Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 15 Januari 2009 (België). RG M71104/5771

(...)

I. Feiten

Z. kwam via een advertentie of via internet in contact met zijn slachtoffers. Hij beloofde dat zij fotomodel konden worden. Hij sprak met hen af bij hem thuis of op restaurant). Daarna maakte hij van foto's van de meisjes, diende aan elk van hen drank en verdovende middelen toe (o.a. Flunetrazepam) en misbruikte hen ondertussen (van aanranding van de eerbaarheid tot verkrach-ting).

Het vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te ... d.d. 15 maart 2006 haalt het volgende aan: "Grosso modo kan gesteld worden dat:

- Alle slachtoffers spreken van dezelfde modus operandi: hij nodigt hen in zijn woning uit, daar nuttigen ze iets;hierop worden ze onwel en daarop volgt een fase gaande van willoosheid tot volledige slaap. Zij hebben allemaal een black-out en slapen de dag daarop allemaal bijzonder lang uit.

- De foto's genomen door de beklaagde tonen de slachtoffers in 2 verschillende houdingen. Initieel alert en lucide, daarna slaperig, willoos of ronduit knock-out.

- Alle slachtoffers stellen duidelijk dat de seksuele handelingen zonder hun toestemming gebeurden."

De feiten deden zich voor te ... tussen 15/07/2005 en 31/07/2005.

II. Vervolging

- Z. werd voor deze feiten bij vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te ... d.d. 15 maart 2006 op strafrechtelijk veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf van 5 jaar wegens verkrachting en aanranding van de eerbaarheid met geweld of bedreiging .

Op burgerlijk gebied werd hij veroordeeld om aan verzoekster euro 1.750,00 te betalen voor morele schade.

III. Citaat uit het vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te ... d.d. 15 maart 2006:

"De bewezen verklaarde feiten onder tenlastelegging C.2.. (zoals geherkwalificeerd: .... Om psychotrope middelen te hebben verkocht of te koop gesteld of afgeleverd, namelijk het zogenaamde procuct Rohypnol dat substanties bevat onder de wetenschappelijke benaming Flunitrazepam), staan in noodzakelijk oorzakelijk verband tot de door de burgerlijke partij geleden schade.

De beklaagde is alleen en uitsluitend aansprakelijk voor de door de burgerlijke partij geleden schade en is er dan ook toe gehouden deze schade te vergoeden.

De burgerlijke partij vordert een bedrag van 2.500 euro uit hoofde van de aantasting van haar fysieke integriteit ten gevolge van het toegediend krijgen van verdovende en slaapverwekkende middelen. Mede door hetgeen naderhand aan het licht kwam is wel duidelijk dat het slachtoffer door deze handelingen werd getraumatiseerd."

IV. Schadeloosstelling door de dader en financiële middelen van de verzoekster

- Uit de brief van gerechtsdeurwaarder J Matthys d.d. 10 november 2006 blijkt dat de dader gedomicilieerd is op het adres van de rijksgevangenis te ..., zijn aldaar geen uitvoeringsmogelijkheden. Hij bezit geen onroerende goederen. Het vonnis kan niet worden uitgevoerd. De strafuitvoeringsrechtbank te ... heeft de vraag tot voorwaardelijke invrijheidsstelling of elektronisch toezicht afgewezen.

- Uit een persoonlijk ondertekende verklaring van de verzoekster blijkt dat er geen enkele verzekeringsmaatschappij tussenkomst verleent in dekking van de door haar geleden schade.

V. Begroting van de schade

- morele schade euro 1.750,00

VI. Beoordeling door de Commissie

Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd. Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden werd voldaan. De kansen op verhaal tegenover de dader zijn quasi onbestaande.

De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd.

Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 nageleefd te worden.

- Verzoekster vraagt het bij bovenvermeld vonnis toegekend bedrag voor morele schade, vermeerderd met de intresten.

- De Commissie verzekert geen integrale schadeloosstelling.

Het behoort tot de constante rechtspraak van de Commissie - en deze vloeit voort uit de bedoeling van de wet - dat intresten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Er kan op gewezen worden dat de zienswijze van de Commissie ten aanzien van de intresten bevestigd werd bij arrest nr. 165.787 van de Raad van State, afdeling administratie, d.d. 12 december 2006 (G. Bijnens t./ Belgische Staat).

Gelet op de ernst van de feiten waarvan verzoekster slachtoffer is geworden, is de Commissie van oordeel zich te kunnen aansluiten bij het uitvoerig vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te ... d.d. 15 maart 2006 en kent haar het gevraagd bedrag toe.

*

* *

OP DIE GRONDEN,

De Commissie,

Gelet op de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 37bis van de wet van 1 augustus 1985, zoals gewijzigd door de wetten van 26 maart 2003 en 22 april 2003, de programmawet van 27 december 2004 en de artikelen 28 tot 34 van het K.B. van 18 december 1986.

Verklaart het verzoek ontvankelijk.

Kent de verzoekster een hulp toe van euro 1.750.

Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 15 januari 2009.

De secretaris a.i., De voorzitter,

M. STEYAERT P. DRAULANS