Koninklijk besluit tot opheffing van het koninklijk besluit van 6 januari 2023 houdende de nodige maatregelen ten gevolge van de door de Europese Unie gecoördineerde voorzorgsaanpak in het licht van de COVID-19 ontwikkelingen in de Volksrepubliek China

Date :
26-02-2023
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
2 pages
Section :
Législation
Source :
Numac 2023040771
Auteur :
Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken

Texte original :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.

FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 108;
Gelet op de Internationale Gezondheidsregeling van 23 mei 2005, de artikelen 23 en 31;
Gelet op Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode), de artikelen 6, lid 1, en 14;
Gelet op de Verordening (EU) 2022/2371 van het Europees Parlement en de Raad van 23 november 2022 inzake ernstige grensoverschrijdende gezondheids-bedreigingen en tot intrekking van Besluit nr. 1082/2013/EU;
Gelet op de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, artikel 3, vervangen bij de wet van 24 februari 2017 en gewijzigd bij de wet van 8 mei 2019, en artikel 43, vervangen bij de wet van 24 februari 2017 en gewijzigd bij de wet van 8 mei 2019;
Gelet op de vrijstelling van de regelgevingsimpactanalyse, bedoeld in artikel 8, § 2, 1°, van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 januari 2023 houdende de nodige maatregelen ten gevolge van de door de Europese Unie gecoördineerde voorzorgsaanpak in het licht van de COVID-19 ontwikkelingen in de Volksrepubliek China;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 februari 2023;
Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 16 februari 2023;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1, eerste lid;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het niet mogelijk is te wachten op het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State binnen een verkorte termijn van vijf werkdagen (desgevallend verlengd tot acht werkdagen indien de adviesaanvraag wordt voorgelegd aan de Algemene Vergadering, hetgeen in de praktijk een termijn van ongeveer twee weken impliceert), onder meer omwille van de noodzaak om de genomen gezondheidsmaatregelen inzake reisbeperkingen voor reizigers vanuit de Volksrepubliek China, die voortvloeiden uit de door de Europese Unie gecoördineerde voorzorgsaanpak in het licht van de COVID-19-ontwikkelingen in de Volksrepubliek China, onmiddellijk op te heffen in navolging van de operationele conclusies van het EU IPCR van 16 februari 2023; dat vrijheidsbeperkende maatregelen die niet meer kunnen worden verantwoord in het licht van de epidemiologische omstandigheden immers niet langer dan nodig mogen worden aangehouden;
Overwegende het standpunt van het Health Security Committee van 5 januari 2023 voor een gemeenschappelijke Europese benadering als antwoord op de COVID-19 situatie in de Volksrepubliek China, zoals geupdate op 15 februari 2023;
Overwegende de operationale conclusies van het EU IPCR (geïntegreerde regeling politieke crisisrespons) van 5 januari 2023, 20 januari 2023 en 16 februari 2023;
Overwegende het advies van 1 februari 2023 van de Risk Assessment Group en het advies van 14 februari 2023 van de Risk Management Group gevalideerd op 17 februari 2023;
Overwegende dat de grote COVID-19-golf die in China is waargenomen, tot dusver geen gevolgen heeft gehad voor de epidemiologische situatie in de Europese Unie en in België;
Overwegende dat uit de cijfers die worden aangeleverd door de Volksrepubliek China blijkt dat het aantal positieve testen, alsook het aantal hospitalisaties en sterfgevallen, blijft dalen;
Overwegende dat het Health Security Committee in de update van 15 februari 2023 van diens standpunt van 5 januari 2023 aanbeveelt om tegen ten laatste 27 februari 2023 de vereiste om over een negatief testcertificaat voor vertrek te beschikken, af te schaffen;
Overwegende dat het EU IPCR in diens operationele conclusies van 16 februari 2023 de aanbeveling van het Health Security Committee is gevolgd;
Overwegende dat de RAG, in diens advies van 1 februari 2023, het niet langer noodzakelijk acht het verscherpte moleculaire toezicht op reizigers die terugkeren uit China voort te zetten;
Overwegende dat de RMG in diens advies van 14 februari 2023 en gevalideerd op 17 februari 2023 de operationele conclusies van het EU IPCR volledig overgenomen en bekrachtigd heeft.
Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit, de Minister van Volksgezondheid, de Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Het koninklijk besluit van 6 januari 2023 houdende de nodige maatregelen ten gevolge van de door de Europese Unie gecoördineerde voorzorgsaanpak in het licht van de COVID-19 ontwikkelingen in de Volksrepubliek China wordt opgeheven.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd.
Art. 3. De minister bevoegd voor Mobiliteit, de minister bevoegd voor Volksgezondheid, de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 februari 2023.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Mobiliteit
G. GILKINET
De Minister van Volksgezondheid
F. VANDENBROUCKE
De Minister van Binnenlandse Zaken
A. VERLINDEN
De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie
N. DE MOOR