Koninklijk besluit betreffende de samenstelling en de werking van de Opvolgingscommissie ingericht door de wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde.

Date :
10-06-2001
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
1 page
Section :
Législation
Source :
Numac 2001012554

Texte original :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.
Artikel 1 De Opvolgingscommissie bedoeld in artikel 4, § 1, van de wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde wordt "Opvolgingscommissie voor de controlegeneeskunde" genoemd.
  Ze is samengesteld uit :
  1° de directeur-generaal van de Administratie van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde die er het voorzitterschap van waarneemt;
  2° de adviseur-generaal van de Medische Arbeidsinspectie die er het ondervoorzitterschap van waarneemt, en die de voorzitter vervangt in geval van afwezigheid;
  3° de directeur-generaal van de Administratie van de Arbeidsbetrekkingen en -reglementering of zijn afgevaardigde;
  4° drie werkende en drie plaatsvervangende leden die de werkgevers vertegenwoordigen;
  5° drie werkende en drie plaatsvervangende leden die de werknemers vertegenwoordigen,
  6° zes leden aangewezen door de Minister en die als deskundige zitting hebben,
  7° drie geneesheren-directeurs van de Medische Arbeidsinspectie die door de voorzitter aangewezen zijn volgens het geografisch gebied van de dossiers.
  De in 4° tot 6° van het vorige lid bedoelde leden worden door de Koning benoemd.
  Hun mandaat duurt vier jaar en is hernieuwbaar.
  De Administratie van de arbeidshygiëne en -geneeskunde is belast met het secretariaat.

Artikel 2 De Opvolgingscommissie beraadslaagt slechts rechtsgeldig indien minstens twee van de leden die de werkgevers vertegenwoordigen en twee van de leden die de werknemers vertegenwoordigen, aanwezig zijn.
  De Opvolgingscommissie kan echter indien, na een eerste bijeenroeping het vereiste aantal leden niet aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, over dezelfde agendapunten geldig beraadslagen en besluiten".
  De voorzitter of bij zijn afwezigheid de ondervoorzitter, en de in 4° en 5° van artikel 1 bedoelde werkende leden zijn stemgerechtigd. Het plaatsvervangend lid is stemgerechtigd indien hij een werkend lid vervangt dat afwezig is.
  Een advies wordt aangenomen bij gewone meerderheid van de stemmen van de aanwezige stemgerechtigde leden . In geval van staking van stemmen, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Artikel 3 De Opvolgingscommissie stelt een huishoudelijk reglement op dat door de Minister van Werkgelegenheid wordt goedgekeurd.

Artikel 4 Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 10 juni 2001.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Werkgelegenheid,
  Mevr. L. ONKELINX.