Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 62 jaar, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder de witzandexploitaties (1)

Date :
21-08-2022
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
2 pages
Section :
Législation
Source :
Numac 2022015001
Auteur :
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid En Sociaal Overleg

Texte original :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.

FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant FILLIN "dénomination de la cp" ;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 62 jaar, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder de witzandexploitaties.
Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 augustus 2022.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
P.-Y. DERMAGNE
_______
Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage
Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant
Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2021
Invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 62 jaar, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder de witzandexploitaties (Overeenkomst geregistreerd op 7 maart 2022 onder het nummer 170852/CO/102.06)
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, de witzandexploitaties uitgezonderd.
Onder "werknemers" worden de werklieden en werksters bedoeld.
Art. 2. Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007), wordt het principe van de toepassing van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toegestaan voor het personeel dat voor deze formule opteert en :
- de leeftijd van 62 jaar zal bereiken of bereikt heeft tussen 1 januari 2021 en 30 juni 2023;
- die op dat ogenblik 40 jaar beroepsverleden als loontrekkende kan rechtvaardigen (voor arbeidsters : 38 jaar in 2022 en 39 jaar in 2023).
Art. 3. De bedrijfstoeslag ingesteld in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, is een brutobedrag, vóór sociale en/of fiscale afhoudingen. De aftrek van de persoonlijke socialezekerheidsbijdragen voor de berekening van de bedrijfstoeslag van de werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt berekend op 100 pct. van het brutoloon.
Art. 4. a) Voor de werknemers die gebruik maken van het recht op een landingsbaan zoals bepaald in artikel 8 en 22 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 en overstappen van een landingsbaan naar werkloosheid met bedrijfstoeslag, zal de bedrijfstoeslag berekend worden op basis van een voltijdse arbeidsprestatie.
b) De werknemers van 50 jaar of ouder die gebruik hebben gemaakt van een recht op vermindering van prestaties zoals voorzien in artikel 9, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis blijven verder genieten van de toepassing van deze paragraaf.
Art. 5. Het bedrag van de bedrijfstoeslag wordt gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de toepassingsmodaliteiten inzake de werkloosheidsuitkeringen, zoals is bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad.
Art. 6. In afwijking van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, wordt voor de berekening van het nettoreferteloon, de eindejaarspremie meegerekend.
Hiertoe wordt het bruto maandloon verhoogd met 8,33 pct.
Vanaf 1 januari 2021 wordt de bruto aanvullende vergoeding nogmaals verhoogd met een forfaitair bedrag, vastgesteld op 108,12 EUR.
Art. 7. Dit bedrag wordt eenmaal per collectieve arbeidsovereenkomst periode geïndexeerd.
Art. 8. Ter financiering van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt 1,50 pct. van de onbegrensde brutolonen aan het sociaal fonds, uitsluitend aangewend voor de financiering van de bijkomende vergoeding (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad), gestort.
De aanvullende vergoedingen van de verschillende stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag zijn ten laste van het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven" op voorwaarde dat :
- een anciënniteit in de sector van minimum 3 jaren in de loop van de laatste 5 jaar onmiddellijk voorafgaand aan de datum van aanvraag;
- voor deze werklieden die de leeftijd van 60 jaar zullen bereiken of bereikt hebben en die 3 jaar in het buitenland in de grindactiviteit werken op verzoek van de Belgische werkgever, wordt de periode als gelijkgestelde periode beschouwd;
- in de loop van de laatste 6 jaar geen vergoedingen ontvangen hebben uit één van de luiken van het sociaal beleidsplan van het sociaal comité ten laste van het Grindfonds, zoals gepubliceerd in het Grindblad.
Indien niet aan deze voorwaarden voldaan is, blijft het recht op het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag bestaan, maar dan zijn de aanvullende vergoedingen ten laste van de laatste werkgever zelf.
Art. 9. Met toepassing van artikelen 4bis, 4ter en 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, wordt het recht op bedrijfstoeslag toegekend aan de werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de vorige werkgever, wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.
Het recht op bedrijfstoeslag toegekend aan de werknemers die ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.
De werknemers beoogd in dit artikel behouden het recht op bedrijfstoeslag zodra een einde werd gemaakt aan hun tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of aan de uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit geval aan hun vorige werkgever (in de zin van het eerste lid van dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen.
In het geval beoogd in het vorig artikel mogen werknemers geen twee of meer stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag cumuleren. Wanneer zij zich in de omstandigheden bevinden om verscheidene stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag te genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van het eerste lid van dit artikel).
Een werknemer die zijn rechten vastklikt overeenkomstig artikel 3, § 8 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 omdat hij de leeftijd en de loopbaanvereisten heeft bereikt zoals bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst, behoudt het recht op de aanvullende vergoeding na afloop van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 10. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2021 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2023.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 augustus 2022.
De Minister van Werk,
P.-Y. DERMAGNE