Arbeidshof: Arrest van 28 Juni 1974 (Brussel). RG 2130

Résumé :

Het feit dat een verkoop geschiedt door bemiddeling van de handelsvertegenwoordiger bewijst op zichzelf niet dat de koper cliënt wordt bij de verkoper. De verkoop kan een "eenmalig" karakter hebben zodat men niet kan spreken van de aanbreng van een kliënteel. Dit is echter niet het geval met bepaalde elektrische huishoudapparaten (stofzuigers, frigo's, boenmachines enz..). De aankoop van dergelijke apparaten heeft per se geen eenmalig karakter daar om te beginnen de koper zich reeds verder tot de verkopende firma blijft richten voor de service, bijhorigheden enz. Deze apparaten worden trouwens meer dan eens aangekocht. Indien de behoefte zich voordoet zal de koper zich opnieuw tot dezelfde firma richten, tenminste als hij tevreden is over het apparaat en dit de vergelijking doorstaat met andere apparaten. In de meeste gevallen wordt dan geen beroep meer gedaan op de vertegenwoordiger doch wordt er rechtstreeks bij de firma besteld. Bijgevolg dient de verkoop afgesloten door bemiddeling van de vertegenwoordiger beschouwd als vertrekpunt van een cliënteelvorming en is de uitwinningsvergoeding verschuldigd.

Arrêt :

La version intégrale et consolidée de ce texte n'est pas disponible.