Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juli 1991 tot oprichting van een Hoger Instituut voor de Noodplanning

Date :
05-12-2011
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
2 pages
Section :
Législation
Source :
Numac 2012000107

Texte original :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.
Artikel 1 In artikel 1, derde lid, van het koninklijk besluit van 29 juli 1991 tot oprichting van een Hoger Instituut voor de Noodplanning, worden de woorden " in de Koninklijke School van de Civiele Bescherming " vervangen door de woorden " in de lokalen van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken ".

Artikel 2 Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Het instituut heeft tot taak :
  1° het organiseren van specifieke opleidings- en informatieactiviteiten inzake noodplanning voor de federale overheden, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies en de gemeenten evenals voor de vijf disciplines van de noodplanning in een multidisciplinair en multirisico-kader;
  2° het bevorderen van ideeënuitwisselingen inzake de interne en de externe noodplanning tussen de in 1° bedoelde overheden en personen en de exploitanten van de industriële activiteiten bedoeld in het Samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, goedgekeurd door de wet van 22 mei 2001, en de exploitanten van de inrichtingen van klasse I, bedoeld in het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen;
  3° Het ontwikkelen en het bevorderen van methodes en didactische hulpmiddelen betreffende de noodplanning;
  4° Het coördineren van de onder 1°, 2° en 3° bedoelde activiteiten via een platform voor uitwisseling van ervaringen en ideeën op nationaal en internationaal vlak. "

Artikel 3 In artikel 3 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid, worden na het woord " simulatieoefeningen " de woorden " , of laat ze organiseren " ingevoegd;
  2° het derde lid wordt vervangen door het volgende lid :
  " Het instituut kan ook onderzoeken laten realiseren inzake de aangelegenheden die het behandelt. Die onderzoeken gebeuren door universiteiten of gespecialiseerde organisaties. "

Artikel 4 Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " De leiding en het beheer van het instituut worden verzekerd door de Directeur-generaal van de Algemene Directie Crisiscentrum van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde. "

Artikel 5 Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Artikel 6 Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt artikel 5. Dit artikel wordt vervangen door de volgende bepaling:
  " Het instituut stelt elk jaar een programma en de jaaragenda van zijn activiteiten op.
  Het instituut maakt jaarlijks een activiteitenverslag. "

Artikel 7 Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt artikel 6. Dat artikel wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 1. Het instituut heeft een wetenschappelijk comité, dat bestaat uit :
  1° een ambtenaar van de Algemene Directie Crisiscentrum;
  2° twee vertegenwoordigers van de discipline 1, één van de Franstalige en Duitstalige vleugel, de andere van de Nederlandstalige vleugel;
  3° een vertegenwoordiger van de discipline 2;
  4° twee vertegenwoordigers van de discipline 3, één van de federale politie, de andere van de lokale politie;
  5° een vertegenwoordiger van de discipline 4;
  6° een vertegenwoordiger van de discipline 5;
  7° twee provinciegouverneurs of hun afgevaardigden;
  8° één of meer experten of universitaire wetenschappelijke personaliteiten aangeduid door de Directeur van het instituut.
  § 2. Het wetenschappelijk comité vergadert minstens twee keer per jaar op uitnodiging van de Directeur van het instituut.
  § 3. Het wetenschappelijk comité stelt zijn huishoudelijk reglement op. Dit wordt ter goedkeuring aan de Directeur van het instituut voorgelegd.
  § 4. Het wetenschappelijk comité heeft een adviserende rol. Het heeft als opdracht:
  - op vraag van de Directeur van het instituut hem advies verlenen;
  - advies geven over het ontwerp van het jaarprogramma van de activiteiten van het instituut;
  - deelnemen aan de uitwerking van het jaarlijks activiteitenrapport van het instituut. "

Artikel 8 Hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen :
  " Hoofdstuk III. - Financiële bepalingen
  Art. 7. De begroting wordt beheerd door de Directeur van het instituut.
  Art. 8 Behalve wat de rijksambtenaren betreft, wier kosten in verband met het vervullen van hun opdracht vergoed worden overeenkomstig de van kracht zijnde reglementaire bepalingen, kan de Directeur van het instituut beslissen om de in artikel 3, lid 2, en in artikel 6, lid 2, bedoelde experts een vergoeding of schadeloosstelling toe te kennen.
  Art. 9. § 1. De inkomsten van het instituut kunnen bestaan uit :
  de inning van inschrijvingskosten en inkomsten van de verkoop van informatiedragers en van dienstverrichtingen;
  externe subsidiëringen en schenkingen.
  § 2. De Directeur van het instituut bepaalt in voorkomend geval de inschrijvingskost voor de activiteiten die door of op vraag van het instituut worden georganiseerd, de verkoopprijs van de informatiedragers die werden verwezenlijkt door of op vraag van het instituut en de prijs van de dienstverrichtingen.
  Art. 10. Het budget van het instituut wordt onderverdeeld als volgt :
  - Ontvangsten :
  1° ontvangsten afkomstig van de inning van inschrijvingskosten, van de verkoop van informatiedragers, en van dienstverrichtingen;
  2° externe subsidiëringen en schenkingen;
  - Uitgaven :
  1° vergoedingen van experten;
  2° werkingskosten, administratie- en exploitatiekosten;
  3° financiering van onderzoeken;
  4° kosten voor opleiding, verplaatsing en verblijf.
  § 2. De uitgaven mogen de beschikbare middelen niet overschrijden.
  Art. 11. Op het einde van ieder jaar stelt de boekhouder van het Instituut een beheersrekening op, overeenkomstig artikel 74 van de wetten op de Rijkscompatibiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991. "

Artikel 9 Een hoofdstuk IIIbis, dat het artikel 12 bevat, wordt ingevoegd in hetzelfde besluit:
  " Hoofdstuk IIIbis. - Interne controle
  Art. 12. Het instituut is onderworpen aan de bestaande interne controle binnen de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. "

Artikel 10 Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt artikel 13.

Artikel 11 Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  
  Gegeven te Brussel, 5 december 2011.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  Mevr. A. TURTELBOOM