Nummer S 8/11-01

Nummer S 8/11-01

11. - Sommen niet opvorderbaar bij het overlijden van de bedinger.

01. - De gelijkstelling met legaat is niet afhankelijk van de voorwaarde, dat de derde geroepen is te verkrijgen bij het overlijden van de bedinger.

Het successierecht is verschuldigd wanneer de verkrijger geroepen was het voordeel van het beding te ontvangen binnen drie jaar vóór het overlijden van de overledene of wanneer hij geroepen is dit voordeel te verkrijgen op een datum die zich na het overlijden situeert.

In deze beide gevallen is het evenwel vereist dat het beding juridisch uitgaat van de overledene.

Voorbeelden.

a. Spaarcontract waarbij een vennootschap tegen storting van een jaarlijkse bijdrage door een particulier zich tegenover laatstbedoelde verbindt om hem een zekere som te betalen op een vast bepaalde datum indien hij op dat ogenblik nog in leven is; inde onderstelling dat hij alsdan zou overleden zijn, wordt er bedongen dat de som op dezelfde datum aan zijn echtgenote zal worden betaald.

Indien de particulier voor de gestelde datum overlijdt, moet artikel 8 worden toegepast op de schuldvordering die de echtgenote ingevolge dit overlijden bekomt.

b. Wanneer een onroerend goed door twee personen wordt verkocht onder beding, dat de prijs zal worden betaald, binnen het jaar na het overlijden van de langstlevende van de verkopers, aaneen bepaalde derde, is artikel 8 voor de helft van de prijstoepasselijk zowel bij het overlijden van de eerststervende als bij het overlijden van de langstlevende der verkopers.

c. Bij verkoop van een onroerend goed onder beding, dat de prijs bij het overlijden van de koper aan een vernoemde derde zal moeten worden betaald, moet artikel 8 toegepast worden bij het overlijden van de verkoper wanneer op dat ogenblik de koper nog in leven is of wanneer hij is overleden binnen drie jaar vóór de datum van het overlijden van de verkoper.

In al deze gevallen zullen voor de waardering bij het overlijden van de sommen die na dit overlijden betaalbaar zijn, de regels worden gevolgd die gelden voor de waardering van delegaten van sommen met tijdsbepaling.

(Aanschr. van 17 april 1967, nr. 21)

----------
JANUARI 1980 - 44 en 45