henzelf vast te stellen resultaat van de schatting". Deze redenering houdt immers de niet bewezen vooronderstelling in dat deze deskundigen van meet af aan enkel oog zouden hebben gehad voor hun eigen ereloon en hun opdracht (met name het op een gemotiveerde wijze schatten van de verkoopprijs van de gebou¬wen) ondergeschikt zouden hebben gemaakt (zouden hebben misbruikt) aan het bekomen van een zo hoog mogelijk ereloon.  

Dergelijke houding van de deskundigen is niet bewezen en integendeel blijkt dat zij hun opdracht eerlijk en correct hebben vervuld en de waardebepaling van de gebouwen enkel hebben laten afhangen van objectieve feiten waarover geïntimeerde tegenspraak heeft kunnen voeren. 

De door de deskundigen voor de begroting van hun ereloon gehanteerde norm bewijst op zichzelf dan ook geen partijdigheid van de deskundigen, noch wettigt zij een gerechtvaardigde vrees voor de mogelijke partijdigheid of vooringenomenheid van deze deskundigen.

(Arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen dd. 31 oktober 2002 - bl. nr. E.E./95.926; bevestigd door een arrest van het Hof van Cassatie dd. 23 maart 2006)  

----------
JULI 2006 - 1068/18-2