Koninklijk besluit tot uitvoering van het hoofdstuk II van de wet van 28 mei 1971 tot verwezenlijking van de eenmaking en de harmonisering van de kapitalisatiestelsels ingericht in het raam van de wetten betreffende de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegdtijdige dood.

Date :
08-10-1971
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
1 page
Section :
Législation
Source :
Numac 1971100807

Texte original :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.
Artikel 1 § 1. De herwaardering va de wiskundige reserve, bepaald bij artikel 17 van de wet van 28 mei 1971 tot verwezenlijking van de eenmaking en de harmonisering van de kapitalisatiestelsels ingericht in het raam van de wetten betreffende de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegtijdige dood, geschiedt op grond van de schalen voorkomend in de bijlagen 14, 15, 16, 17 en 18 van het koninklijk besluit van 14 mei 1969 betreffende de toekenning van buitenwettelijke voordelen aan de werknemers bedoeld bij koninklijk besluit
  nr 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, rekening gehouden met een overdraagbaarheid van 40 pct. voor de mannelijke verzekerden en zonder overdraagbaarheid voor de vrouwelijke verzekerden.
  § 2. De berekening van de wiskundige reserves, bepaald bij artikel 21, eerste lid, van de voornoemde wet van 28 mei 1971 geschiedt op grond van de schalen voorkomend in de bijlagen 16 en 17 van het voornoemd koninklijk besluit van 14 mei 1969, rekening gehouden wat de mannelijke rentetrekkenden betreft, met een overdraagbaarheid van 50 tot 40 pct., naargelang het gaat om rente die door stortingen van vóór of na 1 januari 1960 verkregen werden, en zonder overdraagbaarheid van 50 tot 40 pct., naargelang het gaat om renten die door stortingen van vóór of na 1 januari 1960 verkregen werden, en zonder overdraagbaarheid wat de vrouwelijke rentetrekkenden betreft.
  § 3. De berekening van de wiskundige reserves, bepaald bij artikel 21, tweede lid, aan de voornoemde van 28 mei 1971 , geschiedt op grond van de schaal voorkomend in bijlage 18 van het voornoemd koninklijk besluit van 14 mei 1969.

Artikel 2 De wiskundige reserves van de per 1 januari 1968 lopende verzekeringen, beoogd bij artikel 20 van de voornoemde wet van 28 mei 1971 worden aangewend:
  1° tot vestiging van een ouderdomsrente ten gunste van de verzekerde;
  2° en, ten behoeve van de mannelijke aangeslotenen, tot verzekering van een kapitaal tot vestiging van een overlevingsrente gelijk aan 50 pct. van de ouderdomsrente in geval van overlijden.

Artikel 3 Het voornoemd koninklijk besluit van 14 mei 196 is van toepassing op de renten, beoogd bij artikel 22 van de voornoemde wet van 28 mei 1971.

Artikel 4 Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1968.

Artikel 5 Onze Minister van Sociale Voorzorg is belast met de uitvoering van dit besluit.