Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 176, § 5, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.

Date :
27-12-2004
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
3 pages
Section :
Législation
Source :
Numac 2004014293

Texte original :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.
Artikel 1 Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° " de wet " : de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;
  2° (" de Pensioendienst " : de Pensioendienst voor de overheidssector;) <KB 2006-12-03/34, Art. 12, 002; En vigueur : 01-01-2006>
  3° " een compensatiebetaling " : een betaling verschuldigd door Belgocontrol aan het Fonds voor Overlevingspensioenen of door het Fonds voor Overlevingspensioenen aan Belgocontrol overeenkomstig de bepalingen van artikel 176, § 5, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.

Artikel 2 Voor de toepassing van artikel 176, § 5, van de wet, wordt de actuele waarde berekend op basis van de volgende actuariële factoren :
  a) een reële intrestvoet van 3,34 pct. per jaar;
  b) de sterftewetten die voortvloeien uit de tafels MR of FR van toepassing op 1 januari 2005, naargelang het rustpensioen toegekend wordt aan een persoon van het mannelijk of vrouwelijk geslacht. Deze tafels zijn vastgesteld met de formule en de constanten zoals bepaald op 1 januari 2005 in bijlage van het koninklijk besluit van 7 mei 2000 betreffende de activiteiten van de voorzorgsinstellingen. De overlijdenskansen in deze tafels worden vanaf 2005 verhoogd met een percentage dat overeenkomt met 22 pct. van deze kansen. Dit percentage van 22 wordt in 2006 met een eenheid verminderd; in elk daaropvolgende jaar wordt het telkens met een bijkomende eenheid verminderd en dat tot 2027.
  Voor de toepassing van artikel 176, § 5, van de wet, wordt de gekapitaliseerde waarde berekend aan de hand van een nominale rentevoet van 5,4 pct.

Artikel 3 § 1. Indien Belgocontrol gehouden is een compensatiebetaling te verrichten overeenkomstig de bepalingen van artikel 176, § 5, van de wet, zal deze betaling gestort moeten worden aan (de Pensioendienst). <KB 2006-12-03/34, Art. 13, 002; En vigueur : 01-01-2006>
  Deze betaling zal moeten toekomen bij (de Pensioendienst) : <KB 2006-12-03/34, Art. 13, 002; En vigueur : 01-01-2006>
  - binnen de 3 maanden die volgen op de kennisgeving bedoeld in artikel 3, § 3, lid 2 van dit besluit, in de hypothese bedoeld in artikel 176, § 5.3., A, van de wet;
  - op 31 december van het jaar waarin de kennisgeving bedoeld in artikel 3, § 4, lid 2 van dit besluit plaatsvindt, in de hypothese bedoeld in artikel 176, § 5.3., B, van de wet.
  § 2. Indien Belgocontrol niet voldoet aan de verplichtingen bepaald in § 1 van dit besluit, is Belgocontrol van rechtswege nalatigheidsintresten op de niet-gestorte sommen verschuldigd aan (de Pensioendienst). Deze intresten, waarvan het percentage op elk ogenblik gelijk is aan de wettelijke intrestvoet zoals vastgesteld met toepassing van de wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest, beginnen te lopen vanaf de dag die volgt op de uiterste datum van betaling zoals bepaald in § 1. Indien Belgocontrol het bewijs levert dat het niet-storten van de compensatiebetaling binnen de bepaalde termijn toe te schrijven is aan uitzonderlijke omstandigheden, kan de Minister van Pensioenen een vrijstelling verlenen voor de betaling van voormelde nalatigheidintresten. De aanvraag tot vrijstelling moet bij de Minister van Pensioenen toekomen binnen de maand die volgt op de dag waarop Belgocontrol door de Administratie der Pensioenen op de hoogte werd gebracht van het feit dat ze in gebreke is gebleven te voldoen aan de voormelde verplichtingen. <KB 2006-12-03/34, Art. 13, 002; En vigueur : 01-01-2006>
  § 3. In de hypothese bedoeld in artikel 176, § 5.3, A, van de wet, brengt Belgocontrol de Administratie der Pensioenen op de hoogte van elke wijziging die aangebracht wordt aan het geldelijk statuut die een verhoging van de pensioenen tot gevolg heeft met toepassing van artikel 12 van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rust- en overlevingspensioenen van het personeel van de openbare sector. Deze mededeling vindt plaats binnen de maand na de aanneming van de wijziging.
  De Administratie der Pensioenen deelt aan Belgocontrol het bedrag van de compensatiebetaling mee dat verschuldigd is met toepassing van artikel 176, § 5.3, A, van de wet, alsook de nauwkeurige details van de berekening van dit bedrag. Deze kennisgeving vindt plaats binnen de drie maanden volgend op de eerste daadwerkelijke betaling van de pensioensverhoging aan de begunstigden.
  § 4. In de hypothese bedoeld in artikel 176, § 5.3, B, van de wet, maakt Belgocontrol aan de Administratie der Pensioenen per betrokkene alle nuttige informatie over voor de berekening van de compensatiebetaling.
  De Administratie der Pensioenen deelt aan Belgocontrol ten laatste op 1 december het bedrag mee van de compensatiebetaling dat verschuldigd is met toepassing van artikel 176, § 5.3, B, van de wet, alsook de nauwkeurige details van de berekening van dit bedrag. De meegedeelde compensatiebetaling heeft betrekking op de rustpensioenen waarvan de eerste betaling verricht werd in de periode die loopt van 1 november van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de kennisgeving plaats vindt tot 31 oktober van het jaar waarin de kennisgeving plaatsvindt.
  § 5. Ten laatste op 31 oktober 2005, maakt Belgocontrol aan de Administratie der Pensioenen het volgende over :
  - de weddeschalen toepasselijk bij Belgocontrol op 1 januari 2005 aan index 138,01;
  - de lijst van de personeelsleden bedoeld in artikel 176, § 2.1., 1°, van de wet alsmede de normale evolutie doorheen deze weddeschalen voor elke personeelslid zoals die in aanmerking wordt genomen voor de berekeningen bedoeld in artikel 176, § 5.3, B, van de wet;
  - de promoties van deze personeelsleden gekend op 1 januari 2005.
  § 6. Ten laatste twee maand na de indiensttreding na 1 januari 2005 van een personeelslid, maakt Belgocontrol aan de Administratie der Pensioenen de normale evolutie doorheen de weddeschalen zoals die toepasselijk waren op 1 januari 2005 over.

Artikel 4 Indien (de Pensioendienst) gehouden is een compensatiebetaling te verrichten aan Belgocontrol overeenkomstig de bepalingen van artikel 176, § 5.3, B, van de wet, moet deze betaling toekomen bij Belgocontrol op 31 december van het jaar waarin de kennisgeving bedoeld in artikel 3, § 4, lid 2 van onderhavig besluit plaatsvindt. <KB 2006-12-03/34, Art. 14, 002; En vigueur : 01-01-2006>
  Deze compensatiebetaling verschuldigd door (de Pensioendienst) wordt gecompenseerd met de compensatiebetaling mogelijk verschuldigd door Belgocontrol aan (de Pensioendienst) op basis van artikel 176, § 5.3, B, van de wet voor dezelfde periode. <KB 2006-12-03/34, Art. 14, 002; En vigueur : 01-01-2006>
  De afrekening van deze compensatie wordt overgemaakt aan Belgocontrol ter gelegenheid van de kennisgeving bedoeld in artikel 3, § 4, lid 2 van dit besluit.
  Indien (de Pensioendienst) niet voldoet aan de verplichtingen bepaald in het eerste lid, is (de Pensioendienst) van rechtswege aan Belgocontrol nalatigheidintresten verschuldigd op de niet-gestorte sommen. Deze intresten, waarvan het percentage op elk ogenblik gelijk is aan de wettelijke intrestvoet zoals vastgesteld in toepassing van de wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest, beginnen te lopen vanaf de dag die volgt op de uiterste datum van betaling zoals bepaald in het eerste lid. <KB 2006-12-03/34, Art. 14, 002; En vigueur : 01-01-2006>

Artikel 5 In de hypothese bedoeld in artikel 176, § 5.3, C, van de wet, brengt Belgocontrol de Administratie der Pensioenen op de hoogte van elke nieuwe regeling van verlof voorafgaandelijk aan de opruststelling ingevoerd ten voordele van het statutair personeel van Belgocontrol. Deze mededeling vindt plaats binnen de maand na de aanneming van deze nieuwe vorm van verlof voorafgaandelijk aan de opruststelling.
  Indien Belgocontrol patronale bijdragen heeft gestort overeenkomstig artikel 176, § 5.3, C, van de wet voor perioden van verlof voorafgaandelijk aan de opruststelling die niet in aanmerking genomen zijn voor de berekening van het rustpensioen, is (de Pensioendienst) gehouden een compensatiebetaling te verrichten aan Belgocontrol. De compensatiebetaling komt overeen met het bedrag van de patronale bijdragen door Belgocontrol gestort voor de perioden van verlof voorafgaandelijk aan de opruststelling die niet in aanmerking genomen zijn voor de berekening van het rustpensioen. <KB 2006-12-03/34, Art. 15, 002; En vigueur : 01-01-2006>
  Deze compensatiebetaling moet toekomen bij Belgocontrol op 31 december en heeft betrekking op de rustpensioenen waarvan de eerste betaling verricht werd in de periode die loopt van 1 november van het jaar dat voorafgaat aan de datum van de compensatiebetaling tot 31 oktober van het jaar van de datum van de compensatiebetaling. De Administratie der Pensioenen deelt aan Belgocontrol ten laatste op de datum van de compensatiebetaling het nauwkeurige detail mee van de berekening van het bedrag van deze betaling.
  Indien (de Pensioendienst) in gebreke blijft te voldoen aan de verplichtingen bepaald in lid 3, is (de Pensioendienst) van rechtswege nalatigheidsintresten op de niet-gestorte sommen verschuldigd aan Belgocontrol. Deze intresten, waarvan het percentage op elk ogenblik gelijk is aan de wettelijke intrestvoet zoals vastgesteld in toepassing van de wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest, beginnen te lopen vanaf de dag die volgt op de uiterste datum van de compensatiebetaling zoals bepaald in lid 3. <KB 2006-12-03/34, Art. 15, 002; En vigueur : 01-01-2006>

Artikel 6 Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005.

Artikel 7 De Ministers die bevoegd zijn voor Mobiliteit en Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 27 december 2004.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Mobiliteit,
  R. LANDUYT
  De Minister van Pensioenen,
  B. TOBBACK.