Hof van Cassatie: Arrest van 22 April 2008 (België). RG P.08.0098.N

Nr. P.08.0098.N

PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE GENT,

eiser,

tegen

D H W A D T,

beklaagde,

verweerder,

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het Hof van Beroep te Gent, correctionele kamer, van 6 december 2007.

De eiser voert in een verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, een middel aan.

Raadsheer Luc Huybrechts heeft verslag uitgebracht.

Eerste advocaat-generaal Marc De Swaef heeft geconcludeerd.

II. BESLISSING VAN HET HOF

Beoordeling

Middel

1. Het middel voert schending aan van artikel 24, 1°, Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering in zijn versie vóór de wetswijziging bij artikel 3 van de wet van 16 juni 2002: de inleidingszitting in de rechtspleging op verzet is de inleidingszitting zoals bedoeld in die wetsbepaling, zodat vanaf de inleiding van de zaak op verzet, namelijk 14 juli 2006, een nieuwe schorsingstermijn is beginnen te lopen.

2. De hier toepasselijke versie van artikel 24, 1°, eerste lid, Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering bepaalt:

"De verjaring van de strafvordering is geschorst ten aanzien van alle partijen:

1° vanaf de dag van de zitting waarop de strafvordering op de door de wet bepaalde wijze bij het vonnisgerecht wordt ingeleid.

De verjaring begint evenwel opnieuw te lopen:

- (...)

- vanaf het verstrijken van een termijn van een jaar te rekenen van de dag van de zitting waarop, naar gelang van het geval, de strafvordering bij het vonnisgerecht in eerste aanleg of bij het vonnisgerecht in hoger beroep wordt ingeleid of dit laatste vonnisgerecht beslist uitspraak te doen over de strafvordering, tot op de dag van de uitspraak over de strafvordering door het desbetreffende vonnisgerecht".

3. De in het laatste streepje van de geciteerde wetsbepaling bedoelde rechtszitting waarop de zaak is ingeleid, is de inleidingszitting in de rechtspleging die leidt tot het vonnis. Anders dan het bestreden arrest oordeelt is de schorsing van de verjaring vanaf de inleidingszitting ook toepasselijk in de rechtspleging op verzet.

Het middel is gegrond.

Omvang van de cassatie

4. Door de vernietiging van de beslissing over de strafvordering zal de verwijzingsrechter zich eventueel opnieuw uitspreken over de grond van de nog aan de orde zijnde telastleggingen. Zijn beslissing daarover zou de nog te wijzen beslissingen over de burgerlijke rechtsvorderingen kunnen beïnvloeden.

Er is derhalve grond tot uitbreiding van de cassatie tot alle beslissingen van het bestreden arrest.

Dictum

Het Hof,

Vernietigt het bestreden arrest.

Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het vernietigde arrest.

Laat de kosten ten laste van de Staat.

Verwijst de zaak naar het Hof van Beroep te Brussel.

Begroot de kosten op 141,06 euro.

Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, tweede kamer, samengesteld uit afdelingsvoorzitter Edward Forrier, als voorzitter, en de raadsheren Luc Huybrechts, Etienne Goethals, Luc Van hoogenbemt en Koen Mestdagh, en op de openbare rechtszitting van 22 april 2008 uitgesproken door afdelingsvoorzitter Edward Forrier, in aanwezigheid van eerste advocaat-generaal Marc De Swaef, met bijstand van afgevaardigd adjunct-griffier Conny Van de Mergel.