Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering

Date :
31-08-2014
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
1 page
Section :
Législation
Source :
Numac 2014205168

Texte original :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.
Artikel 1 Artikel 133, § 1, 3°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering wordt vervangen als volgt :
  "3° de deeltijdse werknemer met behoud van rechten en de deeltijdse werknemer bedoeld in artikel 104, § 1bis :
  a) wanneer een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid gesloten wordt of later, wanneer hij uitkeringen wenst te verkrijgen;
  b) bij het einde van de periode van ononderbroken opeenvolgende deeltijdse tewerkstellingen, zoals bedoeld in artikel 137, § 1, derde lid;".

Artikel 2 Artikel 137, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2014, wordt aangevuld met de volgende leden :
  "In afwijking van het eerste lid, 1°, is de werkgever er niet toe gehouden het "werkloosheidsbewijs" te overhandigen aan de werknemer wiens arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen wanneer hij is tewerkgesteld in het kader van ononderbroken opeenvolgende deeltijdse tewerkstellingen en een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt gesloten bij dezelfde werkgever, zonder dat er een onderbreking is tussen de twee arbeidsovereenkomsten.
  Voor de toepassing van het tweede lid wordt verstaan onder "ononderbroken opeenvolgende deeltijdse tewerkstellingen", een deeltijdse tewerkstelling op basis van meerdere arbeidsovereenkomsten bij dezelfde werkgever, die slechts worden onderbroken door een weekend, een feestdag of een compenserende rustdag en waarbij de factor S bedoeld in artikel 99, eerste lid, 2°, identiek is voor elk van deze arbeidsovereenkomsten.".

Artikel 3 In artikel 137, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 juni 2013, wordt een 2°bis ingevoegd, luidend :
  "2°bis in de situatie bedoeld in § 1, tweede lid, een "werkloosheidsbewijs" aan de werknemer wiens arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen, wanneer hij is tewerkgesteld in het kader van ononderbroken opeenvolgende deeltijdse tewerkstellingen zoals bedoeld in § 1, derde lid.".

Artikel 4 Artikel 138bis van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 12 maart 2003 en gewijzigd bij koninklijk besluit van 22 juni 2004, wordt vervangen als volgt :
  "Art. 138bis. De werkgever, zijn aangestelde of lasthebber kan op de wijze en binnen de voorwaarden bepaald door de wet van 24 februari 2003 betreffende de modernisering van het beheer van de sociale zekerheid en betreffende de elektronische communicatie tussen ondernemingen en de federale overheid tot de sociaal verzekerde, de gegevens, vermeld op de documenten bedoeld in artikel 137, §§ 1, 2 en 4, met uitzondering van de documenten die dienst doen als een controleformulier voor de tijdelijk werkloze, alsmede de gegevens bedoeld in het tweede lid, door middel van een elektronische techniek overmaken.
  In afwijking van het eerste lid is de werkgever, zijn aangestelde of lasthebber evenwel verplicht om de gegevens, vermeld op de documenten bedoeld in de navermelde nummers, door middel van een elektronische techniek over te maken, vanaf het tijdstip waarop de in het eerste lid bedoelde wet deze verplichting oplegt :
  1° [1 het "bewijs van tijdelijke werkloosheid" bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid, 2°, b, § 2, 3°, b, en § 4, eerste lid, 2°;]1
  2° [1 de prestatiestaat bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid, 3°;]1
  3° het "werkloosheidsbewijs voor de inactiviteitsuren" bedoeld in artikel 137, § 2, 1°;
  4° het "bewijs van jeugdvakantie" bedoeld in artikel 137, § 2, 4°;
  5° het "bewijs van seniorvakantie" bedoeld in artikel 137, § 2, 5°;
  6° de prestatiestaat bedoeld in artikel 163, derde lid;
  7° [1 het "activeringsvergoedingsbewijs", bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid, 5°.]1
  In toepassing van artikel 4, § 2, vierde lid, van de in het eerste lid bedoelde wet bezorgt de werkgever, zijn aangestelde of lasthebber onmiddellijk aan de sociaal verzekerde een afschrift van de in het eerste en tweede lid bedoelde elektronische mededelingen. Dit afschrift is in een voor de sociaal verzekerde begrijpbare taal opgesteld."

Artikel 5 Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016.

Artikel 6 De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.