Hof van Beroep: Arrest van 5 Mei 2003 (Gent). RG 2003/AR/0612

Date :
05-05-2003
Langue :
Néerlandais
Taille :
1 page
Section :
Jurisprudence
Source :
Justel N-20030505-11
Numéro de rôle :
2003/AR/0612

Résumé :

Vennootschappen&faillissementen--art.74;2°,76 en 185 van de Vennootschapswet. De bestuurders van een slapende vennootschap, die failliet verklaard werd en waarvan het faillissement gesloten wordt wegens ontoereikend actief, , moet tegenover derden als vereffenaar worden aanzien, waar zij nooit voorzagen in de aanstelling van nieuwe bestuurders of in de bekendmaking van enige ambtsbeïndiging en bij toepassing van art.74.2° en 46 van de Vennootschapswet de ambtsbeïndiging van een bestuurder aan derden niet kan worden tegengeworpen dan vanaf de dag dat zij in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad zijn bekendgemaakt.

Arrêt :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.

in de zaak van :

J-M. D. ,¿, wonende te ¿

appellant, hebbende als raadsman mr. Werner Van Oosterwyck, advocaat te 8400 Oostende, Koningsstraat 45, alwaar hij woonstkeuze doet,

tegen

1. Mr. Els LEENKNECHT, advocaat met kantoor te 8600 Diksmuide, Fabriekstraat 4/1, optredende in haar hoedanigheid van curator over het faillissement van de N.V. TEXPARK, met maatschappelijke zetel te 8434 Westende, Weststraat 94, hiertoe aangesteld bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Veurne van 22.03.2000,

geïntimeerde q.q. in persoon verschijnende,

2. G.D. , ¿, wonende te ¿

aangezegde partij tegenover wie geen hoger beroep werd ingesteld en welke niet verschijnt ter terechtzitting van 7 april 2003, noch iemand voor hem,

velt het Hof volgend arrest :

J-M. D. en de curator van het faillissement TEXPARK NV werden gehoord in openbare terechtzitting en de stukken werden ingezien.

Tegenover G.D. werd geen hoger beroep ingesteld; hij werd het hoger beroep alleen aangezegJ-M. D.

1. Gegevens van de zaak in beroep:

J-M. D. stelde op 12 maart 2003 hoger beroep in tegen het vonnis van 26 februari 2003 van de rechtbank van koophandel te Veurne. De curator van het faillissement TEXPARK NV vordert de bevestiging van het vonnis.

De blijvende betwisting betreft de beslissing van de eerste rechter, waarbij J-M. D. - bij toepassing van artikel 185 van het vennootschapswet van 7 mei 1999 - tegenover derden als vereffenaar wordt beschouwd van TEXPARK NV na de afsluiting van haar faillissement.

J-M. D. stelt dat hij bij de oprichting van TEXPARK NV wel als bestuurder werd aangesteld, maar dat zijn mandaat voor het laatst verlengd werd op de algemene vergadering van 13 juni 1992 en dus van rechtswege zes jaar later eindigde. De eerste rechter zou artikel 518, § 3 van de vennootschapswet van 7 mei 1999 miskend hebben, waar hij aannam dat zijn mandaat stilzwijgend werd hernieuwJ-M. D. Bij gebrek aan enige positieve daad in het bestuur sinds 1997 zou geen stilzwijgende verlenging van zijn mandaat kunnen weerhouden worden.

2. Beoordeling:

Het Hof onderschrijft integraal het vonnis en verwijst partijen naar de overwegingen van het vonnis, die het juist bevindt. Aanvullend laat het Hof nog volgende overwegingen gelden.

- Het vennootschapscontract tussen de vennoten voorziet wel in een mandaat van bestuurder voor maximum zes jaar (artikel 518, § 3 van de vennootschapswet), maar dit belet de vennoten niet om een bestuurder op het einde van elke periode voor nieuwe periode van 6 jaar te herbenoemen.

- De betwisting over het bestuursmandaat van J-M. D. wordt hier verder niet gevoerd tussen vennoten. De vraag die aan de orde is, is of J-M. D. bij toepassing van artikel 185 van het vennootschapswet van 7 mei 1999 tegenover derden als vereffenaar moet worden beschouwd van TEXPARK NV na de afsluiting van haar faillissement.

- Uit de verstrekte gegevens volgt, dat de bestuurders de vennootschap aan haar lot overlieten en een slapende vennootschap achterlieten, die op 22 maart 2000 failliet werd verklaarJ-M. D. Tegenover derden hebben de bestuurders nooit voorzien in de aanstelling van nieuwe bestuurders of in de bekendmaking van enige ambtsbeëindiging; en bij toepassing van artikelen 74, 2° en 76 van de vennootschapswet kan de ambtsbeëindiging van een bestuurder aan derden niet worden tegengeworpen dan vanaf de dag dat zij in de bijlagen bij het Belgische Staatsblad zijn bekend gemaakt. De eerste rechter heeft J-M. D. dan ook terecht bij toepassing van artikel 185 van de vennootschapswet tegenover derden als vereffenaar aanzien van TEXPARK NV.

OP DEZE GRONDEN,

HET HOF,

Op tegenspraak en gelet op artikel 24 van de wet van 15 juni 1935 op het taalgebruik in gerechtszaken,

Verklaart het hoger beroep ontvankelijk, maar ongegronJ-M. D.

Bevestigt het bestreden vonnis.

Verwijst J-M. D. in de kosten van het hoger beroep, die het Hof aan de zijde van de curator van het faillissement TEXPARK NV begroot op nul frank.

Aldus gewezen en uitgesproken in openbare terechtzitting van het Hof van beroep te Gent, zevende kamer, recht doende in burgerlijke zaken op vijf mei tweeduizend en drie.

Aanwezig :

H. Debucquoy, raadsheer, waarnemend voorzitter,

J. Baudrez en F. Deschoolmeester, raadsheren,

A. Ferdinande, griffier.

A