Voorafgaande beslissing nr. 2013.280 dd. 15.10.2013

Date :
15-10-2013
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
9 pages
Section :
Régulation
Type :
Prior agreements L 24.12.2002
Sous-domaine :
Fiscal Discipline

Résumé :

Vennootschapsbelasting - Belastingneutrale partiële splitsing - Zakelijke overwegingen - Belastingfraude of ?ontwijking - Retroactiviteit - Registratierechten - Onroerende goedere

Texte original :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.

Contact | Disclaimer | FAQ
   
Quick search :
Fisconet plus Version 5.9.23
Service Public Federal
Finances
Home > Advanced search > Search results > Voorafgaande beslissing nr. 2013.280 dd. 15.10.2013
Voorafgaande beslissing nr. 2013.280 dd. 15.10.2013
Document
Content exists in : nl fr

Search in text:
Print    E-mail    Show properties

Properties

Document type : Prior agreements L 24.12.2002
Title : Voorafgaande beslissing nr. 2013.280 dd. 15.10.2013
Document date : 15/10/2013
Keywords : belastingneutrale partiële splitsing / zakelijke overwegingen / belastingfraude of –ontwijking / retroactiviteit / onroerende goederen / inbreng / vennootschap / vrijstelling of vermindering / vrijstelling / vermindering / juridische kwalificatie / tegenstelbaarheid / bewijs / tegenbewijs / herkwalificatie
Document language : NL
Name : Voorafgaande beslissing nr. 2013.280 dd. 15.10.2013
Version : 1

Voorafgaande beslissing nr. 2013.280 dd. 15.10.2013

Vennootschapsbelasting

Belastingneutrale partiële splitsing

Zakelijke overwegingen

Belastingfraude of -ontwijking

Retroactiviteit

Registratierechten

Onroerende goederen

 

Samenvatting

De partiële splitsing van de NV A, waarbij het bedrijfsgerelateerd onroerend goed patrimonium ondergebracht wordt in meerdere nieuw opgerichte vastgoedvennootschappen en de bedrijfsexploitatie in de NV A behouden blijft, beantwoordt aan het bepaalde in artikel 183bis, WIB 92. De boekhoudkundige retroactiviteit van maximaal 10 maand kan op fiscaal vlak worden aanvaard.

De partiële splitsing, van de onroerende goederen, van de NV A naar de nieuw opgerichte Belgische vennootschappen, zal belast worden met het evenredig registratierecht aan het tarief van 0% bij toepassing van artikel 115 W.Reg. Artikel 18, § 2 W.Reg. zal niet worden toegepast aangezien er voldoende niet-fiscale motieven aanwezig zijn.

 

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt ertoe te vernemen of:

1.1. de geplande partiële splitsing van NV A niet als hoofddoel of één der hoofddoelen belastingfraude of belastingontwijking heeft in de zin van art. 183bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna WIB 92);

1.2. de boekhoudkundige terugwerkende kracht van de vennootschapsakte m.b.t. de geplande partiële splitsing, die in elk geval niet meer dan tien maanden zal bedragen, tegenstelbaar is aan de fiscale administratie;

1.3. de partiële splitsing geen aanleiding geeft tot heffing van het proportionele registratierecht ingevolge de toepassing van artikel 115bis Wetboek der Registratierechten (hierna W.Reg.) en de niet-toepasselijkheid van artikel 120 W. Reg.;

1.4. de geplande partiële splitsing van NV A door andere motieven verantwoord is dan het ontwijken van registratierechten in de zin van artikel 18, § 2 W.Reg.

 

II. Omschrijving van de verrichting door de aanvrager

II. A. Identiteit van de betrokken partijen en hun activiteiten

2. NV A heeft maakt deel uit van een multinationale groep.

3. De marktomstandigheden in de sector zijn in de laatste jaren drastisch gewijzigd sinds het begin van de financiële crisis in het laatste kwartaal van 2008. De groep heeft bijkomende financiële middelen nodig tussen 2013 en 2017.

4. Vroeger kon de groep geld lenen bij banken zonder de vereiste om een hypotheek toe te kennen of om de aandelen in de verschillende entiteiten in pand te geven. De enige vereiste om de lening te verkrijgen was de garantie gegeven door verschillende entiteiten van de groep om de lening af te betalen.

5. Recent werd een gesyndiceerde lening afgesloten met de vereiste tot het verschaffen van bijkomende garanties, zoals het toekennen van een pand op de aandelen in NV A. Aangezien de leningsovereenkomst bijkomende voorwaarden oplegt die niet waren vervuld tegen de deadline als gevolg van minder goede bedrijfsprestaties, is een hogere rentevoet van toepassing.

6. De groep dient te komen tot een diversificatie van kredietverstrekkers aangezien banken niet langer bereidt zijn om geld te lenen (of enkel aan een veel hoger rentetarief). Als een van de maatregelen om nieuwe financiële middelen te vinden, is de groep momenteel in onderhandeling met verschillende investeerders. Een bepaalde investeerder overweegt te participeren in het eigen vermogen van de groep.

7. Een andere investeerder is bereid om een lening te verstrekken. Deze lening zou gedeeltelijk worden gebruikt voor de afbetaling van de gesyndiceerde lening die werd afgesloten en gedeeltelijk om financiële middelen te voorzien voor bepaalde vastgoed. Afgaande op de lopende onderhandelingen met andere kredietverstrekkers, zou de groep enkel de bijkomende financiering verkrijgen indien directe garanties op bepaalde activa wordt verstrekt (nl. hypotheken op het vastgoed) samen met een in pandgeving van de aandelen in de entiteiten die deze activa in eigendom hebben. De kredietverstrekkers hebben enkel interesse in bepaalde selectieve activa en zijn enkel bereid om bijkomende financiële middelen te verstrekken voor die activa.

8. De opdeling van de activiteiten x en y in verschillende juridische entiteiten is niet enkel noodzakelijk voor de inpandgeving van de aandelen. Dit is ook noodzakelijk om de activa te beschermen door ze af te schermen in verschillende juridische entiteiten. Dat biedt ook de garantie aan de kredietverstrekkers dat de verstrekte kredieten effectief gebruikt worden voor specifieke activa.

II. B. Beschrijving van de verrichting

9. Volgorde van de verrichtingen:

9.1. Oprichting van n nieuwe Belgische vennootschappen die vastgoed zullen ontvangen in het kader van de geplande partiële splitsing;

9.2. Opzetten van BTW eenheid tussen alle betrokken Belgische vennootschappen;

9.3. Partiële splitsing en inbreng in de nieuwe opgerichte vennootschappen van vastgoed.

10. De groep beoogt de Belgische activiteiten te herstructureren waarbij de onroerende goederen zullen worden afgesplitst van de activiteiten x. Een juridische entiteit zal worden gecreëerd voor ieder vastgoed in België.

11. Dit zal worden gerealiseerd door een partiële splitsing van het vastgoed van de Belgische vennootschap NV A in n nieuwe Belgische vennootschappen.

12. Artikel 673 W.Venn. definieert de splitsing door overneming als 'de rechtshandeling waarbij het gehele vermogen van een vennootschap, zowel de rechten als de verplichtingen, als gevolg van haar ontbinding zonder vereffening, op verscheidene vennootschappen overgaat tegen uitreiking aan de vennoten van de ontbonden vennootschap, van aandelen van de verkrijgende vennootschappen die delen in het gesplitste vermogen eventueel met een opleg in geld die niet meer mag bedragen dan een tiende van de nominale waarde of, bij gebreke van een nominale waarde, van de fractiewaarde van de uitgereikte aandelen'.

13. Artikel 677 W.Venn. bepaalt dat 'met splitsing wordt gelijkgesteld, de verrichting omschreven in artikel 674 W.Venn., zonder dat alle overdragende vennootschappen ophouden te bestaan.'

14. De geplande partiële splitsing zal worden vrijgesteld van belasting in zoverre voldaan is aan de in art. 211, § 1, vierde lid, WIB 92 gestelde voorwaarden.

15. De aandelen in de n vastgoedvennootschappen zullen worden aangehouden door de moedervennootschap van NV A.

16. De n nieuwe vastgoedvennootschappen zullen het vastgoed verhuren aan NV A tegen een marktconforme (huur) vergoeding.

17. De partiële splitsing zal neutraal zijn voor de notionele intrestaftrek aangezien de basis voor de berekening van de notionele intrestaftrek van de groep (in België) niet zal wijzigen.

18. Voor BTW doeleinden zullen NV A en de n nieuwe vastgoedvennootschappen voordat de partiële splitsing en inbreng zal plaatsvinden een BTW-eenheid vormen zoals voorzien in artikel 4, § 2 Wetboek BTW en in het KB nr. 55. De vennootschappen zijn juridisch, economisch en financieel zo met elkaar verbonden dat de voorwaarden om een fiscale eenheid te vormen vervuld zijn. De fiscale eenheid zal ten minste behouden blijven voor een minimumduur van drie jaar.

19. De partiële splitsing wordt uitgevoerd volgens het principe van boekhoudkundige continuïteit.

20. Het is de bedoeling de partiële splitsing notarieel te verlijden met een terugwerkende kracht van maximaal 10 maanden. Tussen de retroactiviteitsdatum en de datum van de juridische partiële splitsing hebben geen uitzonderlijke verrichtingen plaatsgevonden die een wezenlijke invloed hebben op de fiscale nettowaarden.

21. De geplande partiële splitsing zal in principe geen nadelige invloed hebben op het aantal tewerkgestelde personen in België. Het personeel zal niet worden toegewezen aan de nieuwe opgerichte vennootschappen en zal kunnen blijven genieten van een uniform personeelsstatuut in NV A.

22. De schulden en het personeel blijven in NV A. De aanvrager bevestigt dat er geen met het vastgoed verbonden schulden zijn. Er zijn enkel korte termijn commerciële schulden, die logischerwijze bij de exploitatievennootschap blijven.

 

III. Motivering van de aanvraag door de aanvrager

 

VENNOOTSCHAPSBELASTING

 

III. A. Wettelijk kader

23. Artikel 211, § 1, WIB 92 bepaalt onder meer dat in geval van splitsing de meerwaarden als vermeld in de artikelen 44, § 1, 1° en 47, WIB 92, die op het ogenblik van de verrichting zijn vrijgesteld, en de meerwaarden die naar aanleiding van deze verrichting worden verwezenlijkt of vastgesteld, niet in aanmerking komen voor belastingheffing ingevolge artikel 208, tweede lid of artikel 209, WIB 92. Voornoemd artikel is evenwel slechts van toepassing op voorwaarde dat:

23.1. de overnemende of verkrijgende vennootschap een binnenlandse vennootschap is of een intra-Europese vennootschap;

23.2. de verrichting wordt verwezenlijkt overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en desgevallend, conform vennootschapsrechtelijke bepalingen van gelijke aard die van toepassing zijn op de overnemende of verkrijgende intra-Europese vennootschap;

23.3. de verrichting beantwoordt aan het bepaalde in artikel 183bis, WIB 92.

24. Aangezien alle betrokken vennootschappen binnenlandse vennootschappen zijn en de verrichting verwezenlijkt zal worden overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen, zullen de eerste twee voorwaarden vervuld zijn.

III. B. Artikel 183bis, WIB 92

25. Hierna volgt een beschrijving van de belangrijkste argumenten die aantonen dat de voorgenomen verrichtingen aan rechtmatige financiële of economische behoeften beantwoorden. De aanvrager wenst ook expliciet te benadrukken dat de partiële splitsing niet is ingegeven door een fiscaal motief. Integendeel, ten gevolge van de partiële splitsing zal inzake de vennootschapsbelasting het belastbaar resultaat niet langer op geconsolideerde wijze worden berekend voor alle Belgische activiteiten.

26. De reorganisatie zal niet leiden tot een belastingbesparing in hoofde van één van de nieuw opgerichte entiteiten. De voorgenomen partiële splitsing is ingegeven door bedrijfseconomische motieven, die hieronder worden uiteengezet.

27. Als gevolg van de gewijzigde marktomstandigheden sinds de financiële (vastgoed) crisis van 2008/2009 is de groep ernstig getroffen en is de groep genoodzaakt om zich aan te passen om te overleven door het opzetten van een structuur die de noodzakelijke flexibiliteit toelaat.

28. De overgang naar een splitsing tussen de exploitatie activiteiten x en de vastgoed activiteiten y beoogt de volgende doelstellingen te realiseren:

28.1. Bijkomende transparantie: het O-P model resulteert in de splitsing van twee verschillende activiteiten waarbij onderscheiden marktdeelnemers (concurrenten) actief zijn;

28.2. het O-P model laat toe om de werkelijke kosten van het vastgoed correct weer te geven in de resultaten van de exploitatie activiteiten met afzonderlijke rapportering van de resultaten in de exploitatie activiteiten en de resultaten in de vastgoed activiteiten. Dit biedt de mogelijkheid aan de aandeelhouders en potentiële investeerders om de waarde van deze activiteiten correct in te schatten.

28.3. Financiële middelen aantrekken: de groep is genoodzaakt om externe financiering aan te trekken om financiële middelen vrij te maken die kunnen worden geïnvesteerd in de kernactiviteit, nl. de exploitatie activiteiten x. De groep heeft recent bijkomende leningen moeten afsluiten. Het aantrekken van bijkomende externe partners zal bijdragen tot het herstel en voortbestaan van de groep en de Belgische entiteiten en de handhaving van de tewerkstelling in België.

28.4. Aanpassing aan de bestaande structuur in de buurlanden: de invoering van het "O-P" model in België zal het Belgisch model in overeenstemming brengen met de juridische structuur in Nederland en Duitsland. Aangezien het afzonderen van het vastgoed in afzonderlijke vastgoedvennootschappen voldoende flexibiliteit geeft bij het aantrekken van financierders voor een specifiek vastgoed en om de Belgische structuur niet nodeloos complex te maken, wordt ervoor gekozen om eerder het Duitse O-P model dan het Nederlandse O-P model te volgen en de exploitaties bijgevolg niet op te splitsen in aparte vennootschappen.

28.5. Aanpassing aan de algemene trend in de sector: de groep wenst zich toe te leggen op haar kernactiviteit, nl. exploitatie activiteiten x. Dezelfde evolutie valt op te tekenen bij andere marktdeelnemers (concurrenten).

29. Een bijkomende beweegreden om ieder vastgoed in een aparte juridische entiteit in te brengen bestaat erin om vastgoedfondsen toe te laten te co-investeren op een selectieve wijze in één bepaald vastgoed.

29.1. Doorgaans zijn vastgoed investeerders op zoek naar investeringsopportuniteiten per vastgoed. De opdeling van vastgoed in verschillende 'special purpose vehicles' laat de nodige flexibiliteit toe aan de groep om co-investeerders aan te trekken die enkel wensen te investeren in een specifiek vastgoed op basis van de grootte van het og, de specifieke doelgroep, vastgoed gelegen op een bepaalde locatie, enz.

29.2. Een partnermodel waar de exploitant een bepaalde deelneming in de vastgoedvennootschap behoudt (medezeggenschap, minderheidsbelang) is de beste optie zowel vanuit het perspectief van de exploitant als van de vastgoedinvesteerder. De investeerder is voor een grote mate gebonden aan de exploitant. Indien de exploitant geniet van een goede reputatie en een bekende merknaam, zullen de onroerende goederen beter presteren en zal het vastgoed hoger worden gewaardeerd. Dit wordt door de investeerder geanalyseerd per vastgoed en niet per land of per bedrijfstak.

30. Zoals hierboven reeds vermeld, legt een investeerder als essentiële voorwaarde op dat de activiteiten worden opgesplitst in verschillende juridische entiteiten om bijkomende (her)financiering of projectfinanciering te bekomen. Daardoor kan aan de kredietverstrekker een inpandgeving van de aandelen worden toegekend in de entiteiten die de financiering verkrijgen en kunnen de activiteiten worden afgescheiden van de financiële risico's van de groep.

31. Er dient op gewezen te worden dat de groep momenteel geen concrete intentie heeft om de nieuw opgerichte vastgoedvennootschappen te verkopen aan een derde partij. Deze beslissing is economisch te verantwoorden aangezien omwille van de financiële moeilijkheden van de groep en de moeilijke situatie van de sector investeerders niet bereid zijn om een voldoende hoge prijs te betalen voor de onroerende goederen aan te kopen.

32. De groep bevestigt dat er geen intentie is de aandelen van de NV A en de nieuw opgerichte vastgoedvennootschappen aan derden over te dragen binnen de drie jaar vanaf de datum waarop de partiële splitsing juridisch uitwerking zal hebben.

33. Indien er desondanks toch een wijziging van controle zou plaatshebben over de nieuw opgerichte vastgoed vennootschappen of de NV A binnen de drie jaar vanaf de datum waarop de partiële splitsing juridisch uitwerking zal hebben, dan verbindt de groep zich ertoe een avenant voor te leggen aan de DVB met een investeringsplan / schuldaflossingsplan alvorens tot verkoop over te gaan.

III. C. De boekhoudkundige retroactiviteit

34. Het is de bedoeling de partiële splitsing van de NV A te verlijden met een boekhoudkundig retroactiviteitsbeding van maximaal 10 maand. Alle handelingen van de partieel te splitsen vennootschap vanaf de retroactiviteitsdatum zullen dus boekhoudkundig geacht worden te zijn verricht voor rekening van de respectievelijke verkrijgende vennootschappen.

35. In overeenstemming met de Commentaar van het WIB 92 (nr. 211/13) zal men boekhoudkundig als volgt te werk gaan:

35.1. de kosten en opbrengsten van de te splitsen vennootschap NV A die betrekking hebben op de periode voorafgaand aan het boekhoudkundig retroactiviteitstijdstip worden in de laatste jaarrekening van NV A opgenomen;

35.2. de kosten en opbrengsten van NV A die betrekking hebben op de periode tussen het boekhoudkundig retroactiviteitstijdstip en de datum waarop de partiële splitsing vennootschapsrechtelijk zal worden voltrokken, worden opgenomen in de jaarrekeningen van de respectievelijke verkrijgende vennootschappen.

36. Volgens de Commentaar van het WIB 92 (211/14) is de terugwerkende kracht van een vennootschapsakte in de regel niet tegenstelbaar aan de Administratie. Van dit beginsel mag slechts worden afgeweken wanneer de bedoelde retroactiviteitsclausule:

36.1. met de werkelijkheid overeenstemt en betrekking heeft op een korte periode": in dit verband is het hoofdbestuur van mening dat een boekhoudkundige retroactiviteitsclausule van meer dan zeven maanden, in normale omstandigheden niet als een korte periode kan worden aangemerkt;

36.2. en, een juiste toepassing van de belastingwetgeving niet in de weg staat.

37. Voor de geplande partiële splitsing zal de boekhoudkundige retroactiviteit ongeveer tien maanden bedragen en een juiste toepassing van de belastingwetgeving niet in de weg staan. Tussen de retroactiviteitsdatum en de datum van de juridische partiële splitsing hebben geen uitzonderlijke verrichtingen plaatsgevonden die een wezenlijke invloed hebben op de fiscale nettowaarden.

38. De voormelde termijn van ongeveer tien maanden zal de vennootschappen toelaten een boekhoudkundige retroactiviteit in aanmerking te nemen die teruggaat tot op de eerste dag van het boekjaar waarin de verrichting plaatsgrijpt.

39. Deze termijn zal volstaan om de verrichting uit te voeren overeenkomstig de vennootschapsrechtelijke voorschriften, o.a. de opmaak van het splitsingsvoorstel waaraan o.m. de jaarrekening van het vorige boekjaar is toegevoegd, de neerlegging van dit voorstel ter griffie van de rechtbank van koophandel uiterlijk 6 weken vóór de desbetreffende algemene vergadering worden opgesteld en zulks zonder dat noodzakelijkerwijs een zogenaamde tussentijdse afsluiting dient te gebeuren.

 

REGISTRATIERECHTEN

 

40. In het kader van de partiële splitsing zal enkel vastgoed (met uitsluiting van bestaande schulden) worden ingebracht in de n vastgoedvennootschappen waardoor de partiële splitsing overeenkomstig de artikels 115bis en 120 W.Reg. geen aanleiding zal geven tot toepassing van proportionele registratierechten.

41. De aanvrager heeft bevestigd dat de partiële splitsing zal gebeuren in ruil voor nieuwe aandelen, die verdeeld zullen worden onder de aandeelhouders van de NV A in verhouding tot hun aandeel en dat er geen opleg in contanten zal zijn. Dit zal ook blijken uit de notariële splitsingsakte.

42. In geval van fiscaal misbruik, kan de belastingaministratie het belastingvrije karakter van de splitsing betwisten en de reorganisatie belasten als een verkoop van vastgoed aan de vastgoedvennootschappen, met toepassing van registratierechten (artikel 18, § 2 W.Reg.).

43. Echter, zoals hierboven is uitgelegd, komt fiscaal misbruik niet in aanmerking gezien de zakelijke redenen voor de partiële splitsing.

44. De splitsingsakte zal melding maken van de vrijstelling van proportionele registratierechten met verwijzing naar de artikels 115bis W.Reg. en de niet-toepasselijkheid van 120 W. Reg.

 

IV. Beslissing

IV. A. Inzake de toepassing van artikel 183bis, WIB 92

45. De groep is een grote multinationale keten. NV A maakt deel uit van de groep en exploiteert de Belgische activiteiten. NV A heeft verschillend onroerende goederen in eigendom.

46. Omwille van de veranderde marktsituatie sinds de financiële crisis is de groep getroffen door de vastgoedcrisis en dient zij zich te handhaven door het opzetten van een structuur die de noodzakelijke flexibiliteit toelaat.

47. De groep wenst de Belgische activiteiten te herstructureren in die zin dat de onroerende goederen zullen worden afgesplitst van de activiteiten x. Een juridische entiteit zal gecreëerd worden voor ieder vastgoed in België. Deze herstructurering zal doorgevoerd worden door een partiële splitsing van NV A waarbij de onroerende goederen in verschillende nieuw opgerichte Belgische vastgoedvennootschappen zullen ingebracht worden. De vastgoedvennootschappen zullen het vastgoed marktconform verhuren aan de operationele vennootschap NV A.

48. Door de opsplitsing van de exploitatie en het vastgoed wil de aanvrager de transparantie verhogen, financiële middelen aantrekken, de structuur aanpassen aan de bestaande groepsmodellen structuur in de buurlanden en tevens zich aanpassen aan de algemene trend in de sector.

49. De keuze van haar O-P model bestaat er in om vastgoedfondsen toe te laten te co-investeren op een selectieve wijze in één bepaald onroerend goed.

50. De marktomstandigheden in de sector zijn in de laatste jaren drastisch gewijzigd. Vroeger kon de groep geld lenen bij banken zonder de vereiste om een hypotheek toe te kennen of om de aandelen in de verschillende entiteiten in pand te geven. De enige vereiste om de lening te verkrijgen was de garantie gegeven door verschillende entiteiten van de groep om de lening af te betalen.

51. De groep dient te komen tot een diversificatie van kredietverstrekkers aangezien banken niet langer bereidt zijn om geld te lenen (of enkel aan een veel hoger rentetarief). Als een van de maatregelen om nieuwe financiële middelen te vinden, is de groep momenteel in onderhandeling met verschillende investeerders. Een bepaalde investeerder overweegt te participeren in het eigen vermogen van de groep.

52. Een andere investeerder legt als essentiële voorwaarde op dat de activiteiten worden opgesplitst in verschillende juridische entiteiten om bijkomende financiering of projectfinanciering te bekomen. Daardoor kan aan de kredietverstrekker een inpandgeving van de aandelen worden toegekend in de entiteiten die de financiering verkrijgen en kunnen de activiteiten worden afgescheiden van de financiële risico's van de groep.

53. De partiële splitsing is neutraal wat betreft de berekeningsbasis inzake de notionele interestaftrek.

54. De aanvrager heeft verklaard dat de partiële splitsing geen nadelige invloed zal hebben op het aantal tewerkgstelde personen in België. Het bestaande personeel blijft tewerkgesteld binnen de NV A. Er gaat geen personeel over naar de vastgoedvennootschappen.

55. De aanvrager heeft verklaard dat de verdeling van de eigen vermogensbestanddelen zal gebeuren conform artikel 213, WIB 92.

56. NV A heeft geen fiscaal overdraagbare verliezen, noch overdraagbare DBI, NIA of investeringsaftrek.

57. De aanvrager heeft bevestigd dat er geen schulden verbonden zijn met het vastgoed en dat er geen schulden overgaan naar de nieuwe vastgoedvennootschappen.

58. Op basis van de door de aanvrager verstrekte inlichtingen en het door de DVB gevoerde onderzoek kan worden aangenomen dat de partiële splitsing van NV A plaatsvindt op basis van zakelijke overwegingen en niet als hoofddoel of één der hoofddoelen belastingfraude of belastingontwijking heeft in de zin van artikel 183bis, WIB 92.

IV. B. Inzake de boekhoudkundige retroactiviteit

59. Aan de DVB wordt gevraagd te bevestigen dat de voorgenomen partiële splitsing zou kunnen worden doorgevoerd met een maximale boekhoudkundige retroactiviteitstermijn van 10 maanden die tegenstelbaar zal zijn aan de fiscale administratie. De partiële splitsing zal uiterlijk in de loop van de maand Q notarieel doorgevoerd worden. De verrichting zal voor boekhoudkundige doeleinden uitwerking hebben vanaf de retroactiviteitsdatum, zodat alle verrichtingen vanaf die datum vanuit boekhoudkundig oogpunt geacht zullen worden te zijn verricht voor rekening van de verkrijgende vennootschappen.

60. Hierbij bevestigt de aanvrager dat tijdens de retroactiviteitstermijn geen uitzonderlijke verrichtingen zullen worden gesteld door de bij de herstructurering betrokken vennootschappen en dat een retroactiviteitstermijn van maximaal 10 maanden geen fiscale gevolgen zal meebrengen in hoofde van de bij de verrichting betrokken vennootschappen.

61. De boekhoudkundige retroactiviteit van maximaal 10 maanden van de partiële splitsing van de NV A kan op fiscaal vlak worden aanvaard.

IV. C. Inzake de registratierechten

62. Artikel 115bis W.Reg. bepaalt dat : de inbrengen van onroerende goederen, andere dan die welke gedeeltelijk of geheel tot bewoning aangewend worden of voor bewoning bestemd zijn en door een natuurlijke persoon ingebracht worden, in burgerlijke vennootschappen of handelsvennootschappen waarvan de zetel van werkelijke leiding in België gevestigd is, of de statutaire zetel in België en de zetel van werkelijke leiding buiten het grondgebied van de lidstaten van de Europese Gemeenschap gevestigd is, aan het recht van 0 pct. worden onderworpen.

63. Artikel 120 W. Reg. bepaalt dat : wanneer een inbreng in vennootschap gedeeltelijk vergolden wordt anders dan bij toekenning van maatschappelijke rechten, wordt de overeenkomst, naarmate van deze vergelding, onderworpen aan de rechten zoals ze in dit hoofdstuk vastgesteld zijn voor de overeenkomsten onder bezwarende titel die goederen van dezelfde aard tot voorwerp hebben. Zo een inbreng met onroerende goederen vermeld in artikel 115bis en goederen van een andere aard begrijpt, worden, niettegenstaande elk strijdig beding, de maatschappelijke rechten en de andere lasten, die de vergelding van bedoelde inbreng uitmaken, geacht evenredig verdeeld te zijn tussen de waarde die aan de onroerende goederen is toegekend en die welke aan de andere goederen is toegekend, bij de overeenkomst. De te vervallen huurprijzen van de huurcontracten waarvan de rechten worden ingebracht, worden evenwel geacht enkel op laatstbedoelde rechten betrekking te hebben. Deze bepalingen zijn evenwel niet toepasselijk bij inbreng van de universaliteit van de goederen of van een bedrijfstak overeenkomstig artikel 117 W.Reg.

64. Artikel 167 W.Reg. bepaalt dat wanneer er niet anderszins bij deze titel over beschikt is, het bedrag van het op een akte of een verklaring te heffen evenredig recht niet minder mag bedragen dan het algemeen vast recht.

65. Aangezien de inbreng zal worden gedaan in n nieuw opgerichte Belgische handelsvennootschappen is er voldaan aan de nationaliteitsvereiste.

66. Aangezien de partiële splitsing van NV A, begrijpende n onroerende bedrijfsgoederen, volledig wordt vergoed in nieuwe aandelen die verhoudingsgewijs zullen worden toegekend aan de huidige aandeelhouders van NV A, er geen overname van schuld is zodat de n onroerende goederen schuldenvrij worden afgesplitst, en er noch enige opleg is in contanten, is in casu artikel 120 W.Reg. niet van toepassing, en kan men stellen dat de verrichting zal worden belast met het evenredig registratierecht aan het tarief van 0% door een zuivere toepassing van artikel 115bis W. Reg., evenwel met toepassing van artikel 167 W. Reg. met minimumheffing gelijk aan het algemeen vast recht.

67. Artikel 18, § 2 W.Reg. zal niet worden toegepast aangezien er voldoende niet-fiscale motieven aanwezig zijn.

68. De onderhavige beslissing is gebaseerd op de elementen zoals deze door de aanvrager vermeld worden. De DVB spreekt zich in deze beslissing, ondanks de vermeldingen in randnummers 32 en 33, niet uit over de mogelijke toepassing van antimisbruikbepalingen (art. 183bis of art. 344, § 1 WIB 92, art. 18, § 2 W.reg., enz …) ten gevolge van verrichtingen die niet omschreven zijn in deze beslissing.