Nummer R 64/06-01

Date :
04-11-1958
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
2 pages
Section :
Régulation
Type :
Comments
Sous-domaine :
Fiscal Discipline

Résumé :

Bij ruiling verkregen goederen

Texte original :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.

Contact | Disclaimer | FAQ
   
Quick search :
Fisconet plus Version 5.9.23
Service Public Federal
Finances
Home > Advanced search > Search results > Nummer R 64/06-01
Nummer R 64/06-01
Document
Content exists in : nl fr

Search in text:
Print    E-mail    Show properties

Properties

Document type : Comments
Title : Nummer R 64/06-01
Tax year :
Document date : 04/11/1958
Document language : NL
Name : R 64/06-01
Version : 1
Previous document   Next document   Show list of documents

Nummer R 64/06-01

06. - Bij ruiling verkregen goederen.

01. - Alvorens artikel 64 op een bij ruiling verkregen onroerend goed te kunnen toepassen, dient er nagegaan te worden in welke mate de toepassing van artikel 62 de op de ruilingsakte gedane heffing heeft beïnvloed. Artikel 64 kan inderdaad slechts toegepast worden in de mate waarin de beroepspersoon voordeel heeft getrokken uit de toepassing van het verlaagd tarief.

Praktisch kan de basis tot beloop waarvan de toepassing van het recht van 5 pct. een rol heeft gespeeld bij de heffing, bepaald worden op het verschil tussen het recht van 12,50 pct. berekend op de goederen die overgedragen werden aan de beroepspersoon, en het effectief wegens de ruiling geheven recht, vermenigvuldigd met 100/7,5.

Zo niets werd wederverkocht binnen de periode van 10 jaar, dient het recht van 12,50 pct. te worden gevorderd op de aldus vastgestelde grondslag.

Bij gedeeltelijke wederverkoop moet de aankoopwaarde van het wederverkochte gedeelte, berekend overeenkomstig de forfaitaire regeling van artikel 67, tweede lid, van dezelfde basis worden afgetrokken en is het recht van 12,50 pct. alleen verschuldigd op het verschil.

Voorbeeld. Ruiling tussen A (particulier) en B (beroepspersoon).

A

staat af aan B een onroerend goed met een waarde van 4 000 000 F.

B

staat af aan A een onroerend goed met een waarde van 3 000 000 F.

 

Opleg door B 1 000 000 F.

B

roept voor zijn verkrijging artikel 62 in.

Heffing op de akte: 3 000 000 F aan 12,50 pct. = 375 000F.

a)

Door artikel 62 verschaft voordeel:

 

4 000 000 F aan 12,50 pct. =

500 000 F.

 

3 000 000 F aan 12,50 pct. =

375 000 F.

 

                                            

125 000 F.

b)

Bedrag (verkrijgingswaarde) voor hetwelk B tot wederverkoop is gehouden :

 

125 000 x 100 = 1 666 680F.

         7,5

c)

Bijvoeglijke rechten zo B niets wederverkoopt:

 

1 666 680 F aan 12,50 pct. = 208.335F.

d)

Bijvoeglijke rechten, zo B goederen heeft wederverkocht die voor 500 000 F in de raming van 4 000 000 F zijn begrepen (art. 67) :

 

1 666 680 F - 500 000 F = 1 166 680 F.

1 166 680 F aan 12,50 pct. = 145 835 F.

(Besl. 4 november 1958, nr. E.E./75.139)

----------

JANUARI 1980 - 400

JANUARI 1980 - 401