Recherche avancée
Source
Domaine
Type de document
Langue
Lieu
Juridiction
4 908 documents

  1. Hof van Cassatie: Arrest van 24 November 1983 (België). RG 3143

    Jurisprudence NL 24/11/1983  -  1 page

    Uit de gegevens van de zaak moet met zekerheid blijken dat de partij in die beslissing berust. ( Art. 1045 Ger.W. )…

  2. Hof van Cassatie: Arrest van 24 Juni 1986 (België). RG 286

    Jurisprudence NL 24/06/1986  -  1 page

    De beslissing dienaangaande moet uit het vonnis van dit rechtscollege blijken.…

  3. Arbeidsrechtbank: Vonnis van 22 Mei 1996 (Antwerpen). RG 270236

    Jurisprudence NL 22/05/1996  -  1 page

    Bij gebreke aan een hoofdverblijfplaats valt de dienstverlening van een dakloze ten laste van het OCMW van de gemeente waar de dakloze blijk geeft van zijn intentie om er te verblijven. Dit is een feitelijke appreciatie, waarbij een pro forma intentieverklaring niet doorslaggevend kan zijn.…

  4. Arbeidsrechtbank: Vonnis van 14 December 2006 (Veurne). RG 26925;-

    Jurisprudence NL 14/12/2006  -  9 pages

  5. Grondwettelijk Hof (Arbitragehof): Arrest van 10 Februari 1999 (België). RG 13/99;1191

    Jurisprudence NL 10/02/1999  -  7 pages

    verbonden aan de graad van licentiaat in de rechten en artikel 10 van de wet van 7 juli 1970 betreffende de algemene structuur van het hoger onderwijs, gewijzigd bij artikel 11 van de wet van 18 februari 1977 betreffende de inrichting van het hoger onderwijs en inzonderheid van het technisch hoger en het agrarisch hoger onderwijs van het lange type, wanneer zij aldus worden geïnterpreteerd dat zij aan de houders van de titel van doctor in de rechten volgens het vroegere stelsel, zonder doctoraal proefschrift, de mogelijkheid bieden te doen blijken

  6. Hof van Cassatie: Arrest van 20 November 2007 (België). RG P.07.1528.N

    Jurisprudence NL 20/11/2007  -  1 page

    De gevallen waarin strafuitvoeringsmaatregelen of strafuitvoeringsmodaliteiten aan de orde blijken te zijn geweest in de rechtspraak van het E.H.R.M., betreffen in feite de interne rechtspositie van de gedetineerde doch niet de externe rechtspositie. Dit is het geval in E.H.R.M., 11 jan. 2005, Musumeci t. Italië en E.H.R.M., 30 okt. 2003, Ganci t. Italië. In de mate waarin het E.H.R.M., beslist dat artikel 6, ook van toepassing is in de uitvoeringsfase, bleek dat enkel om burgerlijke zaken te gaan (zie daarover ook: J.…

  7. Hof van Cassatie: Arrest van 19 April 1991 (België). RG 6713

    Jurisprudence NL 19/04/1991  -  5 pages

    Nieuw en derhalve niet ontvankelijk is het middel dat niet aan de feitenrechter is voorgelegd en waarover die op eigen initiatief niet heeft beslist, ook al is het gegrond op een wettelijke of verdragsbepaling die, of op een algemeen rechtsbeginsel dat de openbare orde raakt of van dwingend recht is, wanneer de feitelijk gegevens die voor de beoordeling noodzakelijk zijn, niet blijken uit de bestreden beslissing of uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan.…

  8. Hof van Cassatie: Arrest (België). RG P.20.0078.N

    Jurisprudence NL 17/03/2020  -  4 pages

    De aangevoerde elementen, voor zover ze afdoende uit de aan het Hof voorgelegde stukken blijken, tonen geen schijn van partijdigheid van institutionele en organisatorische aard aan. 10.…

  9. Hof van Cassatie: Arrest van 19 Oktober 2007 (België). RG C.05.0509.F

    Jurisprudence NL 19/10/2007  -  2 pages

    Het bestreden arrest dat overweegt dat het in de huidige stand van het dossier alleen mogelijk is met zekerheid aan te tonen dat de eisers daden hadden verricht die overeenkwamen met de uitoefening van een recht van overgang, en dat dus niet door verjaring kon worden verkregen en niet de grondslag kon vormen van een actio reïntegranda, biedt het bestreden vonnis de eisers inderdaad de gelegenheid het bestaan aan te tonen van "daden waaruit zou blijken dat zij zich als eigenaars hadden gedragen" of die "overeenkwamen" met het geclaimde…

  10. Hof van Beroep: Arrest van 2 December 1991 (Luik). RG 83/1635;83/2198

    Jurisprudence NL 02/12/1991  -  1 page

    Een attest van gezinssamenstelling waaruit blijkt dat een weduwe en haar twee kinderen van het gezin van een gehuwde man deel uitmaken, laat voldoende van een levensgemeenschap tussen deze man en deze vrouw blijken. Dit samenleven of deze schijn van samenleven zijn bijgevolg zwaar beledigend voor de echtgenote van deze man.…