Arbeidshof: Arrest van 27 November 2007 (Brussel). RG 39.809

Résumé :

De B.G.D.A. (thans Actiris) is een bestuurlijke overheid in de zin van artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. De beslissing een arbeidsovereenkomst te beëindigen is een bestuurshandeling in de zin van de Wet van 29 juli 1991. Die beslissing moet dus gemotiveerd zijn. De verschillende behandeling die uit die wet voortvloeit tussen een openbare en een private werkgever of tussen een persoon onder arbeidsovereenkomst naargelang zijn werkgever behoort tot de openbare dan wel de private sector is geen discriminatie in de zin van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. De motivering van het ontslag omvat de juridische en feitelijke overwegingen waarop de beslissing steunt. Een verklaring achteraf vervangt dit niet. De Wet van 29 juli 1991 bepaalt geen nietigheid van de bestuurshandeling ingeval van miskenning van de uitdrukkelijke motiveringsplicht. Het weren van het ontslag laat niet toe vast te stellen dat de overeenkomst nog bestaat, vermits de werkgever zijn wil heeft uitgedrukt er een einde aan te stellen en de werknemer, op dat ogenblik, de nietigheid van de opzegging niet heeft ingeroepen. De werknemer kan dus geen aanspraak maken op het loon betaald sedert die datum als schadevergoeding. De nietigheid van het ontslag met opzegging bij gebrek aan uitdrukkelijke motivering heeft tot gevolg dat een opzeggingsvergoeding moet worden betaald. De bediende, 53 jaar oud, met een anciënniteit van 18 jaar en 11 maand en een jaarlijks loon van 29.932 EUR, heeft recht op een opzeggingstermijn van achttien maand.

Arrêt :

La version intégrale et consolidée de ce texte n'est pas disponible.